Koen

Koens column: “In Frankrijk ving hij schorpioenen. Hier staart Kwinten een halfuur naar een egel in het gras”

Koen Strobbe (57) keert na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.

Heel veel dingen in het leven worden bepaald door gewoontes. En die zijn overal anders. Zo bleef Kwinten onlangs een halfuur lang totaal gebiologeerd naar een jonge egel kijken die, iets te vroeg wakker geworden uit zijn winterslaap, rondjes in het gras draaide. Zo’n egel was nieuw voor hem. In de Zuid-Franse garrigue kom je niet veel egels tegen.

“In Frankrijk pakte Kwinten ringslangen gewoon beet. Als tienjarige kon hij echt genieten van zijn status als plaatselijke Crocodile Dundee”

Aan de andere kant was hij in Frankrijk dan weer wel andere beestjes gewend, die hier in België minder vaak te zien zijn. Rond de wijnboerderij kropen wel wat ringslangen. Niet gevaarlijk, maar wél lang en imposant. Als er vrienden uit België op bezoek waren en een uit de kluiten gewassen exemplaar ons wandelpad kruiste, stoof heel het gezelschap uiteen, terwijl Kwinten zich gewoon bukte en de slang achter de kop beetpakte. Als tienjarige kon hij echt genieten van zijn status als plaatselijke Crocodile Dundee.

In de zomer zaten er ook weleens schorpioenen in huis. We hadden hem verteld dat alle horrorverhalen over die beestjes schromelijk overdreven waren, en dat een prik niet meer pijn deed, en niet gevaarlijker was, dan een fikse wespensteek. Dus was hij niet bang en ving de gifprikkers met een glazen pot, om ze in zijn slaapkamer een tijdje te bestuderen en ze dan weer vrij te laten. Ook dat joeg Belgische leeftijdgenootjes de stuipen op het lijf.

Maar hier kijkt hij dus totaal verwonderd naar een doodgewone egel. Ik vind dat mooi en ontroerend, die verwondering, en tegelijk vraag ik me af hoelang ze nog zal duren, want ooit wordt ook wat nu nog nieuw is gewoon weer doodgewoon. Terwijl echte verwondering iets onbeschrijflijk magisch heeft.

Ik herinner me nog het gevoel dat Ilse en ik hadden toen we twintig jaar geleden voor het eerst een vaste stek in Frankrijk hadden: die geuren en kleuren, de mensen, de overweldigende natuur en het intense licht. Je voelde een soort verliefdheid in je buik en je hart. En dat gevoel heeft eigenlijk best wel lang geduurd, jarenlang. Telkens als we eens twee weken terug naar België waren geweest, voelde ik ze even intens opnieuw, die kriebels van ons nieuwe leven.

Ilse noch ik kunnen de vinger leggen op het moment waarop die verwondering, ongemerkt en in etappes, verdween, maar op een gegeven moment stelden we allebei vast dat we het Zuid-Franse leven zo gewoon waren dat het een ‘alledaagse routine’ geworden was. We konden er echt weemoedig van worden als we onze gasten in de B&B’s op het terras zagen dromen, uitkijkend over de glooiende wijngaarden in de avondzon en de explosie van kleuren aan de schemerende horizon, zuchtend hoe mooi ze alles vonden.

“Vermoedelijk kun je enkel écht appreciëren wat je hartstochtelijk hebt moeten missen”

“Ik zou er geld voor willen geven om dat gevoel van onze pioniersdagen hier nog eens terug te krijgen, al was het maar voor vijf minuten”, zei Ilse me dan. Als we onze gasten tijdens de gezellige lange tables d’hôtes probeerden uit te leggen dat ook het leven als God in Frankrijk op den duur went, zag je enkel ongeloof in hun ogen. “Maar nu we al zolang uit België weg zijn, kan ik dat gevoel wél weer hebben als ik in België zo’n moderne grote bioscoopzaal binnenloop, want hier heb je enkel van die kleine zaaltjes, en alle films worden gedubd”, antwoordde ik dan. Wat bij de gasten alleen maar tot meer meewarige blikken leidde.

Vermoedelijk kun je enkel écht appreciëren wat je hartstochtelijk hebt moeten missen. Op dit ogenblik zijn die hartstocht en enthousiaste verwondering over onze terugkeer er nog steeds. De nabijheid van de familie, de herontdekking van plekjes en gewoontes. Het herwonnen contact met vrienden. Het is nog altijd alles behalve routine, en alle drie kunnen we daarvan nog enorm genieten.

“Maar heel af en toe schiet de flits door m’n hoofd dat vroeg of laat de normaliteit er terug aankomt,” zeg ik tegen Ilse, “en dat we alles van ons nieuwe leven hier weer helemaal ‘gewoon’ gaan zijn en dat de kriebels verkruimelen.” Ilse knijpt in mijn wang, kijkt naar de lucht en glimlacht: “Maar nu nog niet, hoor. Want straks is de lente daar weer: kriebels gegarandeerd!”

LEES MEER VAN KOEN STROBBE:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."