
Cardigan
Dit hebt u nodig (maten 36-38/40-42/44-46)
De gegevens voor deze maten staan resp. vóór, tussen en nà de schuine strepen. Staat er maar één getal, dan geldt dit voor alle maten.
22/24/26 bollen van 50 g Nomotta Kadina Light Electric blue nr. 65
rondbreinaalden nr. 7 en 9, elk 80 cm lang
2 hulpnaalden nr. 5 en 7
1 maasnaald
7 knopen, doorsnee 2,7 cm
Gebruikte steken
Kruisopzet: zie kadertje. Brei bij dit model echter de terugg. nld. niet zoals beschreven av., maar in boordpatr. Boordpatroon: brei afwisselend 1 st. re., 1 st. av. Tricotsteek: brei de heeng. nld. re., de terugg. nld. av. Stekenverhouding: 10 x 10 cm in tricotst. met nld. nr. 9 = 10-11 st. en 16 nld. 10 x 10 cm in boordpatr. met nld. nr.9 = 12 st. en 16 nld. 10 x 10 cm in boordpatr. met nld. nr.7 = 15 st. en 16 nld.
Zo doet u het
Achterpand en voorpanden worden aan één stuk gebreid.
Achterpand en voorpanden: Zet 147/159/167 st. op in kruisopzet met nld. nr. 7 (36/39/41 st. voor rechtervoorpand, 75/81/85 st. voor achterpand, 36/39/41 st. voor linkervoorpand) en brei 4 cm (7 nld.) in boordpatr. Begin met een terugg. nld. Brei verder in tricotst. met nld. nr. 9. Brei op 12 cm (20 nld.) vanaf de boord verder in boordpatr. Brei na 18 cm (28 nld.) boordpatr. de zakingangen. Brei hiervoor in de heeng. nld. 6/8/9 st., kant 21 st. af (= rechterzakingang), brei 93/101/107 st., kant 21 st. af (= linkerzakingang) en brei 6/8/9 st. Leg de st. stil.
Binnenzakken: neem voor elk van de zakken aan de achterzijde van het werk 21 st. op met nld. nr. 7 uit de 1ste nld. van het boordpatr. op 6/8/9 st. vanaf de rand en brei in tricotst. Leg na 27 nld. de st. stil. Brei weer over het geheel in tricotst. met nld. nr. 9, te beginnen met een av. gebreide terugg. nld. als volgt: brei de 6/8/9 eerste st. van het linkervoorpand, brei de 21 stilgelegde st. van de 1ste binnenzak, brei 93/101/107 st., brei de 21 stilgelegde st. van de 2de binnenzak en de 6/8/9 laatste st. van het rechtervoorpand (= 147/159/167 st.) Brei na 14 cm tricotst. in een heeng. nld. (= 22ste nld.) 3/3/7 st. re., H haal de 2de en 1ste st. van de linkernld. samen re. af, brei 1 st. re. en haal beide afgehaalde st. over de reeds gebreide st. (= dubb.overh.), brei 3 st. re. Herhaal vanaf H 23/25/25x (brei alleen voor de 3de maat nog 4 st. re.) (= 99/107/115 st.) Brei verder in tricotst. Brei op 30 cm (48 nld.) vanaf het boordpatr. voor de armsgaten in een heeng. nld. 22/24/26 st., kant 6 st. af, brei 43/47/51 st., kant 6 st. af, brei 22/24/26 st. en leg daarna de st. stil.
Mouwen: Zet 32/34/38 st. op in kruisopzet met nld. nr. 7 en brei 4 cm (7 nld.) in boordpatr., te beginnen met 1 terugg. nld. Brei verder in tricotst. met nld. nr. 9.
Kant op 35 cm (56 nld.) vanaf de boord aan weersz. 3 st. af en leg de overige 26/28/32 st. stil. Totale hoogte = 54/55/57 cm.
Pas: voorpanden, mouwen en achterpand worden samengevoegd en verder gebreid in tricotst. als volgt (de buitenste steek aan weersz. van de mouwen merken i.v.m. de komende minderingen): brei in een terugg.nld. de 22/24/26 stilgelegde st. van het linkervoorpand, de 26/28/32 stilgelegde st. van de linkermouw, de 43/47/51 stilgelegde st. van het achterpand, de 26/28/32 stilgelegde st. van de rechte mouw en de 22/24/26 stilgelegde st. van het rechtervoorpand (= 139/151/167 st.)
Brei in de volgende heeng. nld. tot 1 st. vóór de 1ste gemerkte st. en maak een dubb. overh. Brei de 3 overige gemerkte st. eveneens een dubb. overh. Herhaal de dubb. overh. nog 10/11/13x in elke 2de nld. bij de gemerkte steken.
Kant tegelijkertijd op 34 cm (54 nld.) vanaf het boordpatr. aan weersz. 2 st. af voor de hals, kant daarna in elke 2de nld. nog 1 x 2 en 6/7/7x 1 st. af.
Kant op een totale hoogte van 79/80/82 cm (= 126ste /128ste/132ste nld.) de overige 31/33/33 st. af.
Kraag: Zet 9 st. op in kruisopzet met nld. nr. 7 en brei in boordpatr. Begin met een terugg. nld. Brei de kantsteken in de heeng. nld. steeds re., in de terugg. nld. steeds av. Meerder aan weersz. van de 2de, 4de en 6de nld. 1 st. naast de buitenste st. (= het dwarsdraadje re. of av.gedraaid breien, passend in het patr.) = 15 st.
Brei op een hoogte van 81/88/91 cm (130ste /140ste /146ste nld.) een knoopsgat: brei 7 st., maak 1 omslag, brei 2 st. re. samen, brei 6 st. Brei in de volgende nld. de omslag in boordpatr. Brei op een hoogte van 90/97/100 cm (144ste/156ste/160ste nld.) het 2de knoopsgat op dezelfde manier.
Minder op een hoogte van 95/102/105 cm (152ste /164ste /168ste nld.) en daarna nog 2x in elke 2de nld. aan weersz. als volgt: kantst., 1 enkele overh. (= 1 st. re. afhalen, 1 st. re. breien en de afgehaalde st. overhalen), brei tot de laatste 3 st., brei 2 st. re. samen, kantst. = 9 st. Er zijn 156/168/172 nld.
Het mazend ‘afkanten’ van de st. gebeurt als volgt: brei in de 3 volgende nld. alle rechte st. re. en haal alle averechte st. av. af met de draad voor het werk. Verdeel daarna de st. om en om over 2 hulpnaalden, neem de 2 hulpnld. eerst parallel, zet de rechte st. op de voorste, de averechte st. op de achterste hulpnld. Mas daarna met een maasnaald en een draad die minstens 3x zo lang is als de breedte van het breiwerk de st. aan elkaar (zie kader). Totale hoogte 98/105/108 cm.
Afwerking: span de delen op maat en laat onder een vochtige doek drogen.
Sluitbiezen: neem 95 st. op langs de voorrand van de voorpanden met nld. nr. 7 en brei in boordpatr. Brei in de 3de nld. (= terugg. nld.) van de rechtersluitbies 5 knoopsgaten, brei hiervoor 5x elke 13de en 14de st. re. samen en maak een omslag. Pas in de volgende nld. de omslagen in in het patroon. Brei in totaal 7 nld., kant daarna de st. mazend af zoals beschreven voor de kraag. Sluit de mouwnaden. Naai de kraag met aan elke kant een overstek van 13 cm in de halsopening en aan de bovenkant van de sluitbiezen. Naai de binnenzakken vast. Zet de knopen aan.
Mazend afkanten
Van achter naar voor door de 1ste st. van de voorliggende naald en dan op dezelfde manier door de 1ste st. van de achterliggende naald steken. Daarna bij de voorliggende naald van voor naar achter door de 1ste st. en van achter naar voor door de volgende st. steken. Nu bij de achterliggende naald van voor naar achter door de 1ste st. en van achter naar voor door de volgende st. steken. Nu afwisselend bij de voorliggende naald van voor naar achter door de vorige st. en van achter naar voor door de volgende st., dan bij de achterliggende naald van voor naar achter door de vorige st. en van achter naar voor door de volgende st. steken. Af en toe de reeds met elkaar verbonden st. van de naald laten glijden. Tenslotte van voor naar achter door de laatste st. van de achterliggende naald steken en het draaduiteinde afhechten.
Kruisopzet
De opzet wordt uitgevoerd met een enkele draad (= werkdraad) en met een dubbele draad (= hulpdraad) die minstens 2x zo lang is als de uiteindelijke opzetrand. Neem de werkdraad en het midden van de hulpdraad en maak de beginlus. Leg dan de draden zoals bij de gewone manier van opzetten om de vingers, de werkdraad om de wijsvinger en de hulpdraad van buiten naar binnen om de duim van de linkerhand.
Maak de 1ste steek op de gewone manier, dus steek de rechter naald onder het aan de buitenkant gelegen deel van de hulpdraad door tot boven de werkdraad en haal deze door.
Laat voor de 2de steek de duimdraad los en leg hem nu van binnen naar buiten om de duim. Steek de naald onder het aan de binnenkant gelegen deel van de hulpdraad door tot boven de werkdraad en haal deze door. Herhaal afwisselend de 1ste en 2de steek tot het gewenste aantal steken gemaakt is. Brei 1 teruggaande naald averecht en brei daarna verder volgens de beschrijving.
Tip
Als u nogal vast breit, zet de steken dan, zoals afgebeeld, op met 2 naalden, breit u echter erg los, zet dan op met slechts één naald.