Hannelore

Uit het hart van Hannelore: “Het geluid waarmee de borden tegen mijn tuinmuur uiteenspatten, geeft troost”

Begin 2019 verloor Hannelore plots haar grote liefde Stijn aan hartfalen. In haar columns vertelt ze elke week over haar leven als jonge weduwe met twee kinderen.

Scherven

Na het fietswielongeluk duurt het een tijd voor Polly’s voetje zin heeft om te genezen. Na een week kan ze er nog steeds niet op stappen, maar met moeite en snoepjes zet ze uiteindelijk enkele pasjes. Polly is een meester in het regelen van omkoperij, maar voor één keer zie ik het door de vingers. Dat ze echt pijn heeft, is overduidelijk. De grootouders geven het extra duwtje, waardoor ze na hinken ook weer wat stapt.

Bij de dokter moet het verband opnieuw van haar voetje af en is het meteen duidelijk hoe slecht de wonde geneest

Ik begon al wat de moed te verliezen, probeerde werk, ziekenboeg en opvang te combineren en stootte al snel op mijn grenzen. Alleenstaande ouder zijn, het is me wat… Bij de dokter moet het verband opnieuw van haar voetje af en is het meteen duidelijk hoe slecht de wonde geneest. Ik ben blij dat Polly zelf weigert te kijken, want ik wil ook mijn blik afwenden. En ook de dokter kijkt bedenkelijk.

Het daaropvolgende geschreeuw van Polly is hartverscheurend en er zit niets anders op dan haar op de tafel vast te houden terwijl de dokter de wonde nogmaals ontsmet, schoonmaakt en verzorgt. Polly huilt als een gewond dier en slaat om zich heen. Af en toe zie ik haar bleek worden en de angst voor wat dit met haar hartje doet, besluipt me ogenblikkelijk.

Ik hoor een vrouw zeggen: “Allee zeg, zo groot al en nog in een buggy”. Dat Polly met een verbonden voetje in die buggy zit, heeft ze uiteraard niet opgemerkt

Nadien probeert de dokter Polly uit te leggen dat die verzorging nog wel even nodig zal zijn, dat het niet anders kan. Polly schudt haar hoofdje, kijkt mij voortdurend angstig aan en barst opnieuw in tranen uit. Ik wil meehuilen, maar ik hou me in. Wanneer ik de huisartsenpraktijk buitenstap en de buggy met Polly erin voor me uitduw, hoor ik een vrouw tegen haar man zeggen: “Allee zeg, zo groot al en nog in een buggy.”

Ik kijk het koppel verbaasd na en probeer er mezelf van te overtuigen dat ik het niet goed gehoord heb. Er is echter geen enkele andere buggy in de buurt te zien, de vrouw moet dus wel iets over óns gezegd hebben. Dat Polly met roodomrande oogjes en een verbonden voetje in die buggy zit, omdat stappen te veel pijn doet, heeft die vrouw uiteraard niet opgemerkt. Ik voel de neiging iets naar haar achterhoofd te gooien, maar ik hou me in.

Onderweg naar huis passeren we een bankje in het gras. Ik heb een cadeautje voor Polly voorzien, om de pijn wat te verzachten, en het lijkt er me de ideale plek voor. De verdrietige oogjes van Polly lichten meteen wat op. Wat verderop zitten enkele volwassenen in het gras, leeftijdgenoten. Ze praten luid, zo luid dat ik niet anders kan dan het gesprek volgen, ook al probeer ik me te concentreren op het enthousiasme van Polly, die even vergeet dat haar voetje pijn doet.

Een tijd geleden kreeg ik de tip me oude borden aan te schaffen en die stuk te gooien als ik me eens wilde afreageren

Het viertal – twee mannen, twee vrouwen – is luidkeels hun beklag aan het doen over de zomervakantie, over het feit dat “die in het onderwijs het weer makkelijk hebben”, over de kinderen die te weinig slapen, te laat in hun bed willen en te vroeg wakker worden. Ze klagen over gebrek aan tijd voor zichzelf, over de partner die niet genoeg thuis is, ze klagen over elkaar en over zichzelf. Het tempo waarmee ze de ene klaagzang na de andere afsteken, is onvoorstelbaar.

Ik kijk naar Polly, aai over haar hoofdje en voel een combinatie opkomen van tranen, frustratie én de slappe lach. Maar opnieuw hou ik me in. Een tijd geleden stuurde iemand de tip me een stapel oude borden aan te schaffen en die tegen een muur stuk te gooien als ik me eens wilde afreageren. Ik had lachend gezegd dat ik dat zou doen, maar voorlopig kwam het er niet van.

Wanneer Polly ’s avonds eindelijk in slaap is gevallen, haal ik in de berging de scherven boven van twee borden die de afgelopen week uit mijn handen glipten en ga er in de tuin mee voor een muur staan. Ik deed het nooit eerder en gooien met scherven is waarschijnlijk anders dan gooien met volledige borden, maar het geluid waarmee de scherven in nog kleinere stukjes tegen de muur uiteenspatten, blijkt ontzettend troostgevend.

Als ik na de zoveelste scherf een deur hoor opengaan bij de buren, hou ik even mijn adem in. Dan hoor ik hoe de deur weer dichtgaat, lach en gooi opnieuw scherf na scherf tegen de tuinmuur. Ik. Hou. Me. Niet. In.

LEES MEER VAN HANNELORE BEDERT:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."