Koen

over onverwachtse gesprekken en nieuwe inzichten

“We bestellen nog een ijsje. Op vakantie mag alles toch net iets méér, lekkerder en romiger zijn”

Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.

Aan het Gardameer ruikt het naar zonnecrème, versgebakken pizza en een vleugje uitlaatgassen van scooters die puffend voorbijkomen. We zijn er met ons drietjes op vakantie: Ilse, ik en Kwinten, twintig intussen. Of eigenlijk negentien en twaalf maanden, zoals Ilse zegt als ze weer even wil benadrukken dat hij toch echt nog ‘onze jongen’ is.

Het is warm, maar net niet ondraaglijk. De lucht boven het meer glinstert. In de verte zien we alleen wat zeilen en de contouren van een trotse zwaan. Alles is anders hier, en tegelijk is ook alles vakantie.

Kwinten gaat gewillig mee in onze vakantiegewoonte: elke dag minstens één pasta of pizza verorberen

Tijdens het jaar missen we Kwinten vaak. Hij zit de hele week op kot, en als hij thuis is, heeft hij het druk met studeren of computerspelletjes spelen met de vrienden. Vaak kruisen we elkaar enkel aan de vaatwasser of in de buurt van de wasmand.

Maar hier zitten we weer gezellig samen aan tafel, zoals vroeger. Kwinten gaat gewillig mee in onze vakantiegewoonte: elke dag minstens één pasta of pizza verorberen. Ilse glundert. Dat doet ze altijd op Italiaanse of andere zonnige grond. En geef haar eens ongelijk. Want als er één ding eigen is aan vakantie, dan is het wel hoe alles net dat tikje magischer aanvoelt.

En dan de melodie in de taal! Alles klinkt hier zachter, lekkerder, avontuurlijker en ongedwongener. Zelfs verkeersborden lijken eerder aanbevelingen dan bevelen. We wandelen graag langs het meer. Vooral ’s morgens en ’s avonds, als de zon milder schijnt. Langs het water gebeurt er altijd wel iets. Kinderen graven diepe kuilen of bouwen dammen van kiezels, windsurfers zijn pompend met hun zeilen op zoek naar wind, en een chocoladebruine labrador springt iets te enthousiast in het water, tot grote wanhoop van zijn eigenaar én een groepje luierende Italiaanse donna’s.

Ergens zijn waar je normaal niet bent

Op de terrasjes horen we geregeld Nederlandstalige stemmen. Soms heel luid. Dat is ook zo’n vakantieklassieker: mensen die denken dat ze de enigen zijn die hun taal spreken, en dus zonder gêne het hele hebben en houden van hun gezin live en ongefilterd op tafel gooien. Gisteren kregen we een volledig overzicht van de erfeniskwesties tussen tante Gaby en nonkel Guido. Kwinten en ik wisselden een blik uit. Hij onderdrukte een grijns. Ilse nipte van haar wijn alsof ze op de eerste rij zat bij een theatervoorstelling.

Elke avond, wanneer de terrassen vollopen met een mix van talen en geuren, voel je het weer opnieuw: dat heerlijke vakantiegevoel. Het besef dat de wereld groter is dan je woonkamer, maar dat diezelfde wereld ook verrassend makkelijk past op één tafel met drie glazen, borden pasta en pizza en een vrolijk gesticulerende ober erbij.

Iets aan het decor hier, de vreemde taal, de andere mensen, maakt dat we plots alles intenser beleven

En toch vraag ik me elk jaar weer af: waarom voelt het hier nu zo anders dan thuis? We hebben thuis toch ook alles: lekkere koffie, een tuin, Netflix en een barbecue waar we de hele zomer kunnen rondhangen. Maar iets aan het decor hier, de vreemde taal, de andere mensen, maakt dat we plots alles intenser beleven. Alsof we onszelf even opnieuw uitvinden, maar dan in shorts, T-shirts en met een laagje zonnecrème.

Misschien is de echte magie van vakantie dus dat je ze helemaal kunt organiseren, maar dat ze je voor een groot deel gewoon overkomt. Je hoeft niets speciaals te doen, behalve ergens te zijn waar je normaal niet bent. En met mensen zijn bij wie je je goed voelt.

Vanavond gaan we weer pizza eten. Kwinten wil er een met vier kazen, Ilse kiest voor een calzone, en ik twijfel nog tussen opnieuw een pikante diavola, of iets zachters met prosciutto. Achter ons zit een Vlaams gezin waarvan de moeder net tegen haar dochter heeft gezegd dat ze vandaag geen telefoon meer wil zien aan tafel. De dochter zegt niets, maar maakt met haar ogen een beweging die ergens tussen een zucht en een verwensing zit. Haar broertje gniffelt dat ook de smartphone weleens met vakantie mag.

We glimlachen naar elkaar en bestellen nog een ijsje. We zijn tenslotte op vakantie. En op vakantie mag alles net iets méér, lekkerder en romiger zijn. Zoals het leven zou smaken als het een gul bord pasta carbonara was.

Nog meer columns?

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."