Mijn verhaal: Joke werd gepest op het werk

Door De Redactie

Joke (40): “Ik keek er zo naar uit, naar mijn eerste werkdag op het buurtschooltje, waar ik als juf van het eerste leerjaar aan de slag kon. De zon scheen, de stad kwam na de vakantie weer helemaal tot leven en ik voelde me goed in mijn vel. Zelfverzekerd liep ik de speelplaats op. In de verte zag ik drie andere juffen bij elkaar staan. We hadden tijdens de vakantie al twee keer samen vergaderd, dus ik liep recht op hen af. ‘Goedemorgen,’ zei ik vrolijk, maar zij keken me aan alsof ze me nog nooit hadden gezien. Ik aarzelde. ‘Ik ben Joke,’ begon ik voorzichtig. ‘Van het eerste leerjaar,’ probeerde ik verder. Maar nog steeds gaven ze geen teken van herkenning.

Een prachtig klasje werd mijn werkplek. En ook de twintig kindjes waren meteen lief voor mij. Maar toen kwam de lunchpauze. ‘Mag ik aanschuiven?’ vroeg ik een leerkracht. ‘Als je dat echt wilt’, was haar reactie. Waarop ze me straal negeerde. Een andere collega vroeg wie koffie wilde. Toen ik zei dat ik wel een kopje lustte, vertelde ze me dat het koffieapparaat in de gang stond, maar ze nam wel koffie voor zichzelf en twee collega’s. Ik durfde niets te zeggen en was opgelucht dat ik even later weer in mijn klasje stond.

Toen ik mijn man vertelde wat me op school was overkomen, begon hij meteen te relativeren. Misschien hebben ze gewoon wat tijd nodig om aan een nieuwe collega te wennen’, reageerde hij. En inderdaad: de meesten werkten er al jaren, logisch dat een ‘nieuwkomer’ niet meteen in die groep werd opgenomen. Dus nam ik mezelf voor om ook de volgende dag even vrolijk de schoolpoort binnen te stappen.

Opnieuw ging ik bij de drie juffen staan. Maar alweer geen reactie. Ik werd genegeerd. Met een wrang gevoel stapte ik even later mijn klasje binnen. Ook na dag twee kwam ik volledig van de kaart weer thuis. Het begin van een helse periode, al wist ik dat toen nog niet. Ik bleef erin geloven dat alles wel voorbij zou gaan. Bovendien voelde ik me goed in mijn klasje. Ik genoot van de eerlijkheid en onbezonnenheid van mijn twintig kindjes. De rest komt wel goed, dacht ik. Ik bleef elke middag de leraarskamer met een grote glimlach binnenstappen en wenste iedereen elke ochtend een goedendag. Maar het contact bleef kil. Ook tijdens vergaderingen, bijvoorbeeld. Iedereen werd om zijn mening gevraagd, maar die van mij deed er nooit echt toe. Op een keer planden ze een schooletentje. Ik wist van niets. Pas enkele dagen later had ik door dat ze met z’n allen op stap waren gegaan. Ja, ook de directrice. Hoewel zij me wel af en toe in de gangen aansprak en ik van haar wel een ‘goedendag’ terugkreeg, bleef ook zij duidelijk afstand bewaren.

“Op een keer planden ze een etentje. Pas enkele dagen later had ik door dat ze met z’n allen op stap waren gegaan”

Al na enkele weken voelde ik me uitgeput. Alsof alle energie uit me verdwenen was. Ik werd ook thuis kregelig. Eén woord was genoeg om de hele avond ruzie met mijn man te hebben. En ook de kinderen kregen vaak een onterechte veeg uit de pan. Elke ochtend stond ik met hoofdpijn op, elke avond ging ik met hoofdpijn slapen. Op den duur sleepte ik me naar het werk en telde ik elke minuut van de werkdag af.

Toch hield ik het vol tot de kerstvakantie. Eindelijk, twee weken thuis. Ik wilde er vooral heel erg van genieten, maar ik werd ziek. Twee weken lang kon ik geen kant meer op en had ik nul energie. Uiteindelijk schreef de arts me voor om ook na de vakantie nog twee weken thuis te blijven, maar dat wilde ik niet. Ik wist dat mijn collega’s me dit heel erg kwalijk zouden nemen, dus vertrok ik op de eerste maandag van het nieuwe jaar toch naar school. Ik had voor de vakantie een gesprek had aangevraagd met de directrice, dan kon ik haar eindelijk eens vertellen hoe haar team zich gedroeg tegenover nieuwkomers. Ze luisterde aandachtig en gaf me de ruimte om alles te vertellen. Ook over hoe ik me voelde en hoe moe ik was. Ze beloofde me om de collega’s in de loop van de week één voor één binnen te roepen en het er met hen over te hebben. Ze zouden me dit erg kwalijk nemen, dat wist ik, maar ik had geen keuze. Ik moest iéts doen.

Een week later kreeg ik van de directrice mijn absolute genadeslag: de collega’s wisten van niets. Ze beweerden me juist wel met open armen te hebben ontvangen, maar ik gedroeg me volgens hen vreemd en afstandelijk. Ik was degene die het samenwerken zo moeilijk maakte. Haar blik vertelde me dat ze hen geloofde. Die avond brak ik totaal. Ik was op. Even later werd een burn-out geconstateerd. Na jaren lesgeven met hart en ziel bleef er van mijn enthousiasme als leerkracht niets meer over. In enkele maanden tijd kregen ze me klein. Tijdens dat ziekteverlof hakte ik de knoop door: ik wilde nooit meer terug.

We zijn nu twee jaar verder. Ik bleef nog enkele maanden thuis, maar werk nu op een andere school, iets verderop. Een gigantische school, met heel veel leerkrachten en klassen. Ik had een voorgevoel dat het roddelen en pesten in grote leraarsgroepen daar minder kans zou krijgen. En zo was het ook. Daar vond ik mijn liefde voor het onderwijs terug en mocht ik mezelf weer zijn. En ik ben er weer voor mijn gezin. Dit wil ik nooit meer meemaken. Nooit gedacht dat pesten op het werk zo’n impact kon hebben. Maar het maakt een mens kapot.”

Tekst: Barbara Claeys – Beeld: Getty Images

Lees ook:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."