Naaipatronen: hoe print en plak je een filterbaar pdf-patroon?
Om je het werk te verlichten, zijn onze nieuwste pdf-naaipatronen filterbaar op maat en kun je kiezen om de naadwaarde erbij af te drukken. Zo verspil je minder inkt, en vooral minder tijd.
Heb je een filterbaar pdf-patroon in onze naaipatronenbibliotheek gedownload en wil je meteen aan de slag? In deze handleiding vertellen we je hoe je stap voor stap te werk moet gaan.
Hoe filter je je pdf-patroon op maat?
1. Kies je maat
Bepaal eerst de juiste maat voor je creatie. Meet jezelf op en vergelijk je maten met onze maattabel. Meer info over hoe je jezelf correct opmeet, vind je hier.
2. Open de ‘layers’-functie van je pdf-patroon
Wanneer je je pdf-patroon in het programma Adobe Acrobat opent, klik je op het icoontje βlayersβ onderaan het verticale rijtje met symbolen links bovenaan.
In welk formaat print ik mijn patroon?
Onze pdf-patronen zijn opgemaakt in twee formaten:
- A4-formaat: om zelf thuis af te printen
- A1-formaat: om in de copyshop of via een patroonwebsite af te printen
Je kiest zelf in welk formaat je wilt printen. Ga je voor A4? Volg dan het stappenplan hieronder waarin we je uitleggen hoe je snel en eenvoudig je pdf-patroon thuis kunt printen.
1. Een A4-patroon printen
Een belangrijke stap is om je printer correct in te stellen. Print op 100%. Het kan zijn dat je printer standaard is ingesteld om zich aan te passen aan het papierformaat, waardoor alles een beetje bij elkaar geperst wordt.
Gelukkig bestaat hiervoor een handig trucje: gebruik het controlevierkant dat je op pagina 2 van je pdf-patroon vindt. Print pagina 2 af en meet het vierkant op.
Komen de afmetingen overeen met de afmetingen die op je pdf-patroon vermeld staan? Dan staan je instellingen juist.
Nu kun je je patroon printen.
2. Een A4-patroon plakken
Als je alles geprint hebt, ga je de patroondelen aan elkaar plakken. Neem schaar en plakband of pritt. Maak je tafel vrij zodat je alle ruimte hebt om je patroon te leggen. Controleer eerst het patroonschema aan het begin van je patroon. Zo weet je welke stukjes patroon je straks aan elkaar moet plakken.
Plak de eerste rij aan elkaar. We gebruiken handige referentiepunten op de patroondelen (de cirkeltjes met een kruis door) om aan te tonen dat er aan dat deel een ander stuk patroon moet geplakt worden.
Het gemakkelijkste is om altijd aan de rechterkant van je patroondeel langsheen de patroonrand te knippen. Dat deel plak je dan aan de linkerkant op het volgende blad, enzoverder.
Plak alle patroondelen aan elkaar. Is je patroon toch te groot voor je tafel? Plak dan alles in rijtjes vast en plak de rijen aan elkaar op de grond.
3. Kies de juiste maat
Ga niet zomaar uit van je confectiemaat, maar vraag eerst aan iemand om je lichaamsmaten te nemen en vergelijk ze met de maten uit onze maattabel.
Heb je je maat gevonden? Zoek dan de overeenkomstige stippellijntjes op het patroon en traceer ze duidelijk met een fluostift. Dat vergemakkelijkt het knip- en tekenwerk.
Als je je patroon in jouw maat hebt gefluoriceerd, kun je er nu naadwaarde bij tekenen. Volg hiervoor de aanwijzingen die in het patroon vermeld staan.
Knip nu alle delen inclusief naadwaarde uit je papieren patroon. Leg ze op je stof volgens onze tekening, speld ze vast en knippen maar!