Annick

“Het kneden van klei vraagt aandacht en geduld. Voor het eerst in lange tijd kan ik genieten van traagheid”

Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.

Over het zen-effect van keramiek maken

Een beetje beteuterd sta ik met twee borden in mijn hand. Ik maakte ze vorige week en ze moesten zwart zijn, maar ze zijn groen uit de oven gekomen. Keramiek glazuren is scheikunde. Ik maak mijn keramiek in een atelier en zij bakken dan wat ik maak. Van dat bakken weet ik niet veel, alleen dat de klei een rol speelt, het glazuur uiteraard, de temperatuur van de oven en hoe snel hij afkoelt.

Sinds ik jaren geleden voor het eerst het pikzwarte aardewerk uit Colombia zag, droom ik ervan om zelf keramiek te leren maken. Kommetjes, koppen en borden voor in mijn keuken, het leek me het einde. Een workshop keramiek is een van de eerste dingen waarvoor ik me inschreef na mijn ontslag. Eindelijk had ik daar tijd voor.

Ik was er eerder al twee keer aan begonnen. De eerste keer maakte corona voortijdig een einde aan de lessenreeks en de tweede keer werkte ik nog te veel en te laat om het vol te houden. Ik moest er ook een flink eind voor rijden. En om heel eerlijk te zijn, vlotte het ook niet zo goed.

Met klei werken aan een draaitafel vraagt geduld en rust. Ik probeerde altijd heel erg hard om dat geduld en die rust uit te stralen, maar als je vanbinnen niet rustig bent, dan wil de klei niet mee. Een van mijn vorige leraren zei me dat ik te resultaatgericht was. Ik zat aan de draaitafel en wilde eigenlijk gewoon zoveel mogelijk stuks maken in die paar cursusweken. Maar zo werkt het niet. Ik moest geduldig zijn met de klei, anders zou de klei niet doen wat ik wilde.

Ze noemden me ‘Madame Aperitief’ in de les omdat ik alleen maar kleine potjes maakte

Ik draaide en draaide en vocht met hompen klei die, wanneer ze eindelijk vorm kregen, weer instortten. Hop, een nieuwe bol op tafel en een nieuw gevecht. Ik maakte een paar kleine, dikke potjes waar wat nootjes in kunnen. Ze noemden me ‘Madame Aperitief’ in de les omdat ik alleen maar kleine potjes maakte. Vroeger zou het me enorm frustreren dat ik de techniek niet perfect beheerste. Nu vond ik het alleen maar jammer dat het aan de draaitafel niet wilde lukken. Het bevestigde het idee dat ik over mezelf had als een heel onhandig iemand.

Ik bewonderde mijn medecursisten die schijnbaar zonder moeite een heel servies bij elkaar draaiden oprecht, maar ik stopte ermee. Gelukkig ben ik nu opnieuw begonnen. Bij mij om de hoek in Brussel is er een Franstalig atelier. Ik ga er te voet naartoe. Het afgelopen jaar volgde ik er verschillende workshops en leerde ik andere technieken die me beter liggen dan het draaien.

Het waren fijne avonden met soms grote spraakverwarring, want ik kende veel keramiektermen niet in het Frans. Dat zorgde voor de nodige hilariteit, maar ik kreeg wel de basis onder de knie. Deze zomer keek ik veel naar YouTube-filmpjes over keramiek en kocht ik twee boeken. Ik volg geen les meer, maar zowat elke week reserveer ik een paar uur voor een vrij atelier om te experimenteren.

Zodra ik in het atelier aan de tafel ga zitten, daalt er een soort rust over me heen. Ik neem de tijd om mijn spullen uit te stallen, snij een blok klei af en begin te kneden. In mijn hoofd overloop ik wat ik wil maken en hoe ik te werk zal gaan. Het kneden duurt een tijdje, want de klei moet soepel zijn en zonder luchtbellen.

De traagheid en zorgvuldigheid waarmee ik deze handelingen uitvoer, zijn nieuw voor mij. Maar ik geniet ervan

Voor het eerst in lange tijd geniet ik van traagheid. De traagheid en zorgvuldigheid waarmee ik deze handelingen uitvoer, zijn nieuw voor mij. Rond mij zitten andere vrouwen aan hun projecten te werken. We praten weinig. Iedereen is geconcentreerd bezig met zijn werk. Ik rol de plakjes klei uit en begin ze aan mekaar vast te hechten. Het zijn allemaal trage technieken: plakken, uitsmeren, afwerken. Ik kan niets forceren, want elke fout kan ertoe leiden dat je potje kapot gaat in de oven.

Mijn stukken zien er nog altijd wat ruw uit, maar dat vind ik niet erg. Mijn handen maken iets wat in mijn hoofd zit. Misschien is dat wel het helende van klei. Ik zit vaak vast in mijn hoofd en hier haal ik er dingen uit. Meer dan potjes en kommetjes, misschien ook een paar muizenissen. Ik blijf dicht bij mezelf en voel hoe fijn ik het vind om dingen te creëren, om zelf uit te zoeken waar de grenzen liggen. En als de kleur dan eens tegenvalt, beschouw ik dat als deel van het experiment.

Meer lezen van onze columnisten:

Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."