“‘Doe ze een rokje aan en ze draait wel bij’. Dat zeggen ze dan, maar zo werkt het niet”

Leen en Jan zijn trotse ouders van sam, die non-binair is

Sam werd geboren als meisje maar gaf als kleuter al aan zich noch meisje, noch jongen te voelen. Redactrice Els had een openhartige babbel met de ouders van Sam, nu zeventien, die graag vertellen over hun hobbelige zoektocht.

Eerst even dit
Een non-binair persoon voelt zich noch meisje, noch jongen. De voornaamwoorden die we gebruiken om non-binaire mensen aan te spreken, zijn anders dan de klassieke mannelijke of vrouwelijke voornaamwoorden. Voor non-binaire mensen gebruik je niet ‘hij’ of ‘zij’, maar ‘die’. En ‘hen’ en ‘hun’ in plaats van ‘hem’, ‘zijn’ of ‘haar’. Deze reportage is ook op deze manier uitgeschreven.

Sam is naar de gym, zus Lisa studeert boven, papa Jan komt van achter de computertafel en mama Leen houdt de hond des huizes in toom. Zo tref ik het gezin aan, met wie ik een warme babbel zal hebben over hun kind, Sam. Aan tafel met Jan en Leen ontstaat een gesprek over hun zoekende kind, over de nieuwe wereld van genderdysforie (wanneer je je niet thuis voelt bij het biologische geslacht dat bij de geboorte is toegewezen, red.) en de vragen en zorgen die zij als ouders hebben. Leen haalt de familie-albums erbij.

Leen: “In dit album zie je erg duidelijk de evolutie. Op de eerste foto’s is Sam een kleutertje met lange, blonde haren en staartjes, op de volgende pagina’s beginnen de foto’s met de korte kopjes. Sam was een jaar of drie en ging net naar de kleuterschool, toen we – zoals dat wel vaker gebeurt op die leeftijd – hen zelf hun kleding lieten kiezen. Het viel ons op dat die geen roze meer droeg, en ook geen jurkjes of rokjes. Dat zie je ook duidelijk op de foto’s uit die tijd. Sam werd steeds meer ‘one of the boys’. Die wilde voetballen, en wat ruiger spelen. Helemaal anders dan zus Lisa, die met poppenwagens rondliep en graag ‘moedertje’ speelde.

Eerst dachten we dat het misschien een fase was, we stonden er verder eigenlijk nooit echt bij stil

Sam sprak zich als kleuter ook vrij snel uit dat die zich een jongen voelde. Dat was nieuw voor ons. Eerst dachten we dat het misschien een fase was, we stonden er verder eigenlijk nooit echt bij stil. We hadden er ook geen negatieve gevoelens over, Sam was nog jong. Maar Sam bleef volhouden dat die een jongen was, en we voelden hoe diepgeworteld dit gevoel zat. Mijn man en ik wisten wel íéts van genderidentiteit, maar lang niet genoeg.

Als ouders wilden we alleen maar dat ons kind gelukkig was, en dus beslisten we om meteen hulp te zoeken, ook al was die nog jong en ook al wisten we nog niet welke richting dit verhaal zou uitgaan. We namen contact op met een kinderpsycholoog, en hoopten zo dingen uit te klaren. Want Sam is geen babbelaar, vindt het heel moeilijk om over dingen te praten. Dus we hoopten dat een psycholoog ons hierbij kon helpen.”

Plotse ommekeer

Jan: “Maar die eerste ervaring met de kinderpsycholoog was helaas een flop. Ze maakte Sam bang met haar vragen: ‘Je weet toch dat je om een jongen te worden spuitjes moet krijgen en geopereerd moet worden? En dat dat pijn doet?’ Daarna zei Sam ineens dat die geen jongen meer wilde zijn.

Die plotse ommekeer in het verhaal klopte naar ons gevoel niet. Tijdens een gesprek in de badkamer kwam het eruit: Sam durfde niet meer, na de sessies met de kinderpsychologe. Ik was zo boos op die therapeut, zulke dingen zeg je toch niet tegen een zoekende kleuter! Die vrouw had duidelijk niet de juiste ervaring, en dus gingen we aankloppen bij het Transgenderteam van het UZ Gent. Dat voelde meteen wél oké.

Leen en ik waren allebei bezorgd om reacties uit de omgeving, maar bij mij was die zorg toch nog iets groter

Zij zeiden ook onmiddellijk: van de honderd kinderen die hier komen, gaat er misschien één kind in transitie. Dat schetste meteen een genuanceerd beeld. Sam voelde zich er ook op hun gemak. We gingen er vaak langs, met periodes zelfs één keer per week.”

Leen: “Het werd almaar duidelijker dat we met Sam niet het ‘klassieke parcours’ zouden bewandelen. Ik ben gelukkig ruimdenkend opgevoed, had een nonkel die homo was en vertoefde als kind geregeld tussen hem en zijn vrienden. Dat maakte LGBTQIA+ iets natuurlijks, iets normaals voor mij. Maar sowieso voelde het voor ons allebei toch een beetje als afscheid nemen van het kind dat we tot dan toe hadden gekend.

Jan: “Mijn omgeving had meer tijd nodig om te wennen. Ik heb een nicht die lesbisch is, maar daar wordt niet over gesproken in onze familie. Mijn wereld was niet zo groot als die van Leen. Mijn vader was een goede man, maar wel van een andere generatie: als er ‘extravagante’ figuren in de buurt waren, keek hij raar op, of hij maakte er een opmerking over. Leen en ik waren allebei bezorgd om reacties uit de omgeving, maar bij mij was die zorg toch nog iets groter.”

Rokjes en poppenhoeken

Leen: “Mensen reageerden soms ook zó onbeholpen en bekrompen als we onze bezorgdheid met hen deelden: ‘Doe ze een rokje aan en die draait wel bij.’ Leerkrachten susten en zeiden: ‘Sam speelt in de poppenhoek, geen zorgen.’ Of: ‘Allemaal goed, zolang het mijn kind niet is.’ Dat moeten horen over ons kind, was een klap in ons gezicht. Het voelde telkens weer als een pijnlijk gebrek aan respect.

In die wereld groeide kleine Sam intussen verder op. In de lagere school had die het geluk enkele prachtige leerkrachten te hebben. Ik werkte zelf ook op Sams school. Met één leerkracht lag ik af en toe in de clinch over het werk – we hadden allebei een grote mond én een passie voor ons vak. Maar net zij toonde zich tegenover Sam zo behulpzaam en respectvol…

Best veel jongeren denken nu erg traditioneel. Dat baart me zorgen

Ze zocht informatie op en paste zich aan. Ze wilde ons kind op de best mogelijke manier benaderen en opvangen. Ik vond dat ongelooflijk, en tot vandaag word ik er emotioneel van. Als ik die collega zie, bedank ik haar nog altijd. Mensen als zij zijn een grote hulp geweest voor Sam en voor ons gezin.

Ik ben zelf ook veel beginnen te lezen over het onderwerp, genderidentiteit kan zo complex zijn… Eigenlijk zeggen die enggeestige opmerkingen veel over hoe weinig begrip en empathie er is voor alle verschillende genderidentiteiten. Terwijl het heel normaal is om je niet 100% vrouw of 100% man te voelen, er zijn veel mensen die dat zo aanvoelen.

Dan deden de Oude Grieken het beter, want binnen die cultuur waren verschillende relatievormen geen probleem. Ik dacht dat we nochtans ook in onze maatschappij op de goede weg waren, maar sinds corona lijkt de verdraagzaamheid zich versneld terug te draaien.

Jan: “Zelfs tieners zijn niet meer per definitie de ruimdenkende groep die ze ooit waren. Best veel jongeren denken nu erg traditioneel. Ook dat baart me zorgen. Een op de vier jongeren zou geweld op homo’s gerechtvaardigd vinden. Is dat niet zorgwekkend? En ja, sommige van onze kennissen zien we niet meer door foute uitspraken die ze deden over Sam.”

Heftige zoektocht

Jan: “Toen Sam naar het middelbaar ging, werd het nog lastiger. Er waren leerkrachten die maar bleven zeggen: ‘Meisje toch’… Dat stoorde Sam, en maakte hen opstandig. Sam ging de confrontatie aan, en bleef stuiten op onbegrip. Maar er kwam geen sorry van de leerkracht, het was zogezegd Sám die overdreef.

Het zorgde voor ingewikkelde jaren, waarin ons kind uiterlijk vrouwelijker werd, terwijl die dat niet wilde. Sam sloot zich steeds meer af. Wel vertelde die ons dat die op meisjes viel – maar dat was geen verrassing voor ons. Je kent je kind soms beter dan henzelf. Goed dat Sam dáár al uit was, maar die bleef wel nog altijd worstelen met het jongen-meisjegegeven. Sam wilde écht geen meisje zijn, wílde geen borsten…

Leen: In het ziekenhuis onderzochten ze Sams bloed om te zien of de puberteit eraan kwam en stelden ze puberteitsremmers voor, maar Sam wilde geen spuitjes. Wellicht een angst opgelopen na een ziekenhuisopname in hun kindertijd, die nog versterkt was tijdens de sessies met die ene kinderpsychologe.

Je identiteit is zoiets wezenlijks, en voor Sam was dat zo’n heftige zoektocht

De gesprekken in het UZ Gent verliepen ook moeizamer, de psychologe van het Transgenderteam kon niet meer tot Sam doordringen. Het was echt een heftige tijd. Sam worstelde, zat met veel vragen, vond hun plek niet, kon zichzelf niet zijn. Sam kon ook geen woorden vinden om te vertellen hoe die zich voelde. Het Transgenderteam vermoedde dat Sam ook autisme heeft.

Er was veel zwaarte en verdriet, en we maakten enkele echte dieptepunten mee – de wanhoop overweldigde Sam – en zowel Jan als ik maakten ons grote zorgen om ons kind. Je identiteit is zoiets wezenlijks, en voor Sam was dat zo’n heftige zoektocht. Maar hun gevoel, hun inborst een naam kunnen geven – ‘non-binair’, een term die Sam had opgepikt op TikTok – was een eerste stap in de goede richting.”

Jan: “Tijdens een videocall heeft Sam eerst aan de vader van Leen – die nogal streng en wat conservatief is – uitgelegd wat ‘non-binair’ is, en dan pas aan ons. Bij wijze van test, denken we. Als hun grootvader het aanvaardde, dan wij zeker ook. Ik had er eerlijk gezegd nog nooit van gehoord, maar snapte wel meteen waarom Sam zich erin herkende. Als non-binair hoef je niet te kiezen; Sam hoefde geen meisje te zijn, maar ook geen jongen. Daar kon ons kind zich heel erg in vinden. Vanaf toen vielen de puzzelstukjes meer en meer op hun plaats.”

Rolmodellen op sociale media

Leen: “Sam was er dan wel voor zichzelf uit, en ons gezin was ook mee met hun verhaal. Maar de buitenwereld blijft hard. Gelukkig vindt die op sociale media heel wat rolmodellen, waarin die zichzelf herkent. Zoals Charlie Dewulf, de extraverte regisseur die twee jaar geleden in De Slimste Mens vertelde dat die non-binair is. Of de non-binaire Australische comédienne Hannah Gadsby. Die mensen zijn zo belangrijk voor Sam, en helpen ontzettend.

Maar de vrouwelijke kenmerken blijven bij Sam voor onrust zorgen. Daarom gaat die naar de gym. In een gespierd bovenlijf vallen borsten minder op, hè… De klassieke man-vrouwopdeling blijft ook lastig, zoals bij toiletten buitenshuis – op de mannentoiletten voelt die zich aangestaard. Ook zwembaden zullen altijd ongemakkelijke plekken blijven. Sam is gek op water, dus die zwemt en draagt dan een zwemshirt. Maar het is elke keer weer een bron van stress voor ons kind.”

Ik snap ouders niet die hun kind buitengooien omdat het ‘anders’ is. Ik kan daar met mijn verstand niet bij. Maar het gebeurt wel

Jan: “Gelukkig zijn de reacties in onze dichte omgeving wél oké. De grootouders hebben begrip, zien vooral een kleinkind dat zich altijd al wat stoerder kleedde. Maar ze hebben het wel moeilijker met de voornaamwoorden. Dat gaat hen wat te ver, en dat mogen we af en toe horen ook. Zij zijn natuurlijk een andere generatie. En eerlijk gezegd, zelf verspreek ik me ook soms nog. Het is wennen, maar ik doe mijn best.

Leen: “We groeien erin mee. Ik heb het nog weleens over ‘de zussen’, maar ik roep bijvoorbeeld al niet meer ‘meisjes!’ als ik hen aan tafel wil, wel ‘kinderen’. Sam noem ik liefkozend ‘muis’, net zoals ik zus Lisa ‘Liezemieke’ noem. Lisa heeft ADHD, en dat vraagt ook aandacht en zorg, maar ik denk dat onze kinderen zich allebei gezien, gehoord en aanvaard voelen binnen ons gezin. En dat is ook onze missie als ouders.

Ik snap ouders niet die hun kind buitengooien omdat het ‘anders’ is. Ik kan daar met mijn verstand niet bij. Maar het gebeurt wel. Toch voelt het soms nog altijd als ‘wij tegen de rest’. In 97 landen is non-binair zijn vandaag de dag verboden. Waanzin. En het gaat niet de goede richting uit. Trump ontslaat transgenders in het leger, en in Indonesië zijn twee mannen gestraft met stokslagen omdat ze hand in hand liepen. Je moet vandaag goed nadenken of je bij gender als non-binair nog wel een ‘X’ wilt zetten, want dat kan zware gevolgen hebben. We zijn allemaal toch maar gewoon mensen?”

Verdraagzaamheid als missie

Jan: “Ik denk dat Sam en veel andere queer mensen de komende jaren nog vaak zullen moeten opboksen tegen andere meningen, en zullen moeten strijden voor hun rechten. Ik kom tijdens mijn hobby’s in contact met mensen met wie ik, behalve de passie voor sport, weinig gemeen heb. Eén keer ben ik de discussie aangegaan, en ik merk dat ik me erin verlies. Ik voel me dan zo boos worden. Sindsdien vermijd ik zulke gesprekken maar.”

Diversiteit is zo belangrijk. Ik maak er echt mijn missie van om kinderen van jongs af aan verdraagzaam te leren zijn

Leen: “Intussen strijden wij onze strijd. In september zijn we naar de Pride in Leuven geweest. Dat is een heel sterk symbool. Daar tonen we trots hoe verschillend je mag zijn. Het is ook iets waar ik in de school waar ik lesgeef, op hamer. Diversiteit is zo belangrijk. Ik maak er echt mijn missie van om kinderen van jongs af aan verdraagzaam te leren zijn. Zodat Sam – en iederéén – gewoon zichzelf kan zijn.”

Meer openhartige verhalen

Kristel schreef een pakkende brief aan haar overleden vader
Kristel schreef een pakkende brief aan haar overleden vader

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."