mijn verhaal

Mijn verhaal: Sophie vond na vele jaren opnieuw geluk bij haar jeugdliefde

Door De Redactie

Je eerste echte relatie, die vergeet je nooit. Maar wat als je eerste lief jaren later weer opduikt? Kan de liefde dan weer net zo fel opflakkeren als vroeger? Ja, zo blijkt uit de verhalen van Sophies verhaal.

Sophie (55): “Ik sta normaal gezien heel nuchter in het leven, maar het parcours dat Luc en ik hebben afgelegd… dat doet me toch geloven dat er zoiets bestaat als het lot. Luc en ik kennen elkaar eigenlijk al sinds de wieg. Onze ouders woonden allebei in Groningen en waren goede vrienden, maar het gezin van Luc verhuisde naar Den Haag. Pas op mijn achttiende kruisten onze paden elkaar opnieuw, toen ik voor een stage in Den Haag moest zijn. Het leek mijn moeder een goed idee dat ik in die periode bij Lucs ouders zou logeren. Toen ik Luc daar voor de eerste keer weer zag, was het alsof de bliksem insloeg: één blik in zijn ogen en ik was verkocht. Het voelde alsof ik weer thuiskwam, alsof we elkaar sinds de wieg nooit echt hadden losgelaten. Dat soort zielsverwantschap heb ik daarna nooit meer met iemand gehad, zelfs niet met de vader van mijn twee kinderen.”

Tijdens die maanden in Den Haag vormden we een onafscheidelijk koppel, tot mijn stage op zijn einde liep en ik weer terug moest naar Groningen. Door de grote afstand verwaterde het contact en doofde ook onze hevige verliefdheid weer uit. Of dat dacht ik toch… Want drie jaar later sloop Luc toch weer mijn leven en mijn hart binnen. We werden opnieuw een koppel, en ik droomde stilaan van een toekomst aan zijn zijde. Maar Luc had helaas andere plannen… Hij wilde de wereld gaan rondzeilen, was nog niet klaar om zich te settelen en vroeg of ik nog een paar jaar op hem wilde wachten. Maar dat zag ik echt niet zitten, ik wilde nu aan onze toekomst samen beginnen. Dus vertrok hij met de noorderzon, terwijl ik in Nederland achterbleef met een gebroken hart…”

Onzichtbare kracht

Ondertussen leerde ik een andere lieve jongen kennen, Maarten. We besloten te trouwen, maar eigenlijk was onze relatie al vanaf het begin uit balans: Maarten was ziek en had veel verzorging nodig, waardoor ik eigenlijk meer zijn verpleegster dan zijn echtgenote was. Toch probeerde ik me met hart en ziel op mijn gezinsgeluk te concentreren. De herinnering aan Luc had ik ondertussen diep vanbinnen weggestopt, de deur op slot gedaan en de sleutel weggegooid. Omdat het anders gewoon te veel pijn deed. Maar na vijftien jaar huwelijk sloop Luc toch weer onverwachts mijn leven binnen. Ik herinner me die dag nog goed. Ik was onze zolder aan het opruimen, toen er bij het afstoffen plots een heleboel oude agenda’s naar beneden donderden. Eentje viel open… precies op de datum van die dag! En wat nog straffer was: in mijn oude agenda stond te lezen dat Luc net die dag jarig was. Ik ben meteen naar beneden gelopen om hem op te bellen en te feliciteren, ook al had ik hem al 15 jaar niet meer gesproken. Alsof een onzichtbare kracht het van me overnam en me zomaar naar de telefoon leidde.”

Luc klonk meteen blij om me te horen, en nodigde me uit bij hem thuis in Antwerpen. Samen beleefden we een fantastisch weekend, al bleven de gesprekken tussen ons wel puur vriendschappelijk. We hadden allebei al een relatie, en het leek een soort stilzwijgende afspraak dat we die grens niet zouden oversteken. Toen ik weer naar huis vertrok, pakte hij me wel nog bij de arm: ‘Als we tachtig zijn, zitten we samen op een bankje aan de Schelde.’ Die uitspraak heb ik met me meegenomen en ergens diep vanbinnen bewaard. Zijn woorden gaven me de kracht om mijn huwelijk de volgende jaren, heel rustig, af te bouwen. Al die tijd troostte ik mezelf met de gedachte dat het voorbestemd was dat ik ooit met Luc zou eindigen. Dat ik vertrouwen moest hebben in onze liefde, ook al waren we nu niet samen.”

Opnieuw verliefd

“In het station klonk prachtige tangomuziek. Als in een film wandelde ik op Luc af, die me aan het einde van het perron stond op te wachten”

Maarten en ik zijn uiteindelijk op een heel serene manier uit elkaar gegaan, dat vonden we beiden belangrijk voor onze kinderen. Ik besloot een tijdje alleen te blijven, tot ik op een dag de onbedwingbare drang voelde om Luc een mail te sturen. Hij reageerde meteen, dat was het startschot van een intense briefwisseling waarin we elkaar onze persoonlijkste gevoelens en twijfels toevertrouwden. Daar wilde ik het voorlopig bij houden. Ik was net gescheiden, het voelde gewoon nog te vroeg voor meer. Plus: in het verleden had ik al een paar keer afscheid moeten nemen van Luc, dus ik was een beetje op mijn hoede.”

Tot ik het op een dag gewoon niet meer kon uithouden, en de trein op sprong naar Antwerpen, naar Luc. Toen ik aankwam in het station, was ik bloednerveus. Zou het nog wel klikken tussen ons na al die jaren? Opnieuw leek het lot me een positief teken te sturen: in het station weerklonk prachtige tangomuziek, terwijl enkele dansers het beste van zichzelf stonden te geven. Als in een film wandelde ik tussen hen op Luc af, die me aan het einde van het perron stond op te wachten. We zijn samen de stad ingetrokken, waar we halsoverkop weer op elkaar verliefd werden. De volgende dag al zei Luc tegen me: ‘Ik wil niet dat je ooit nog bij me weggaat.’ Maar ik woonde toen nog met mijn kinderen in Groningen. Twee jaar lang heb ik geduldig over en weer gependeld tussen Groningen en Antwerpen, om daarna eindelijk bij hem in te trekken.”

Net als vroeger

“We hebben wat meer rimpels, maar als we in elkaars ogen kijken, zijn we weer die verliefde pubers”

Luc had daarvoor nog nooit met een vrouw samengewoond, maar dat bleek geen enkel probleem. Alsof we gewoon de draad weer oppikten waar we die zoveel jaar geleden hadden achtergelaten. Vanzelfsprekend en vertrouwd, zo voelde het tussen ons. En zo voelt het vandaag nog steeds. Luc en ik zijn nu twaalf jaar een koppel, en onze band is nog altijd even sterk en intens als toen we achttien waren. De gelukkigste momenten beleven we samen in ons buitenverblijfje, een piepklein huisje in de prachtige natuur. We hebben ondertussen allebei wat meer rimpels, maar als we in elkaars ogen kijken, voel ik me zo weer die verliefde puber van weleer. Hopelijk zitten we als we tachtig zijn nog altijd zo naast elkaar, op dat bankje aan de Schelde…”

Uit: Libelle 26/2019 – Tekst: Margot Kennis – Coverbeeld: Getty Images

Meer openhartige verhalen:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."