Koen

“Het heeft iets vertederends, die jaarlijkse optocht van vlaggen, trompetten en militair vertoon”

Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.

Voor de garage van een ouder koppel in onze buurt blinkt de zon op de motorkap van hun auto. De man staat ’m, in keurig kostuum, nog wat op te blinken met een doekje. Zijn vrouw verschijnt in de deuropening met een handtas die past bij haar mantel. Alles roept ‘plechtige gelegenheid’.

Als ik hem vrolijk vraag waar het feestje doorgaat, steekt hij trots zijn borst vooruit en zegt dat ze naar Brussel vertrekken. Het 21 juli-defilé, natuurlijk. Ieder jaar gaan ze kijken. Eerst de legervoertuigen en straaljagers, daarna een Brusselse wafel op de Grote Markt.

“Als de Chinese toeristen nog een hapje overgelaten hebben”, voegt hij er met een knipoog aan toe. Dan gaan zijn schouders plots een beetje hangen en zegt hij, stiller, dat ik hen net zoals veel mensen tegenwoordig misschien niet echt begrijp. Maar ik steek mijn duim omhoog en wens ze een fijne dag.

In Frankrijk werd 14 juli net iets uitbundiger gevierd. Minder plechtig, meer volksfeest. Onze B&B-gasten gingen graag kijken naar het vuurwerk in het dorp


Het is lang geleden dat ik nog iemand zo enthousiast met de nationale feestdag in de weer heb gezien. Vroeger, toen Ilse en ik niet zo heel ver van Brussel woonden, vlogen de deelnemende vliegtuigen vlak boven ons huis. Ze maakten hun formatie boven onze wijk, op weg naar de hoofdstad. Wij deden zelden meer dan even opkijken van achter de barbecue.

Later, in Frankrijk, was 14 juli net iets uitbundiger. Minder plechtig, meer volksfeest. Onze B&B-gasten gingen graag kijken naar het vuurwerk in het dorp – vooral omdat dat vuurwerk in het zuiden altijd gepaard gaat met een kermis en minstens twee accordeonspelers.

In een zondags pak

Toch vind ik dat het iets vertederends heeft, die jaarlijkse optocht van vlaggen, trompetten en militair vertoon. Het is een stukje menselijke folklore, die ondanks alles nog altijd bestaat. Elk land heeft zo’n moment nodig waarin het zichzelf herdenkt, en wij doen dat op zijn bescheiden Belgisch: zonder overdreven pathos, zonder veel vendelgezwaai, maar ook niet zonder ernst.

Wat me opvalt, is dat inderdaad vooral oudere generaties zich nog echt verbinden met dat idee van nationale trots. Zoals dit koppel uit de buurt, dat zijn beste zondagse kostuum en mantel uithaalt om te gaan kijken naar uniformen, tanks en trommels. Ze willen erbij zijn, ongetwijfeld niet omdat ze dat oorlogsmateriaal zo boeiend vinden, maar omdat ze deel willen uitmaken van een traditie. Een ankerpunt in het jaar, zoals Kerstmis of nieuwjaar.

Misschien zouden mensen zoals wij dat wel wat meer kunnen gebruiken, dat gevoel van: wij horen bij iets

Misschien is dat wat mensen zoals wij, of jongere generaties in het algemeen, wat meer zouden kunnen gebruiken. Geen vlaggenfetisjisme, geen patriottisch geschreeuw (want we zijn tenslotte Belgen), maar wel af en toe dat gevoel van: wij horen bij iets. Zelfs al is dat ‘iets’ een land dat drie talen spreekt, zes regeringen heeft en nooit weet of het nu mayonaise of tartaarsaus moet kiezen bij z’n frieten.

Misschien is dat ook waarom het leger zo’n prominente rol krijgt in het defilé. Omdat het een van de instellingen is waar die samenhorigheid nog iets betekent. Waar de nationale symbolen nog kracht hebben. Al blijft het natuurlijk een beetje vreemd om op een warme julidag enthousiast te applaudisseren voor pantserwagens die over het asfalt denderen.

Het grote geheel

Want we zien op het nieuws al veel te veel tanks en kanonnen, de laatste jaren.En toch. Als ik die oude man z’n auto zie poetsen alsof hij straks naar de keuring moet, besef ik dat het niet om al dat militair vertoon gaat. Het gaat om het moment. Om samen naar iets kijken dat groter is dan jezelf. Of dat nu een straaljager, een wafel of een stukje geschiedenis is.

Ik kan me voorstellen dat die mensen zich uitgelaten voelen, als ze zich daar in Brussel plots omringd zien met duizenden mensen die net zo denken als zij. Misschien is dat voor veel mensen precies ook het waardevolle: dat ze, al is het maar één dag per jaar, zich deel voelen van een groter geheel, hoe abstract het soms ook aanvoelt.

En als daarbij hoort dat je in je kostuum je auto staat te boenen voor een uitstap naar Brussel, dan is dat misschien wel de schoonste uiting van patriottisme die er bestaat. Met extra poedersuiker en slagroom voor de wafel, uiteraard.

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes.

Nog meer columns lezen?

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."