rouwen om huisdier
Getty Images

Het onzichtbare verdriet als je huisdier sterft: 2 lezeressen vertellen

Door Herte De Cleyn

Je huisdier verliezen, kan diep in je hart snijden. Toch reageren mensen rondom je er soms nauwelijks op, zo ondervonden Katrien en Lydia zelf.

Rouwen om je huisdier

2,5 jaar geleden nam Katrien afscheid van haar beagle Billie

Katrien (40): “Liefde op het eerste gezicht was het niet met Billie, maar omdat mijn man vaak van huis is voor zijn werk en ik Billie dan bij mij in de zetel nam voor een knuffel, sloot ik die ondeugende puppy al gauw in mijn hart. Toen later bleek dat er geen kinderen zouden komen, werd Billie zelfs een beetje ons vervangkindje.

Toen beagle Fien er nog bij kwam, was ons ‘gezinnetje’ compleet. Ook al wisten we heel goed dat dat maar tijdelijk zou zijn. Billie was een hondje uit de duizend, maar ook een echte beagle. Talloze dingen heeft hij kapotgebeten. En als hij de kans kreeg, trok hij er alleen op uit, zijn blaf herkende ik overal bovenuit. Maar Billie voelde me ook enorm goed aan. Ik ben een tijdje ziek geweest, hij week niet van mijn zijde. Hij lag ook altijd naar mij te kijken, alsof hij een oogje in het zeil hield.

Bij emotionele momenten voelde Billie haarfijn aan hoe moeilijk die voor mij waren, dan brachten we samen uren door op een bankje in de tuin. Dan moest ik mijn arm rond hem leggen en zaten we daar, Billie dicht tegen mij aan. Dat gaf me zoveel troost.

Maar op een dag, nu ruim twee jaar geleden, bleek dat Billie ziek was. Hij was fel vermagerd en de dierenarts zag in één oogopslag: die loopt op zijn laatste pootjes. Hij gaf Billie nog hooguit een paar maanden. Het zijn zes dagen geworden. We waren er nog niet uit of we Billie zouden laten inslapen of de natuur zijn werk zouden laten doen, toen de dierenarts na een moeilijke nacht de beslissing uit onze handen nam.

“Bij emotionele momenten voelde Billie haarfijn aan hoe moeilijk die voor mij waren. Dat gaf me zoveel troost”

Het was alsof mijn hart in twee brak, de hele straat heb ik bijeen gebruld. Een jaar lang heb ik mezelf ook verwijten gemaakt: had ik hier wel goed aan gedaan? De dierenarts overtuigde mij dat Billie de volgende dag niet gehaald zou hebben, maar toch: het schuldgevoel en de twijfels maakten mijn verdriet nog wat groter. Ik voelde mij weer een kind van zes dat haar mama nodig had, en gelukkig vond ik bij mijn ouders, die ook dieren gehad hebben, troost.

Maar behalve met hen, mijn zus en mijn schoonfamilie, vond ik het moeilijk mijn gevoelens te delen. Omdat ik uit ervaring weet dat veel mensen zo’n verdriet niet ernstig nemen. En misschien kwam er ook een stuk schaamte bij: wat zit ik hier te wenen om een hond, terwijl er elke dag zoveel mensen sterven? Ik had soms het gevoel dat ik niet echt recht had op dat verdriet of op de grootte ervan. Maar Billie was dertien jaar lang een deel van mijn leven geweest. En misschien kwam samen met het verdriet om hem ook dat over onze kinderloosheid weer naar boven.

Wat medeleven, alstublieft

Precies een week heb ik verdriet mogen hebben, dan moest het voorbij zijn, dat gevoel had ik tenminste. Ik voelde de behoefte om over hem te praten en uit te huilen, maar mensen praatten al snel om of over mijn verdriet heen. ‘Hij was toch maar een hond?’ zeiden ze dan. Of: ‘Koop een nieuwe, de asielen zitten vol.’ Razend werd ik ervan. Ik wilde geen nieuwe hond, ik wilde Billie terug!

Op den duur zweeg ik. Zelfs toen mijn vader maandenlang in het ziekenhuis lag, het verdriet mij boven het hoofd groeide en ik met een therapeut ging praten, zette die het verdriet om Billie op de laatste plaats, ná dat om mijn vader, mijn kinderloosheid en mijn wankele gezondheid. Ik kan mij wel ergens inbeelden dat huisdieren voor mensen met kinderen bijzaak zijn. Ik begrijp ook dat iedereen zijn eigen problemen heeft, maar toch: heb een beetje respect voor het verdriet van een ander.

“Ik voelde de behoefte om over hem te praten en uit te huilen, maar mensen praatten al snel om of over mijn verdriet heen”

Liefst had ik een kopje thee, een zakdoek en wat medeleven gehad. Mensen die naar me zouden luisteren als ik wil vertellen wat Billie allemaal uitspookte. Ook nu duikt het verdriet nog steeds op, maar buiten met een bevriend koppel dat net als wij geen kinderen heeft en honden verloren heeft, praat ik er met niemand over. Ik wil vermijden dat ik reacties krijg waar ik nog verdrietiger van word, en doe alsof het verlies een plaats gekregen heeft.

Jammer genoeg staat ons alweer nieuw verdriet te wachten, want onze hond Fien is ook ziek. Als ik dat vertel, krijg ik reacties als: ‘Tja, het is een oude hond, je weet toch dat dat kan gebeuren?’ Wellicht is het troostend bedoeld, maar liever zou ik hebben dat mensen straks zeggen: ‘Fien was echt een leuke hond.’ Maar ik weet: het gaat, net als bij Billie, niet gebeuren.

Dus zal ik afstand houden en mijn verdriet voor mezelf houden, al hoop ik door mijn hart hier op tafel te leggen, mensen meer nadenken over hun oordeel. Dat ze beseffen dat je huisdier verliezen een groot verdriet is.

Lydia verloor twee jaar geleden haar geliefde kat Joonas

Lydia (58): “Woest was ik, toen mijn kat Joonas stierf, nu twee jaar geleden. Waarom moest dit gebeuren? Waarom net Joonas? Iets wat diep in mijn hart zat, was weggerukt. Ik ben de tuin ingegaan en heb massas’s hout door de verhakselaar gejaagd. Ik voelde de behoefte om zelf ook dingen te vernielen, zo groot was mijn razernij.

Joonas kwam een jaar of tien geleden samen met zijn broer aangewaaid. Terraskatjes, zoals ze hier zeggen, achtergelaten door hun moeder. Doodziek waren ze, maar met zes maanden liefde, medicijnen en papflesjes heb ik ze erdoor gesleurd. En vooral Joonas in mijn hart gesloten. Hij was een bad boy, lief en schattig, maar héél eigenzinnig. Met zijn kwajongensstreken wond hij iedereen om z’n vinger en kreeg zo altijd z’n zin.

“Niemand vroeg eens spontaan: ‘Hoe gaat het nu met jou?’ Terwijl ik alleen maar wilde dat ze eens luisterden, meevoelden, beaamden wat voor een bijzondere kat Joonas was”

Maar toen Joonas op een dag begon te hoesten – hij was nog maar een jaar of acht – bleek dat zijn hartkamers te groot waren, een aandoening die een kat nog maar een paar weken of maanden te leven geeft. ‘Doe alsjeblieft iets!’ smeekte ik in gedachten. De dierenarts wilde me toch een beetje hoop geven en gaf geneesmiddelen mee, maar Joonas heeft nog maar vier maanden geleefd.

Na het afreageren in de tuin kwam het grote verdriet. Ik liep in huis rond, zorgde op automatische piloot voor de andere katten, kwam overal sporen van Joonas tegen… Ik wilde aan iedereen vertellen wie Joonas was en hoe leuk hij was. Hoe grappig, eigenzinnig en charmant. Maar ik merkte al snel dat niet iedereen daar open voor staat. Mensen zéíden wel: ‘Kom maar af, vertel het maar, we begrijpen je.’ Maar echt gevoeld heb ik het niet.

Al snel weet je: je kunt één keer zeggen dat je kat dood is, maar de tweede keer dat je erover begint, zeggen ze: ‘Ah ja’, en je ziet ze denken: daar is ze weer, we weten ondertussen wel dat Joonas dood is. En wat is het probleem eigenlijk, je hebt toch nog andere katten? Ze zeggen dat niet letterlijk zo, maar aanhoren je en beginnen meteen over iets anders, het weer bijvoorbeeld.

Niemand vroeg eens spontaan: ‘Hoe gaat het nu met jou?’ Terwijl ik alleen maar wilde dat ze eens luisterden, meevoelden, beaamden wat voor een bijzondere kat Joonas was. Al begon ik op den duur wel aan mezelf te twijfelen: ben ik zo’n gek kattenmens? Adoreer ik hem nu niet te veel? Zo voelt het alleszins niet voor mij.

Alles in een boek

Ik ben rouwtherapeute en ik weet: mensen zijn bang van verdriet. Zwijgen is vaak ongemak, niet weten hoe om te gaan met het verlies van de ander. Ik neem niemand iets kwalijk, maar toch, dat mensen zich niet zelfs maar een beetje openstellen voor mijn verdriet, vind ik heel raar. Het is het lot van veel rouwende mensen, vrees ik, een beetje genegeerd worden.

Ik snap ergens wel dat het ‘maar’ een kat is en dat het iets heel anders is als je een kind of een partner verliest. Maar zo groot als je liefde is, zo groot is het verdriet. En mijn liefde voor Joonas was héél groot.

Mijn grote geluk was dat ik in een schrijfklas zat. Mijn schrijfcoach was de enige die oprecht zei: ‘Ik vind dit erg voor u.’ Om dan een jaar lang mijn schrijfsels over Joonas, de blije momenten en het verdriet, te lezen en te corrigeren. Want dat werd mijn missie: dat iederéén Joonas leerde kennen, laten weten hoe fijn wij het hadden en hoe slim hij was.

“Zo groot als je liefde is, zo groot is het verdriet. En mijn liefde voor Joonas was héél groot”

Toen ik mensen vertelde dat ik een boek over Joonas aan het schrijven was, voelde ik weer het onbegrip en ongemak, maar zelf had ik het gevoel dat ik weer iets opbouwde, Joonas weer een beetje tot leven bracht. En ik kreeg ook hartverwarmende reacties: veel mensen vertellen me dat ze zich herkennen in mijn rouwverhaal, en ze vinden het goed dat ik hierover praat. Het mág, intens verdrietig zijn. Dat het boek ‘Veren uit de hemel’ er nu is, maakt me heel gelukkig.”

Lydia heeft ook een website: joonas.be

Lees het volledige artikel in Libelle 27/2022.

MEER LEZEN:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."