
Mijn verhaal: het lege nest van Hilde stroomde opnieuw vol
De kinderen van Hilde waren allemaal het huis uit, maar kwamen op een gegeven moment één voor één ’tijdelijk’ terug. Alleen bleek die ’tijdelijk’ relatief te zijn.
Hilde (59): “Vier jaar geleden is Lucas uit huis gegaan, mijn derde en jongste kind. Na jaren van zorgen en moederen was mijn nest leeg. Dat was wennen, maar het voelde wel oké: mijn kinderen hadden de leeftijd om op eigen benen te staan en ik keek ernaar uit om wat meer tijd voor mezelf te hebben.
Ik sprak regelmatig af met vriendinnen, trok twee keer per week richting zwembad en ging op gitaarles, iets wat al lang op mijn bucketlist stond. Het huishouden was in een wip geklaard en als ik geen zin had om te koken, at ik gewoon soep en een boterham. Echt alleen was ik trouwens niet, want ik heb al jaren een fijne latrelatie. Mijn vriend en ik trekken graag samen op, maar we blijven liever apart wonen, omdat we gesteld zijn op onze vrijheid en onze eigen stek.
In hun tienerjaren maakten mijn kinderen veel ruzie, maar nu ze weer allemaal thuis wonen, kunnen ze het prima met elkaar vinden
Mijn huis, met zijn vier slaapkamers en twee badkamers, was wel veel te groot voor mij alleen, maar verhuizen was geen optie. Misschien wilde ik later kleiner gaan wonen, als ik wat ouder was, maar voorlopig nog niet. Ik vond het belangrijk dat mijn kinderen thuis konden komen in het huis waarin ze waren opgegroeid.
Dat was vooral belangrijk voor Eline, mijn middelste kind. Ze woonde en werkte in München, maar kwam om de paar maanden naar België om vrienden en familie te zien. Dan logeerde ze altijd bij mij. Op een gegeven moment merkte ik dat ze uitgekeken raakte op haar werk en haar leven ginder, dus ik was niet echt verbaasd toen ze aangaf dat ze terug naar België wilde komen. Drie maanden later had ze haar job en haar flat in Duitsland opgezegd en was ze bij me ingetrokken. Tijdelijk, tot ze zich hier gesetteld had en weer op zichzelf kon gaan wonen. Ik vond het prima. Plaats genoeg in huis.
De tweede die weer naar huis kwam, was haar oudere zus Sarah, mijn zorgenkind. Sarah is al sinds haar kindertijd psychisch kwetsbaar: ze heeft vaak last van donkere gedachten en depressies. De laatste jaren ging het beter met haar. Ze had een mooi gezinnetje, met een man die haar rots in de branding was en twee schatten van kinderen. Een sprookje, tot haar droomprins haar vertelde dat hij wilde scheiden, omdat hij verliefd was geworden op een vrouw die vrolijker en lichter in het leven stond. Sarah stortte in. Ik wist: ik moet er nu zijn voor mijn fragiele dochter, en voor haar zoontjes. Dus heb ik hen prompt alle drie in huis genomen. Tijdelijk, in de hoop dat Sarah gauw weer vaste grond onder haar voeten zou hebben en alleen verder kon.
Niet zo lang daarna kocht zoon Lucas een appartement. Hij was de cohousing met vrienden zat en wilde een plek voor zichzelf. Dat de flat in kwestie niet bepaald instapklaar was, vond hij geen punt: hij was handig, dus hij kon veel renovatiewerken zelf doen of met hulp van vrienden. Probleem was wel dat hij zijn huur al had opgezegd en financieel nogal krap zat. Of hij dus alsjeblieft weer thuis mocht komen wonen, tijdelijk uiteraard, tot zijn verbouwing achter de rug was.
En zo stroomde mijn lege nest weer vol, met mijn drie ‘boemerangkinderen’ én mijn twee kleinzoontjes. Dat ‘tijdelijke’ bleek trouwens behoorlijk relatief; ze zijn er nu, een jaar later, nog altijd. Ik hap soms naar adem, maar ik geniet er ook van. We koken om de beurt, zitten soms urenlang aan tafel te kletsen, zorgen samen voor de kleintjes. In hun tienerjaren maakten mijn kinderen veel ruzie, maar nu kunnen ze het prima met elkaar vinden.
Vaste rolverdeling
Het streelt mijn ijdelheid dat ze hier graag zijn, maar eerlijk, het is best zwaar om opnieuw zo’n groot huishouden te runnen. Ik voel dat ik hier niet meer de leeftijd en energie voor heb. We hebben uiteraard goede afspraken gemaakt, ook financiële, en we hebben de taken zo goed mogelijk verdeeld. De kinderen helpen waar ze kunnen.
Maar het woord ‘helpen’ zegt het al: de globale organisatie zit bij mij. Onze rollen blijven die van een moeder en haar kinderen. Als ik thuiskom van mijn werk, snak ik soms naar rust, maar die is nog moeilijk te vinden in dit huis, waarin er altijd volk rondloopt en overal speelgoed rondslingert.
Als ik thuiskom van mijn werk, snak ik soms naar rust, maar die is nog moeilijk te vinden in dit huis, waarin er altijd volk rondloopt en overal speelgoed rondslingert
Gelukkig is er mijn vriend bij wie ik af en toe een avond of weekend op adem kan komen. Met de gitaarlessen ben ik gestopt, mijn vriendinnen zie ik veel minder en ik ben al lang niet meer gaan zwemmen. Jammer, maar ach, dat neem ik later wel weer op.
Mijn kinderen hebben me redelijk overrompeld door collectief terug naar huis te komen en hier even te blijven plakken, maar kijk, er breken andere tijden aan. Eline heeft een vriend met wie ze wil gaan samenwonen, Lucas’ appartement wordt stilaan bewoonbaar en Sarah zoekt een huisje voor zichzelf en haar twee kinderen. Bij mij in de buurt, zodat ik nog kan inspringen indien nodig. Ik vond het fijn om mijn kinderen weer een tijdje bij me te hebben, absoluut. Maar ik zal toch opgelucht ademhalen als ze straks weer een voor een uitvliegen.”
Meer openhartige verhalen:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle n