Jonge topsporters
© Tjorven Boucher

“Op de Belgische Jeugdkampioenschappen vorig jaar leek het wel alsof iedereen voor óns aan het supporteren was”

Door Diny Thomas

Of ze de nieuwe Lotte Kopecky of Pieter Timmers gaan worden? Het zou zomaar kunnen, want deze jongeren timmeren nu al flink aan hun weg naar de top in hun sport.

Tuur Lissens (13), Amir Zouhri (12), William Liang (12) en Mathys Meremans (12) zijn de allersnelsten op de 4×100 meter wisselslag

Amir: “ ‘Komaan Mathys! Goed bezig, William! Gaan,Tuur! Kom op, Amir!’ Op de Belgische Jeugdkampioenschappen in juli vorig jaar leek het wel alsof iedereen voor óns aan het supporteren was. (lacht) Het gaf zo’n kick, dat elk van ons sneller dan ooit tevoren heeft gezwommen. Goed voor een gouden medaille en de titel van Belgische jeugdkampioenen.”

William: “Het was spannend van de eerste tot de laatste seconde. De wedstrijd begon al in de oproepkamer, waar we met de tegenstanders wachten tot we mogen starten. ‘En, wat is jullie beste tijd? O, wij doen het sneller, hoor!’ Die intimidatie hoort erbij. En het heeft geholpen, want wij waren net geen drie seconden sneller.

Onze coaches zijn best streng, maar dat moet ook als je droomt van de Olympische Spelen

Mathys: “Ik moest als eerste het water in, voor de rugslag. Daarna kwam William voor de schoolslag, gevolgd door Tuur die de vlinderslag doet en Amir maakte het af met de vrije slag (crawl, red.). Twee keer zelfs, want op de Vlaamse kampioenschappen deden we het gewoon nóg eens. Maar of we in juli opnieuw met ons vieren naar de Belgische Jeugdkampioenschappen mogen, dat is maar de vraag…”

Tuur: “De jongens met de beste tijden, die zwemmen. Maar we trainen alle vier heel hard om de beste te zijn. Na school gaan we meestal meteen naar het zwembad. De coaches, en hoofdcoach Brigitte Becue, van Leuven Aquatics zijn streng. Dat is ook nodig, als je op een dag naar de Olympische Spelen wilt gaan. (glundert) Al ben ik al blij met het Europees Jeugdkampioenschap. Maar dat wil niet zeggen dat we nooit eens lachen, hè. Het moet plezant blijven, en dat doen de coaches goed.”

Schermster Juliette Maras (13) schopte het al tot in het nationale team van België

Juliette: “Drie jaar geleden smeekte een vriendinnetje me of ik niet meewilde naar de Vriendjesdag in schermgilde ‘de Klauwaerts’ in Sint-Niklaas. ‘Toe Juliette, je gaat het echt leuk vinden!’ En of ik het leuk vond! Ik wist dat het een vechtsport was, maar had eerlijk gezegd nog nooit van een sabel, een floret of een degen gehoord – de wapens. (lacht)

Ik voelde me het beste bij de sabel. Dat is een wapen waar je niet alleen mee steekt, net als de degen en de floret, maar waar je ook mee slaat. Na nog geen twee jaar in de schermclub kreeg ik van de bondscoach van Team Belgium te horen dat ik talent had en dat ik naar het Sport Science Laboratory-Jacques Rogge aan de UGent mocht om er enkele sportproeven te doen. Tot mijn eigen grote verbazing scoorde ik goed, kreeg ik in september het topsportstatuut én werd ik gevraagd voor Team Belgium. Zot, hè?

In het begin had ik heimwee op de topsportschool, nu is het internaat mijn tweede thuis

Intussen studeer ik aan de topsportschool in Gent, waar ik elke week zo’n twintig uren train. Ik zit op internaat, en in het begin had ik zo’n heimwee dat ik me weleens heb afgevraagd waar ik toch aan begonnen was. Maar intussen heb ik mijn plek tussen de beloftevolle wielrensters, turnsters en voetbalsters gevonden. Het voelt zelfs als een tweede thuis.

Maar de Vlaamse sportfederatie wil de geldkraan voor de schermers dichtdraaien. Als ze dat doen, ligt mijn Olympische droom aan diggelen, want dan moeten we alles zelf financieren… Ik hoop echt niet dat ze een van de oudste en mooiste sporten ter wereld zomaar laten verdwijnen.”

Adriaan Braeckman (16) danst al 8 jaar aan de Koninklijke Balletschool in Antwerpen

Adriaan: “Ik moet een jaar of drie zijn geweest toen ik in de zomer naar een balletkamp mocht. Dat was zo leuk dat ik sindsdien nooit meer ben gestopt met dansen. Toen ik enkele jaren later de televisieserie ‘Jonge Zwanen’ zag, met de leerlingen van de Koninklijke Balletschool Antwerpen, wist ik: daar ga ik later ook dansen.

Op mijn negende deed ik auditie en mocht ik beginnen in Prins Dries, met de vooropleiding. Dat was geen evidente stap. Ik was negen en moest plots afscheid nemen van mijn familie en schoolvrienden, want ik moest op internaat. Maar kijk, bijna acht jaar later zit ik er nog steeds, dus zo erg was het uiteindelijk niet. (lacht).

Komende zomer ga ik stage doen aan de balletschool in San Francisco, ik kan het nog altijd niet geloven

Inmiddels draait mijn hele leven om ballet. Op school krijg ik wel algemene vakken, maar tegen de middag liggen de schoolboeken in een hoekje en haast ik me naar de danszaal. Zelfs tijdens de vakanties zit ik niet stil. In het krokusverlof danste ik mee in ‘Cinderella’, met het Junior Ballet Antwerp. Maar ik ben ook al op dansstage geweest in Italië, Monaco en Londen. Komende zomer mag ik zelfs vier weken naar de balletschool in San Francisco.

Ik kan het nog altijd niet geloven, maar ben tegelijk zo blij en trots. Niet goedkoop, maar mama en papa doen er alles aan om me alle kansen te geven, ze hebben zelfs al een spaghettifestijn georganiseerd om geld in te zamelen, bijvoorbeeld. Ik hoop dat ze op een dag trots op me zullen zijn, als ik dans in een geweldige compagnie.

Volgend schooljaar mag ik daar audities voor beginnen doen. Eerlijk gezegd maakt het me niet uit waar ik terechtkom, als ik maar kan dansen. Maar als ik mag dromen, dan toch het liefste bij het Opera Ballet Vlaanderen, of in Amsterdam, Berlijn of Stuttgart.”

Wielrenster Roxanne Vertongen (13) is Belgisch kampioene op de weg

Roxanne: “Zondag 14 augustus vorig jaar: ik stond voor het eerst aan de start van het Belgisch kampioenschap op de weg voor de aspiranten – wielrensters tot vijftien jaar. Verwachtingen had ik niet, ik zat nog maar drie jaar op de fiets en het was het eerste jaar dat ik aan wedstrijden meedeed. En toch pakte ik er meteen de driekleur. (glundert)

Na vierentwintig kilometer kwam het tot een sprint, en ik bleek de sterkste te zijn. Ik reed met meer dan vijftig kilometer per uur over de streep. Het zal de adrenaline zijn geweest, denk ik. Nu, het wielrennen zit ook gewoon in mijn bloed. Papa is zelf een fervente wielrenner en zijn enthousiasme was zo aanstekelijk dat ik uiteindelijk zelf op de fiets ben gekropen.

Veel vrije tijd heb ik niet, maar dat heeft Lotte Kopecky ook nooit gehad

De eerste twee jaar koerste ik bij een clubje in de streek, maar ik miste enkele meisjes rond mij, ook al fietste ik sommige jongens er op goede dagen af. Maar veel meisjesploegen zijn er niet. Op het Belgisch kampioenschap voor aspiranten stonden er ‘maar’ zeventien meisjes aan de start… Ik heb veel geluk gehad dat ik mocht beginnen bij het Avia-Rudyco Cycling Team. Ik zit er wel tussen meisjes van zeventien en achttien jaar, maar ik voel me er stukken beter dan tussen de jongens. Samen trainen, op zomerkamp en wielerweekend gaan… Het is geweldig!

Daarnaast is papa er natuurlijk nog, mijn tweede coach. Als ik geen training heb met de club, dan ga ik met hem de weg op. Ik zit zo’n drie tot vier keer per week op de fiets en verder doe ik nog yoga en krachttraining. Veel vrije tijd heb ik niet, maar dat heeft Lotte Kopecky ook nooit gehad. Op een dag wil ik minstens zo goed zijn als zij. (lacht) Al zou ik al blij zijn als ik ooit de Tour de France Femmes uitrijd!”

Uit: Libelle 13/2023 • Foto’s: Tjorven Boucher

Dit vind je vast ook leuk:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de beste groentips en wooninspiratie!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."