straatangst

Mijn verhaal: Ines heeft al jaren straatangst na een aanranding in haar jeugd

Door De Redactie

Ines (56): “Tot mijn achttiende was mijn leven perfect. Ik had lieve ouders en veel vrienden, rolde met gemak door school en vond vrijwel meteen een leuke job. Het leek allemaal vanzelf te gaan. Tot die ene vrijdagavond. Mijn collega was jarig en we waren na het werk nog iets gaan drinken. Tegen de tijd dat ik van de bus stapte, was het buiten helemaal donker. Het regende en waaide, de straat was verlaten. Ik haastte me om thuis te komen, toen ik plots een gedaante zag naderen. Een boom van een vent, zeker twee koppen groter dan ik, met een bivakmuts en een motorhelm op. In een reflex keerde ik om, maar hij haalde me in, greep me vast en smakte me tegen de grond. Ik was doodsbang, maar heb geschopt, geslagen, geduwd en getrokken. Gevochten voor mijn leven. Godzijdank verloor hij zijn evenwicht en kon ik overeind krabbelen en wegrennen. Achter mij hoorde ik zijn motor starten. ‘Nu ga ik dood’, flitste het door mijn hoofd. Maar hij raasde voorbij zonder te remmen.

Thuis stortte ik volledig in. Ook mijn ouders waren in shock. Mijn vader en broer hebben die avond urenlang rondgereden om de dader te vinden, maar hij was natuurlijk al lang verdwenen. Pas een week later kwamen we te weten wie het was geweest. Het was heel gek; mijn broer ging naar een fuif en werd daar aangesproken door een opvallend grote kerel, die opschepte dat hij z’n zus zo had laten schrikken. Toen mijn broer die man beschreef, wist ik zeker dat hij het was geweest. We wisten zelfs waar hij woonde, maar mijn moeder overtuigde me om geen klacht in te dienen, ze was bang dat iedereen in het dorp het te weten zou komen. Zo ging dat in die tijd.

Enkele dagen na de aanranding zijn de problemen begonnen. Ik moest terug naar m’n werk, maar panikeerde bij het idee om alleen de straat op te gaan. Om me te helpen, stapte mama mee tot aan de bushalte. ’s Avonds kwam ze me weer ophalen. Dat hebben we weken zo gedaan. Maar toch… Het stukje van de halte tot mijn werk moest ik alleen doen, en daar had ik het vreselijk moeilijk mee. Elke keer weer raakte ik in paniek. Het was alsof ik doodging, ik kreeg geen adem, mijn hart bonkte, ik kreeg een heel raar gevoel in mijn hoofd, dacht dat ik zou flauwvallen… Ik heb meerdere keren een zware paniekaanval gekregen op straat, waarna ik de rest van de dag moeite had om me te concentreren. Mijn baas had geen idee waarmee ik worstelde en was hier natuurlijk niet blij mee. Enkele weken later werd ik ontslagen. Ik belandde in een zware depressie en raakte nog meer geïsoleerd. De jaren nadien waren verschrikkelijk. Angst overheerste mijn hele leven. Als er iemand bij me was, lukte het nog net. Maar alleen de straat op, dat kon ik niet. Alleen al bij het idee dat ik naar buiten moest, raakte ik totaal in paniek. Ik heb álles geprobeerd om ervan af te raken, van medicatie tot acupunctuur en zelfs hypnose. Niets leek te helpen.

Pas rond mijn 27ste kwam er verbetering. Was het de therapie die eindelijk aansloeg, of zat de liefde er voor iets tussen? Dat weet ik niet, maar alleszins ontmoette ik rond die tijd een fijne man, en een jaar later was ik zwanger. Heel even leek mijn leven min of meer normaal. Tot mijn huwelijk stukliep. Mijn zoontje was pas drie. Ik raakte opnieuw in een depressie en ook mijn angsten keerden in alle hevigheid terug. Toen ben ik beginnen drinken. Want met een glaasje op ging het beter. Maar dat ene glas werden er twee. En drie. Ik had steeds meer nodig, en voor ik het goed en wel in de gaten had, was ik verslaafd. Op mijn dieptepunt belde ik bijna dagelijks de pizzeria om biertjes te leveren. Ik had alcohol nodig, maar durfde m’n huis niet uit om het te gaan kopen…

“Gewoon eens op een terras een koffie gaan drinken: het zou van mij de gelukkigste vrouw ter wereld maken”

Uiteindelijk heb ik ingezien dat het zo niet verder kon. Mijn zoontje woonde al jaren zo goed als bij mijn ouders, en dat wilde ik niet meer. Ik ben afgekickt van de alcohol en opnieuw in therapie gegaan voor mijn straatangst. Ik heb zelfs mijn aanrander ontmoet. Ik had opgevangen dat hij terminaal was, en wilde hem zien voor hij stierf. Ik móést hem vragen waarom hij het had gedaan. Hij is heel hard beginnen te huilen. Bleek dat hij zelf misbruikt was geweest als kind en sindsdien altijd met zichzelf had geworsteld. Hij verontschuldigde zich, zei dat hij nooit had beseft wat hij me had aangedaan, dat hij altijd had gedacht dat ik alleen maar geschrokken was. Ik geloofde hem en heb hem vergeven. Er is toen een enorme last van mijn schouders gevallen.

Nu wil ik alleen nog maar vooruitkijken. Angst zal wellicht altijd een deel blijven van mijn leven, maar het lukt me steeds beter om alleen op straat te komen. Ik ben zelfs al naar de supermarkt geweest. Dat geeft me vertrouwen. En ik heb me een doel gesteld: komende zomer wil ik alleen op een terras een koffie gaan drinken. In het zonnetje. Wat voor veel mensen zo evident is, zou van mij de gelukkigste vrouw ter wereld maken.“

Tekst: Evelien Roels – Coverbeeld: Getty Images

Ook deze lezeressen doen hun verhaal:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."