Guido’s kijk: maak kennis met onze nieuwe columnist

Guido Everaert is marketeer, reclameman, copywriter en lesgever. Hij heeft vier volwassen kinderen: Eline, Johannes, Lise en Marie, en ook een hond: Rufus. Guido is gescheiden en woont samen met zijn nieuwe liefde. In zijn tweewekelijkse column ontdek je hoe hij naar het leven kijkt.

Dag. En dank dat je mij wilt lezen. Ik ben nieuw hier. Mijn eerste schooldag ligt ver achter me, maar het gevoel van toen, heb ik nu ook. Minstens even zenuwachtig. Al dagen zit ik te zwoegen op dit verhaaltje, waar ik dat normaal op een halve dag kan afwerken. Ik ben immers niet aan mijn proefstuk toe. Maar toch. Ik mag schrijven voor ‘de Libelle’. En hopen dat de lezeressen dat dan goed genoeg vinden. En die lezeressen, dat zijn mijn moeder, mijn schoonmoeder, mijn vriendinnen, mijn schoonzussen, mijn dochters. Een mens zou van minder zenuwachtig worden.

“Ik ben een stuntelende man, ik ben lomp in mijn gevoelens, vergeet waar het echt over gaat. Maar ik bedoel het wel altijd goed”

Wat heb ik bij te dragen? Ik ben een onvervalste pleitbezorger van ‘de vent’. Niet van het machozwijn, de ongelikte beer, of de metroseksueel, of wat je verder nog aan categorieën mag hebben. Neen, ik hou van de stuntelende man. Omdat ik er zelf één ben. De man die van zichzelf vindt dat het allemaal wel meevalt, die zichzelf als een onvervalste held ziet, maar ondertussen verloren loopt, zowel letterlijk en figuurlijk. Geknepen tussen angst, trots en een beetje goedbedoelde dommigheid. Omdat wij niet altijd vatten hoe complex alles is. Omdat we het ook allemaal echt niet kwaad bedoelen. We zijn lomp in onze gevoelens, en onhandig in de vertaling ervan. Maar we menen het goed. Echt wel! Alleen vergeten we soms waar het over gaat, en verliezen we het doel uit het oog. We dichten onszelf superkrachten toe, maar worden ontzettend zenuwachtig als er drie, vier verschillende ‘projecten’ op ons afkomen. Kinderen van school halen, én eten maken en iets administratief doen… Het is een recept voor miserie.

De mama van mijn kinderen was ooit ziek. De avond voordien hadden we samen een film gezien waar een liefhebbende man zijn zieke vrouw een bord soep hielp uitlepelen. Om aan te sterken. Een erg liefhebbend beeld. Tenminste dat vond ik toch. Ik wilde dat ook doen. Mijn soep zou de lekkerste, meest aansterkende soep ooit zijn, en mijn echtgenote zou mij aanbidden als de meest fantastische man ooit. Ik wou – met daden – tonen dat ik haar graag zag. Ik deed de boodschappen niet zomaar in de supermarkt. Ik dweilde poeliers af, op zoek naar de beste kip. Ik keurde groenten op markten en in groentewinkels. Ik haalde een bos bloemen bij de beste bloemist van Gent en ‘en passant’ vertelde ik tijdens een borreltje aan een vriend wat ik allemaal zou doen. Het was ondertussen bijna middag. Thuisgekomen ging ik naarstig aan de slag. Ik haalde een kookboek erbij en – waarom niet – ik zou meteen maar voor een consommé gaan. En daar zou ik dan extreem fijn kwaliteitsvlees in snipperen. Ze zou zo blij zijn! Beetje jazz opgezet, glaasje wijn erbij, keukenschort voor gebonden en met uiterste zorg afgewogen, gesnipperd en aangefruit. De geur van verse soep in wording vulde het huis. Ik was dé man. Zorgzaam, en ontzettend trots op mezelf.

Tussendoor las ik wat, en deed kleine dingen in huis, zonder lawaai te maken want ik wou mijn eega uiteraard niet uit haar helende slaap houden. Mocht dat beeld niet helemaal duidelijk zijn: de deur van de slaapkamer was ‘s ochtends toe gegaan en zou pas opengaan wanneer ik met een prachtig bord dampende soep, de romantische scene zou naspelen. Dat leek mij een geweldig plan. Eens de bouillon voldoende getrokken had, ik alles geklaard en gezeefd had, begon ik de garnituurtjes (dat moet met een verkleinwoord) toe te voegen. Gemillimeterde blokjes groenten, fijne slierten kip, en rondjes bieslook. Een mooi dienbord, en ik was klaar voor mijn triomf. Ik deed de deur van de slaapkamer open, klaar om bejubeld te worden. Een kwaad geworpen sandaal miste me op een haar na. ‘Idioot! Ik heb honger en dorst en ik hoor alleen maar jazz! Wat heb jij al die tijd gedaan?’.
Het was ondertussen 19 uur…
‘Ik heb soep voor jou gemaakt…’
Dat soort man ben ik. Ik vergeet waar het echt over moet gaan, de zorg en het praktische, en ik ga op zoek naar grote idealistische en meestal verkeerd uitdraaiende goede bedoelingen.

De vrouw waar ik van houd, mijn vier volwassen kinderen, en mijn twee broers, ja zelfs mijn mama, ze kunnen er allemaal hoofdschuddend over meepraten. Ik sta vol in het leven, maar ik bots op mijn beperkingen. Mijn dromen zijn niet altijd die van mijn omgeving, en uit de reality check ontstaan de mooie, de grappige, de ontroerende verhalen, die ik graag met jullie wil delen. Zodat jullie de volgende keer bij de eigen hopeloze dromer kunnen beginnen met een bemoedigend schouderklopje. ‘t Komt wel goed, jongen, we begrijpen wat er echt in je hoofd gebeurt.’”

Lees ook:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."