
Take it slow: welkom op Corsica!
Samen met Visit Corsica
Het landschap van Corsica dwingt je om te vertragen. Slow toerisme zit immers in Corsica’s DNA. Want die eindeloze bochten, van bergpassages tot kronkelende kuststroken, laten je niet toe om snelheid te maken. Toegegeven, het is wat wennen in het begin. En al helemaal als je er een jachtige reis op zitten hebt. Je wordt dus misschien niet instant zen, maar geef het een half uurtje.
Na nog geen 10 kilometer van dat betere bochtenwerk ga je gegarandeerd vanzelf trager rijden en meer genieten. Alsof je met elke kilometer de stress van je afschudt. Leven in het moment, je leert het hier. En de eilanders tonen je graag hoe het moet. Wedden dat je bovendien geregeld op de rem gaat staan en je auto langs de kant zet om die vele panorama’s en geweldige uitzichten écht tot je te nemen? Groot gelijk!

Authentieke charme
Al cruisend of hikend beland je op tijd en stond in een van die vele mooie, verweerde dorpjes met hoge Instagramfactor. Het pittoreske Cargèse kijkt bijvoorbeeld vanop een heuvel uit over de kust, werd gesticht door nakomelingen van Griekse immigranten en heeft dus wat Griekse allures. Citadelstad Bonifacio, het meest zuidelijke punt van het eiland, laat je dan weer genieten van een azuurblauwe zee, scherpe kliffen en Italiaanse vibes. Denk aan verbleekte pastelhuizen en smalle steegjes. Sardinië bevindt zich dan ook op amper 50 minuten varen. Het charmante Osani serveert je ondertussen een glimp van het ongerepte Corsica. Wie moeite heeft met relaxen, ziet hier hoe het moet. Installeer je op een terrasje en doe zoals de Corsicanen zelf. Kijken, genieten en het dagelijks leven becommentariëren. Voor je het weet, zijn er uren verstreken.

Proeven van gastronomisch erfgoed
Want uiteraard moet je ook overal goed eten en drinken. Dus bestel je in het hooggelegen Sartène, zowat het prototype van het Corsicaanse dorp, wat lokale worst. Die Corsicaanse vleeswaren zijn gereputeerd. Gastronomisch erfgoed dat je in elk bergdorp geserveerd krijgt. De plaatselijke varkens gaan en staan hier immers grotendeels waar ze zelf willen en voeden zich daarbij met struikgewassen, kastanjes, eikels, wortels en ander lekkers dat hun pad kruist. En dat proef je. Carnivoren halen in Corsica dan ook hun hart op. Waag je dus aan de ‘figatellu’, een worst van varkenslever, de ‘lonzu’, wat varkensfilet omringd met een smakelijk vetlaagje en ‘salsicca’ of gekruide worst. Of liever wat vijgen met ‘prisuttu’, gepeperde en gezouten ham?

Ook visfanaten komen aan hun trekken op het wondermooie Franse eiland. Na een kuiertochtje langs vissersboten en plezierjachten in Saint-Florent of Propriano lonkt een terras. Langs de hele kustlijn vind je trouwens cafeetjes en restaurants die aziminu preparen. Deze Corsicaanse bouillabaisse wordt gemaakt met vissen die tussen de rotsen leven. Mag het nog wat meer zijn? Wat denk je van langoustines uit Centuri en Bonifacio of oesters en mosselen uit Diane en Urbino? Gisteren gevangen, vandaag al op je bord. En dan moeten we het nog over die beroemde Brocciu hebben. Deze frisse, romige kaas, gemaakt van schapen- of geitenmelk, bepaalt tal van lokale gerechten. Zoet of hartig, gecombineerd of op zijn eentje. Je merkt het, het eiland verlaten zonder lichte indigestie is gewoon ondenkbaar.
Ontdek meer van Corsica op https://www.visit-corsica.com/nl.
#Explore France