voorgevoel

Bijzonder verhaal: hoe Femkes dochtertje aanvoelde dat er iets ergs was gebeurd

Door De Redactie

Misschien heb je het ook al meegemaakt: dat onbehaaglijke voorgevoel dat er iets ergs zal gebeuren. Of situaties die zich voordoen, waarvan je achteraf denkt: dat kan geen toeval zijn geweest, alsof er hogere machten mee gemoeid zijn. Femke maakte zoiets mee, met haar dochtertje van 2, die midden in de nacht moet hebben aangevoeld dat er iets ergs met haar oma aan de hand was. Femke schreef haar bijzondere en pakkende verhaal hier neer.

Ongerust gevoel

“Mama, ik kan niet slapen.” “Wat is er mijn kindje?”, vraag ik. “Ik weet het niet, mama, ik kan gewoon niet slapen.” “Heb je buikpijn? Doet je hoofd pijn?” “Nee, ik kan gewoon niet slapen.”

Het is twee uur ’s nachts wanneer Ayla mij voor het eerst wakker maakt. “Ga maar terug naar bed en probeer te slapen, het is zo laat”, zeg ik rustig. Even later staat ze weer aan mijn bed, weer zeg ik haar dat ze móét slapen. 3 uur: Ayla komt naast mijn kant van het bed staan en fluistert: “Mama, ik kan echt niet slapen.”

Ik geef het op en ga met haar naar beneden. Gelukkig bestaat er zoiets als baby-tv die 24 uur per dag uitzendt. Ik nestel Ayla in de bank met een dekentje en vraag me af wat er zou kunnen zijn. Ze is ruim twee jaar en kan zich gelukkig goed uiten, maar wat is er toch aan de hand met dit kleine meisje? Een ongerust gevoel sluipt stil over mijn lijf. “Heb je een slechte droom gehad?” Ze luistert niet, ze is gebiologeerd door een roze potlood dat het cijfer negen moet voorstellen op tv. Het is de nacht van 17 op 18 mei 2011, de nacht die mijn leven voorgoed zal veranderen.

“Om 5 uur zegt Ayla:
‘Mama, het is goed zo,
ik ga nu terug slapen”

Ik vecht tegen de slaap wanneer ik op de digitale klok van de oven 04:30 zie staan. Om 5 uur zegt Ayla plots: “Mama, het is goed zo, ik ga nu terug slapen.” Met volle verbazing zie ik mijn kind van twee jaar, haar knuffel vastgeklemd, de trap oplopen en de deur van haar slaapkamer sluiten. Verward ga ik ook liggen in ons warme bed. Rolf, mijn man, wordt wakker en vraagt wat er scheelt. “Niks, ga maar verder slapen,” antwoord ik.

“Mama heeft een hersenbloeding gehad”

De volgende ochtend om 07:30 uur gaat de telefoon: “Femke, niet schrikken, je mama heeft vannacht om twee uur een hersenbloeding gehad, ik bracht ze naar het ziekenhuis waar ze een heleboel onderzoeken deden. Om vijf uur was ze stabiel en nu ben ik thuis om even te douchen en schone kleren aan te trekken.” Ik spring uit bed en haast me naar beneden waar Rolf al bezig is met het ontbijt. Ik vertel hem snel wat er aan de hand is.

“Ik rijd nu naar huis!” roep ik nog. Mooi is het, dat je het huis waar je bent opgegroeid nog steeds als ‘thuis’ ervaart. Eigenlijk overleg ik niks, ik stap in mijn auto en rijd weg. Ik hoef me nergens zorgen over te maken want ik weet dat Rolf een fantastische papa is voor onze kinderen: Ayla en Lucy, die nog maar vijf maanden oud is, een klein mensje dus.

Ik moet anderhalf uur rijden vooraleer ik mijn vaders ongerustheid zie in zijn ogen. Mijn zus is al bij hem. “Luister, wanneer jullie mama hieruit komt, zit ze waarschijnlijk in een rolstoel. Wat op zich geen probleem is, omdat ik nadenk over een roestvrijstalen platform dat ik zal maken zodat ze makkelijk in en uit het huis kan”, vertelt papa ons. Een probleemoplossend en pragmatisch ingesteld man, dus. Dat doen mannen, daar zijn ze goed in. Niemand had ook maar één seconde rekening gehouden met wat komen zou.

Ergens ver weg

“Ik ben blij jullie te zien”, zegt mijn mama, wanneer we aan haar bed staan op de intensive care. Je kan duidelijk zien dat haar linkerkant volledig verlamd is en haar ogen knipperen op een vreemde manier. Maar ze is mijn mama, ik herken haar aan de warmte die ze uitstraalt. Wanneer mijn zus en mijn vader de kamer verlaten, ga ik even bij haar op bed liggen. “Mama, we zien je zo graag,” fluister ik in haar oor. “Ach kindje toch, ik zie jullie ook zo graag.”

19 mei 2011. “Femke, je moet NU komen”, gilt mijn zus door de telefoon. Na het bezoek aan mijn mama ben ik immers teruggereden naar mijn man en dochters. Het is half twaalf in de voormiddag en ik voel elke vezel in mijn lijf verstarren. Rolf regelt snel oppas voor de kinderen en samen zitten we een halfuurtje later in de auto. “Nu niet, God,” roep ik voluit, “het is NU de tijd niet, je mag haar nog niet van ons afnemen! Ze is nog zo jong en Lucy is nog maar een half jaar oud!” hoor ik mezelf roepen naar de grauwe lucht.

“Ik kan haar niet achterlaten.
Ik geef haar zoentjes
op haar hart”

Het volgende moment sta ik aan haar bed en herken ik niks meer aan haar. Ze is er niet meer, mijn mama, onze mama. Ze is al ergens ver weg ondanks het feit dat haar hart nog klopt. “Het is goed zo, lieve mama, ga maar, het is goed zo”, is het enige wat ik kan zeggen, en dat dertig keer. Stilaan zakt haar hartslag naar nul. Rechts staat mijn papa en Rolf die haar hand vasthouden, links staan mijn zus en ik. Dit is het einde. Het absolute einde. Het verdomde onverwachtse einde. Mijn zus en papa verlaten de kamer. Ik kan haar niet achterlaten. Ik geef haar zoentjes op haar hart.

Op 24 mei 2011 wordt An Fourneau gecremeerd met ‘Roll another one’ van Jasperina de Jong op de achtergrond. Wanneer ik ’s avonds mijn dochters afsop in bad, zegt Ayla: “Mama, ik hoef geen luier meer aan, ik ben vanaf nu een grote meid.” Vol zelfvertrouwen stapt ze uit bad en trekt haar pyjama aan. “Het is goed zo, mama”, zegt ze vol trots.

Lees meer:

 

 

 

 

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."