draagmoeder
Van links naar rechts: Greet, Nova, An. © Ann De Wulf

An was draagmoeder voor haar schoonzus Greet

An bracht het dochtertje van haar broer en schoonzus ter wereld; haar nichtje Nova mocht groeien in haar buik. Een ontroerend en wonderlijk verhaal.

Draagmoederschap kan zó mooi zijn

Dit vertelt An

An (44): “Als ik het verhaal van mijn draagmoederschap aan mensen probeer uit te leggen, kijken ze soms verwonderd op. Het is ook nogal ingewikkeld: drie jaar geleden heb ik het kindje van mijn broer Karl en zijn vrouw Greet op de wereld gezet, gemaakt uit zijn zaadcel en haar eitje.

En het wordt nóg vreemder, want eigenlijk hebben Karl en Greet me nooit gevraagd of ik hun draagmoeder wilde zijn. Ik ben zelf met dat voorstel afgekomen. Tijdens een avondje uit had Greet me openhartig haar verhaal uit de doeken gedaan: dat ze sinds haar zware fietsongeval geen kinderen meer kon krijgen, en dat ze dus op zoek moest naar een andere manier om een kind op de wereld te zetten, bijvoorbeeld via een draagmoeder. Haar verhaal trof me diep, ik merkte dat ik het daarna niet zomaar van me kon afzetten. Ik was zelf mama van twee dochters, dus ik wist hoe prachtig dat was, je eigen kind op de wereld zetten en zien opgroeien.

“Wat betekenden die negen maanden nu voor mij, als ik mijn broer en schoonzus daarmee een cadeau voor het leven kon geven?”

Greets complexe kinderwens liet me niet meer los. Ik bleef maar denken: hoe jammer zou het zijn als deze twee mensen, die ik doodgraag zie, geen kindje kunnen krijgen? Hoe langer ik erover nadacht, hoe minder ik voor mezelf kon verantwoorden waarom ik níét hun draagmoeder zou worden. Wat betekenden die negen maanden nu voor mij, als ik Karl en Greet daarmee een cadeau voor het leven kon geven?”

Na twee jaar groen licht

Ik nam een ingrijpend besluit voor mezelf: nu mijn eigen gezinsgeluk compleet was met twee schatten van dochters, zou ik draagmoeder worden voor Karl en Greet. Natuurlijk moest ik mijn beslissing nog aftoetsen bij Dirk, mijn partner. Gelukkig stond hij bijna meteen achter me. Ook mijn twee dochtertjes (nu tien en zes) reageerden alleen maar positief toen ik hen vertelde dat er misschien een baby in mijn buik zou groeien, maar dat dat geen zusje of broertje voor hen werd.

Toen ik zeker wist dat mijn gezin me steunde, ben ik zelf op Karl en Greet afgestapt. Ik wist dat ze stiekem heel graag een kindje wilden, maar dat ze die beladen vraag niet snel zelf zouden stellen. Omdat de tijd stilaan begon te dringen – ik was toen al negenendertig – besloot ik het onderwerp zelf op tafel te gooien: ‘Wat denken jullie, zullen we samen proberen een kind op de wereld te zetten?’

Karl en Greet reageerden meteen enthousiast, maar al tijdens ons eerste bezoek aan het ziekenhuis werd dat enthousiasme flink getemperd. Het ziekenhuis hanteerde strenge voorwaarden om aanvaard te worden als wensouders en draagmoeder. Bovendien zouden we ons eerst door een ellenlang voortraject moeten worstelen: psychologische screenings, medische onderzoeken, juridisch opzoekwerk…

Karl en Greet zouden hun kindje nadien ook nog eens van mij moeten adopteren. Een complex proces, waarbij we afhankelijk waren van het oordeel van een groep rechters. Dat voortraject was hard, maar we waren vastbesloten om door te zetten. Dus worstelden we ons samen door de aartsmoeilijke vragen in het verplichte geboorteplan: Hoeveel ivf-pogingen gingen we ondernemen? Wat als er ondertussen iets met Karl en Greet gebeurde? En als er zich tijdens de bevalling een noodsituatie voordeed, wie moesten de dokters dan redden: mij of het kindje?

“De weken tussen de eerste ivf-poging en het moment dat ik een zwangerschapstest kon afnemen, leken wel eeuwen te duren”

Na twee lange jaren kregen we eindelijk groen licht van het ziekenhuis en konden we aan ons zwangerschapstraject beginnen. De weken tussen de eerste ivf-poging en het moment dat ik een zwangerschapstest kon afnemen, leken wel eeuwen te duren. Ik was me hyperbewust van mijn lichaam, zocht voortdurend naar zwangerschapssignalen: was het gelukt? Diep vanbinnen voelde ik dat het antwoord ‘ja’ was, maar ik wilde Karl en Greet geen valse hoop geven, dus wachtte ik nog op de zwangerschapstest…

Toen die positief bleek, waren we alle drie sprakeloos, maar dolgelukkig. Karl en Greet zouden mama en papa worden! De negen maanden daarna hebben we heel bewust samen beleefd. Karl en Greet gingen elke keer mee naar de gynaecoloog en kwamen wekelijks voelen hoe hun kindje in mijn buik groeide. In het begin was dat een beetje ongemakkelijk, omdat we het niet gewend waren om lichamelijk zo dicht bij elkaar te zijn. Maar hoe boller mijn buik werd, hoe kleiner die drempel tussen ons werd.”

Vrolijke ’tantan’

“Ik merkte dat veel mensen bezorgd waren in mijn plaats: zou ik me niet onvermijdelijk gaan hechten aan dat kindje in mijn buik?”

Mijn zwangerschap ging natuurlijk niet onopgemerkt voorbij voor de buitenwereld. Om misverstanden te vermijden, besloot ik meteen open kaart te spelen tegen collega’s en andere mama’s aan de schoolpoort: ik was zwanger als draagmoeder voor mijn broer en zijn vrouw. Ik merkte dat veel mensen bezorgd waren in mijn plaats. Zou ik me niet onvermijdelijk gaan hechten aan dat kindje in mijn buik?

Ik begreep hun bekommernis wel, maar eigenlijk had ik die klik al vanaf dag één heel duidelijk gemaakt: dit was wel mijn zwangerschap, maar niet mijn kindje. Ik deed dit voor Karl en Greet, en was me ten volle bewust van de gigantische verantwoordelijkheid die daarmee gepaard ging. Zo lette ik nóg meer op wat ik at en niet at dan tijdens mijn vorige zwangerschappen. Vreemd, maar net omdat het niet om mijn eigen kindje ging, was ik nog voorzichtiger met alles.

Na negen maanden was het dan zover: Karl en Greet zouden eindelijk hun dochtertje Nova ontmoeten. Ook de bevalling hadden we samen tot in de puntjes voorbereid. Zo vond ik het belangrijk dat Karl en Greet in de verloskamer waren, maar dat ze wel aan het hoofdeind zouden blijven staan. Karl bleef per slot van rekening mijn broer en dat deel van mijn lichaam wilde ik toch voor mezelf houden.

“De weken na de bevalling heb ik het kersverse gezin de nodige ruimte gegeven: het was nu aan hen om Nova volop te koesteren en te knuffelen”

Toen Nova er dan was, wilde ik haar ook onder geen beding vasthouden. De verpleegsters moesten haar meteen in de armen van Greet leggen, haar mama. Ook de weken na de bevalling heb ik hen als kersvers gezinnetje de nodige ruimte gegeven. Ik wilde wel weten of Nova gezond was, maar voor de rest probeerde ik zoveel mogelijk afstand te bewaren. Niet omdat ik bang was om te gehecht aan haar te geraken, maar omdat het nu aan Karl en Greet was om haar volop te koesteren en te knuffelen.

Toen ze na een paar weken toch eens bij ons op bezoek kwamen, leek Nova heel even op mijn stem te reageren. Het was maar een flits, maar ik voelde me meteen schuldig: oh nee, ze herkent mijn stem vanuit de buik. Dat mag niet! Ik wilde gewoon echt niet dat Nova zich vertrouwder bij mij zou voelen dan bij haar ouders. Mijn bezorgdheid bleek gelukkig totaal ongegrond. Nova is het kindje van Karl en Greet, daar kan niemand aan twijfelen die hen vandaag samen ziet.

En ik? Ik ben gewoon haar vrolijke Tantan. Niet meer, maar zeker ook niet minder, want Nova en ik zijn wel echt twee handen op één buik. Ook mijn band met Karl en Greet is door dit hele proces nog inniger geworden. We staan vandaag nog zoveel dichter bij elkaar, en dat koester ik enorm. Soms denk ik: als ik later oud en versleten ben, op welke gebeurtenissen zal ik dan echt met trots kunnen terugkijken? Vast niet op hoeveel ik gewerkt heb of hoeveel geld ik verdiend heb, wel op wat ik voor andere mensen heb betekend. Mijn draagmoederschap voor Karl en Greet staat daarbij met stip op nummer één…”

Dit vertelt Greet

Greet (35): “Als jong meisje droomde ik er al van om later mama te worden, tot dat plan dertien jaar geleden bruusk aan diggelen werd gegooid. Tijdens een fietstochtje werd ik aangereden door een vrachtwagen. Ik was zwaargewond en lag enkele maanden in coma in het ziekenhuis. In de loop van mijn lange herstelperiode werd stilaan duidelijk dat zelf een kind op de wereld zetten, nooit meer ging lukken.

Toen ik jaren later Karl, de liefde van mijn leven, leerde kennen, ben ik meteen heel open met hem geweest over mijn verdriet: ik wilde ooit kinderen, maar dat zou niet via de traditionele manier lukken. Omdat onze kinderwens toen nog niet zo nijpend was, bleef het bij een vaag plan, ergens in de toekomst.

“Toen An zelf op de proppen kwam met het voorstel om onze draagmoeder te worden, hebben we geen moment getwijfeld”

Toen An een paar jaar later plots zelf op de proppen kwam met het voorstel om onze draagmoeder te worden, hebben we wel geen moment getwijfeld. Natuurlijk wilden we dat! Wisten we toen veel hoe zwaar dat traject zou worden… Zo bleek al snel dat er maar weinig bekend was over draagmoederschap hier in België. Waar hadden wij als wensouders recht op? Welke valkuilen moesten we zeker vermijden? En hoe zat het proces juridisch precies in mekaar? Dat hebben we allemaal zelf moeten uitpluizen.

De dag dat Nova geboren werd, staat wel voor eeuwig in mijn geheugen gegrift. Het gevoel toen ik haar eindelijk kon vastpakken, dat was… onbeschrijfelijk. Ik had haar dan wel niet zelf gedragen, maar ik voelde aan alles dat Nova míjn dochtertje was. Karl en ik genoten de volgende weken volop van ons prille gezinsgeluk, maar helaas moesten we ons ook bezighouden met heel wat administratieve rompslomp.

Nova was dan biologisch gezien wel onze dochter, volgens de wet was ze dat nog niet. Het daaropvolgende adoptieproces was lang en slopend. Karl was er rotsvast van overtuigd dat het goed zou komen, maar ik heb er toch vaak van wakker gelegen. Pas toen we ons, na acht maanden, ook officieel haar ouders mochten noemen, vielen alle puzzelstukjes op hun plaats.

“De dankbaarheid die ik voor An voel, gaat nooit meer weg”

Voor wie zich afvraagt of ik niet bang was dat An ons kindje wel zou willen afstaan: eerlijk waar, ik heb geen moment getwijfeld aan An. Dat móét ook, want zo’n draagmoederschap kan alleen maar een succes worden als er wederzijds vertrouwen is. Gelukkig was dat er bij ons in overvloed. Als draagmoeder zal An altijd een speciale plaats in het leven van onze dochter hebben. En dus is ze niet alleen tante, maar ook meter van Nova. Op die manier wilden we An bedanken voor haar onwaarschijnlijk lieve daad. (krijgt tranen in de ogen) Nova was het mooiste cadeau dat ze ons kon geven. De dankbaarheid die ik voor An voel, die gaat nooit meer weg…”

Uit: Libelle 47/2021 – Tekst: Margot Kennis, foto: Ann De Wulf

MEER MOOIE VERHALEN:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."