Vroege vogel Sven Ornelis

Door De Redactie
Ze houden beiden van het ochtendgloren. Maar de ene sport meer dan de andere. Radiopresentator Sven Ornelis (38) en vader André (64) aan de koffietafel.

Quote van de week: "Op mijn achttiende wilde ik priester worden."

Hamrolletjes met witloof en een heerlijke rabarbertaart, beiden van de hand van zijn mama, dat zijn de ingrediënten om Sven Ornelis gunstig te stemmen voor een gesprek over vroeger en nu. Met zijn drukke agenda lukt het niet vaak om binnen te springen in het ouderlijke huis, maar voor een gezellige babbel met zijn papa André maakt Sven graag een uitzondering. “Ik bel mijn ouders elke dag, als ik in de auto naar huis rij. Nu ik aan het wandelen geslagen ben, bel ik hen soms ook tijdens een lange wandeling. Het is jammer dat ik hen niet zo vaak zie, maar door dagelijks te bellen houden we een goed contact.” Vader André: “Dat zijn meestal heel gewone telefoontjes. ‘Geen nieuws?’ vragen we dan. En meestal is er geen nieuws.”

Hoe vieren jullie de feestdagen?

Sven: “Met de kerstperiode ben ik altijd een week op reis. Ik werk zoveel tijdens het jaar dat ik in mijn vakantie zo snel mogelijk op reis wil vertrekken. Op oudejaarsavond speel ik dj-sets, dus ook dan ben ik bezet. Daarom doen we ons traditionele feestje een week na Nieuwjaar.”

André: “Iedereen koopt cadeaus voor elkaar en ook mijn moeder komt. Zij is al 91 jaar en woont nog alleen.”

Sven: “Ze kookt zelfs nog elke dag! Vroeger deden we het feest ’s avonds, maar voor haar is het naar de middag verschoven.”

André: “Als kind trok ik jou en je broer altijd mee op de slee in de kerstperiode. We zijn zelfs eens in en sneeuwstorm terechtgekomen waardoor we met de auto terug zijn moeten komen!”

Sven: “Daar herinner ik me niks van. Ik weet wel dat ik het leuk vond dat papa als onderwijzer altijd vakantie had, samen met ons. En ’s nachts gingen we naar de middernachtmis. Doen jullie dat nog?”

André: “Ik heb daar niet meer zo een goed gevoel bij. Mensen komen daar vaak dronken binnen na hun kerstdiner, dan hoeft het voor mij ook niet meer.”

André, jij bent leerkracht in het eerste leerjaar. Heb je Sven op voorhand leren lezen?

André: “Nee, dat vind ik niet goed. De kinderen die op voorhand al kunnen lezen, zijn niet altijd de leukste leerlingen.”

Sven: “Ik heb wel bij papa in de klas gezeten. Eén keer hebben we daar problemen mee gehad, op de eerste dag. De klas had mij opgestookt om een liedje te zingen: De meester is een ezel, de meester is een ezel. Het was snel gedaan: ik vloog gewoon in de hoek!”

André: “Ik begreep natuurlijk dat de andere kinderen ons eens wilden testen. Ik heb hem in de hoek gezet, maar wel met een verborgen glimlach. (lacht) Sven was geen moeilijke leerling. Eigenlijk konden hij en zijn broer Arn de klik tussen meester en vader snel maken. Voor de poort spraken ze me aan met papa, na de poort met meester. Weet je dat ik strenger was voor hen? Ik wilde hen op geen enkele manier bevoordelen. Voor hen was het ook niet zo leuk dat ze thuis niks konden vertellen over hun schooldag aan hun papa, want ik wist alles al.” (lacht)

Sven: “En mama hielp ons met het huiswerk.”

André: “Ik had een spelbord getekend in de klas met daarop verschillende coureurkes. Elke coureur was een leerling. Als ze iets fout deden, zette ik hen een stap naar achteren, als ze iets goed deden, mochten ze vooruit. Sven stond meestal op de tweede of derde plaats.”

Het volledige interview met Sven Ornelis en zijn vader lees je in Libelle 49 (8 december 2011)

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."