Hannelore

Uit het hart van Hannelore: “‘Ik wil twee vriendjes’, zegt Polly. ‘Als er dan eentje doodgaat, heb ik er tenminste nog eentje over'”

Hannelore Bedert (37) is singer-songwriter en auteur. Ze heeft 2 kinderen, Hoppe (11) en Polly (5). Ze verloor in 2019 haar man Stijn. 

Reserveman

Polly zit aan ons keukeneiland en kijkt met grote ogen naar mijn handen. “Niet in je vingers snijden, mama!”, roept ze af en toe verschrikt, terwijl ze haar handjes voor haar ogen houdt. “Dat is een héél groot mes”, zegt ze, waarna ze met angstige oogjes haar hoofd schudt als ik vraag of ze het eens wil proberen. Ik zeg haar dat we ’t samen zullen doen, dat ze sowieso nog niet in haar eentje zo’n scherp mes mag gebruiken, maar ze laat het liever aan mij over. Grote messen zijn eng.

“Waarom snij je alles zo klein, mama?” Ik antwoord dat ik het lekkerder vind als groenten fijngesneden zijn in een slaatje. Bij het woord ‘slaatje’ haalt ze even haar neus op. Sla vindt ze vies. En voor konijnen. Ze zegt het terwijl ze ondertussen de helft van een komkommer binnenspeelt. Of een komkommer dan niet voor konijnen is, vraag ik. “Komkommers zijn voor Polly’s”, giechelt ze. Terwijl ik de paprika in nog kleinere blokjes verdeel, zeg ik dat ik het ook heel rustgevend vind om grote stukken groente in kleine stukjes te snijden.

Zowel de handeling als het resultaat vind ik fijn. Het constante fijnhakken met het mes, de voorzichtigheid (voor de vingers), maar ook de snelheid. Vroeger lachte ik met vrienden die aan ‘foodprepping’ deden, ik begreep niet goed waarom zoveel voorbereiding nu per se nodig was. Nu zorg ik in het weekend met veel liefde voor een frigo vol potjes met voorgesneden groenten en ander voedsel, zodat ik de daaropvolgende dagen de potjes maar uit de frigo heb te nemen om een maaltijd klaar te maken.

“‘Ik ben getrouwd, mama’, zegt Polly ineens”

Een mens moet doen waar hij zich goed bij voelt, vind ik. En als ik gelukkig word van voorgesneden groenten, dan is dat maar zo. Stiekem vind ik het overzichtelijke gedoe van al die potjes in de koelkast ook heel plezant. Het is een afwijking waarschijnlijk, maar ik omarm mijn afwijking met liefde. “Mooie kleurtjes”, zegt Polly wanneer ik de groene, rode en gele paprikastukjes bij elkaar voeg. “Een feestbordje met groentjes”, knik ik, waarop ik haar vraag of ze een hapje wil proeven, goed wetende dat ze haar neus zal optrekken. Ze geeft geen antwoord, zwaait alleen even met de komkommer in haar hand.

“Ik ben getrouwd, mama”, zegt ze ineens. “O ja?”, vraag ik geamuseerd. “Getrouwd?” “Ja”, zegt ze. “En eigenlijk wist je dat al, maar je hebt gewoon niet geluisterd.” Ze zegt het vermanend, maar met pretlichtjes in haar ogen. “Ik heb het gisteren al verteld, in de auto, maar je was niet aan het luisteren.” Als ik zeg dat ik wel geluisterd heb, maar misschien niet alles tot in het kleinste detail heb gehoord, draait ze even met haar oogjes.

Dat ik op dat moment de auto door de gietende regen moest zien te loodsen, op een autostrade zonder straatverlichting, met tetterende kinderen op de achterband, vindt ze geen argument. Mama’s moeten altijd luisteren. “Ik ben dus getrouwd”, zegt ze, nog net niet zuchtend. “Met Jack.” Voorzichtig leg ik het mes neer, was mijn handen en veeg ze droog aan de handdoek. Polly kijkt geduldig naar elke beweging, alsof ze weet dat ik nu helemaal klaar ben om aandachtig te luisteren. “Waarom was ik er niet bij, op dat trouwfeest?”, vraag ik.

“‘Maar ik heb een probleem, mama’, zegt ze. ‘Eigenlijk ben ik ook een beetje verliefd op Elias'”

Die vraag had ze niet zien aankomen. Ze lacht. “Maar er komt nog een groot feest! En dan ben jij ook uitgenodigd!” In een flits zie ik de typische frons op haar voorhoofdje. “Maar ik heb een probleem, mama”, zegt ze. “Eigenlijk ben ik ook een beetje verliefd op Elias.” (Omdat ze de namen net iets stiller zegt dan de andere woorden, schrijf ik hier andere namen. Privacy en zo.) “Dus je bent getrouwd, maar ook nog verliefd op een ander kindje?”, vraag ik. “Waarom wil je er twee?”

De laatste hap komkommer wordt naar binnen gewerkt en dan zegt ze resoluut: “Dat is toch heel simpel, mama. Als er dan eentje doodgaat, heb ik er tenminste nog eentje over. Dan ben ik niet alleen.” Daarna wipt ze van de barkruk. En terwijl ze de keuken uit huppelt, denk ik: lap, dat ik daar niet eerder aan heb gedacht.

LEES MEER VAN HANNELORE BEDERT:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."