dorp
Getty Images

Deze lezeressen ruilden de stad in voor een dorp

Door Evy Kempenaers

Vlamingen zijn honkvast, maar deze drie lezeressen ruilden beton, lawaai en hippe koffiebars heel graag in voor minder prikkels, meer stilte en groen.

Christiane en Jacques

Christiane (63) en haar man Jacques (71) trokken na hun pensioen naar Maldingen, een dorpje van 350 mensen in Oost-België.

Reden van de verhuis: “Wij hebben er altijd van gedroomd om na ons pensioen de stad in te ruilen voor een dorp in het groen, en dat is exact wat we hebben gedaan.”

“De verhuis kon niet vlug genoeg gaan, dit dorp voelde als thuiskomen”

Eerste indruk: “Wow, wat een omgeving! Je ziet hier in een straal van vier kilometer niks anders dan heuvels, bossen en uitgestrekte weilanden. De verhuis kon niet vlug genoeg gaan, dit dorp voelde als thuiskomen.”

Dit mis ik niet: “In Hoboken woonden we in een rijhuis in een drukke straat. Er waren veel buren met jonge kinderen en die maken natuurlijk lawaai: het gejoel stopte nooit. Zelfs als wij binnen in huis waren, was er zoveel rumoer, dat het leek alsof we niet alleen woonden. Verkeer was er dag en nacht, jongeren keerden terug naar huis op onmogelijke uren en slapen met de ramen open was in de zomer ondenkbaar. We lieten dat met plezier achter ons.”

Grootste aanpassing: “Maldingen ligt in Oost-België, we spreken hier dus Duits. De bewoners doen veel moeite om ons te begrijpen, maar we hebben de afgelopen drie jaar gelukkig ook al veel bijgeleerd. In het dorp twee kilometer verderop spreken ze Frans, dat gaat ons wel iets makkelijker af.”

Grootste verrassing: “De eerste dag na onze verhuis kwam de postbode zich al voorstellen: ‘Ich bin Jacky’, klonk het.

Grootste verschil: “De omgeving, zonder twijfel. Wij wonen hier echt op het platteland, in het groen. Er staan vijf huizen in onze straat met veel plaats tussen. De buren zitten hier niet op mijn vel, maar ze zijn er wel. Je bent hier zo sociaal als je zelf wilt. De rust van de omgeving straalt af op de mensen die hier wonen. Iedereen is hier zó vriendelijk.”

Dit ben ik anders gaan doen: “Het dichtstbijzijnde winkelcentrum ligt acht kilometer verder, in ons dorp is zelfs geen bakker te vinden! We moeten voor alles de wagen nemen, maar de Carrefour achter de hoek mis ik echt niet.”

Fijnste ontdekking: “De vele tradities van deze regio. Na nieuwjaar komen de kinderen uit het dorp langs en plakken ze een nummer op je gevel, als een soort van geluksbrenger. Met carnaval lopen de jongsten hier gewoon verkleed op straat en met Kerstmis wordt er een fakkeltocht georganiseerd. Die gewoontes maken het hier extra gezellig.”

Grappigste ervaring: “Op straat of in de rij bij de bakker kijk je niet naar de grond, maar zeg je tegen iedereen goeiedag, of loop je te zwaaien naar onbekenden in de verte. Mocht ik dat in Hoboken hebben gedaan, hadden ze zeker gedacht dat ik de dorpsidioot was.”

Nieuwste aanwinst: “Onze hond Tessa. We wandelen samen kilometerslang door de natuur zonder iemand tegen te komen.”

Hoe onze kinderen reageerden: “Verrast door onze keuze waren ze zeker niet, maar ze vreesden wel dat we ons eenzaam zouden voelen. Er ligt ongeveer tweehonderd kilometer tussen hen en ons, maar er gaat geen dag voorbij zonder contact via sociale media. We kunnen videobellen als de besten.”

“Ons leven lijkt hier wel een langgerekte vakantie”

Leuke anekdote: “Naast onze tuin ligt een aardappelveld. Als het tijd is om te ploegen, rijdt mijn buurman met de tractor en kruipen mijn buurvrouw en ik gezellig achterop. Soms gaan we ook spontaan langs bij elkaar met fruit of lekkers. We hebben allemaal peren, pruimen, rode besjes… in de tuin. Als onze emmer vol is, delen we uit. En als een buurvrouw cake of wafels bakt, mag de rest meegenieten, net zoals van mijn potten zelfgemaakte confituur.”

Grootste troef: “Ons leven lijkt hier wel een langgerekte vakantie. Een tripje naar de Moezel is voor ons een daguitstap. En je leeft hier blijkbaar langer: de vrouw die voor ons in dit huis woonde, werd honderdenzes. Dat zegt genoeg. Het leven is hier ‘à l’aise’, wij gaan hier nooit meer weg!”

Ans en Alix

Ans (42) en dochter Alix (9) verhuisden van het hippe Antwerpen-Zuid naar het landelijke Grasheide, een deelgemeente van Putte.

Reden van de verhuis: “Ik ben op den buiten opgegroeid als kind, maar woonde wel sinds mijn twintigste in de stad. Ik had het er naar mijn zin, maar ergens verlangde ik er wel naar om terug te keren naar de rust. De oneindige stroom aan prikkels in de stad is intens en niet alleen ik, maar zeker ook mijn dochter met ASS (autismespectrumstoornis, red.) kreeg er last van. Mijn ouders woonden al in Grasheide, in een huis met een grote tuin, dat grensde aan een bos. Telkens als ik daar kwam, merkte ik hoeveel deugd de natuur haar deed en hoe ze genoot van de rust. Tijdens de lockdown van 2020 kwamen we steeds vaker naar Grasheide en uiteindelijk hebben we hier onze eigen stek gevonden.”

“Ik besef nu pas hoe stil stil kan zijn. Hoogstens hoor ik hier de vogels fluiten en het ruisen van wind en bladeren”

Grootste winst: “Zuivere lucht! Door de luchtvervuiling is Antwerpen echt niet de gezondste plek om te wonen en ook het geruis van de Ring op mijn terras stopte nooit. Ik besef nu pas hoe stil stil kan zijn. Hoogstens hoor ik hier de vogels fluiten en het ruisen van wind en bladeren.”

Eerste indruk: “Ik weet nog goed toen ik mijn ouders hier voor ’t eerst bezocht hoeveel zuurstof en open ruimte hier waren. Overal waar ik keek, zag je de lucht, de zon en de maan. Je ziet hier de seizoenen veranderen, in de stad ging dat aan mij voorbij.”

Grootste vrees: “Ik dacht altijd dat ik mij in een dorp eenzaam, verlaten en geïsoleerd zou voelen, maar dat valt reuze mee. In de zomer toch, in de winter met al die donkere dagen vind ik het iets moeilijker.”

Grappigste ontdekking: “Niemand kijkt hier raar op als je in homewear of met crocs naar buiten gaat. Crocs gaan voor mij een stap te ver, maar toch vind ik het een hele verademing dat dat hier kan, want als ik buitenkwam in de stad, zorgde ik er altijd voor dat ik er goed uitzag. Ik had een bekende horecazaak aan de Markgravelei en vertoefde altijd in een mooie buurt, waar mensen woonden met een zekere levensstandaard. Dan ligt de lat hoog en wil je altijd de beste versie van jezelf zijn. Dat ik nu zonder make-up naar de bakker loop of aan de schoolpoort sta, was vroeger ondenkbaar.”

Leuke verrassing: “Grasheide is een deelgemeente van Putte en ligt tussen Mechelen en Keerbergen. Het is echt een streek zonder ambitie, die geen enkele poging lijkt te doen om toeristisch te zijn, zoals dat in de Kempen vaak wel het geval is. Je hebt hier twee straten, een bakker, een frituur en een kerk. Dat is niet voor iedereen weggelegd, maar ik vind het prima.”

Grootste nadeel: “In de stad gebruikte ik mijn auto nooit, ik ging overal te voet of met de fiets naartoe. Nu moet ik mijn wagen bijna altijd gebruiken, heel ecologisch is dat niet.”

Grootste gemis: “De spontane afspraakjes in de stad. Had ik vroeger een halfuurtje tijd, dan stuurde ik een bericht naar een vriendin: ‘Koffiedrinken?’ Die onverwachte koffie- of lunchdates heb je hier veel minder.”

“In de stad kocht ik alles in de supermarkt, maar nu ga ik lokaal shoppen bij de bioboer, de bakker en de wijnhandelaar”

Strafste commentaar: “Ik voel soms een soort medelijden. Dan klinkt het: ‘Ocharme, jij alleen op den buiten, dat moet een hele opoffering zijn voor zo’n stadmens als jij’, maar mensen hebben niet door hoe blij ik hier ben! Ik moet echt vaak benadrukken dat ik het hier fijn wonen vind.”

Dit doe ik vaker: “In de stad kocht ik alles in de supermarkt, maar nu ga ik lokaal shoppen bij de bioboer, de bakker en de wijnhandelaar. Dat ik die kleine handelaars kan steunen, geeft mij een goed gevoel.”

Hier geef ik meer geld aan uit: “Zonder twijfel aan benzine, maar ook aan de hobby van mijn dochter. Sinds we hier wonen, is ze begonnen met paardrijden en volgt ze paardentherapie: dat is fantastisch, maar duur.”

Nooit gedacht: “Dat ik het prima zou vinden om geen plannen te hebben. In de stad voelde ik voortdurend de behoefte om de lege momenten op te vullen. Op vrijdag moest er geaperitiefd worden, zonder plannen schoot ik in paniek. Dat gevoel heb ik nu totaal niet meer, wat een bevrijding!”

Lien

Lien (39) en haar gezin vonden de woning van hun dromen en ruilden Mechelen in voor het groenere Bonheiden.

Reden van de verhuis: “Sinds onze dochter Marie (4) er is, verlangden we naar een groter huis en een tuin. De stadstuintjes in Mechelen konden mij niet meer overtuigen en tijdens de zoektocht kreeg ik ook stress van het idee dat ik niet zou weten wie onze buren zouden worden. Ik moest elke dag zoeken naar een parkeerplaats en werd gek van het gesleur met de maxicosi. Door het verlangen naar een eigen oprit begonnen we steeds verder van de stad te zoeken en uiteindelijk viel ons oog op een prachtige vierkantshoeve in Bonheiden. Ik was op slag verkocht!”

“Onze vrienden geloofden echt niet dat wij de stad zouden kunnen missen en het hier lang zouden volhouden”

Eerste indruk:Oh my God, wat is het hier doods! Ik was dolverliefd op het huis, maar vroeg me wel af of ik het er zou volhouden. De stilte was echt overdonderend.”

Strafste commentaar: “ ‘Jullie? Naar de groene rand verhuizen? Dat zullen we nog wel zien!’ Onze vrienden geloofden echt niet dat wij de stad zouden kunnen missen en het hier lang zouden volhouden. Ze hebben ongelijk gekregen, wij wonen hier echt graag. Al moet ik toegeven dat we nog minstens één keer per week naar de stad trekken om te lunchen, of om naar de cinema of toneel te gaan.”

Grootste voordeel: “De rust en de vrijheid van een groot huis en tuin waar onze dochter naar hartenlust kan rondhossen, is fantastisch. Die luxe was tijdens de lockdown van 2020 onbetaalbaar, we hebben nog geen seconde spijt gehad van onze keuze! In deze fase van mijn leven ben ik hier gelukkiger dan ik in de stad ooit had kunnen zijn.”

Leuke meevaller: “Ook al wonen we in het groen, in België is een stad nooit veraf. Op twintig minuten zitten we in een tof restaurant. Eigenlijk gaan mijn man en ik nog altijd vaak op stap, en een babysit voor onze dochter vinden we hier ook.” (lacht)

Nooit gedacht: “Dat ik zou wennen aan de rust en stilte. Als twintiger had ik dat niet gekund, maar nu met een gezin gaat dat prima. Sterker nog: die rust geeft mij innerlijke voldoening. Vroeger belde ik Deliveroo als ik geen zin had om te koken, nu sta ik veel vaker zelf achter het fornuis en ik geniet er nog van ook. Ik heb de rust leren appreciëren, ik heb meer geduld dan ooit en ben minder impulsief. Als ik nu iets wil, besef ik dat dat niet onmiddellijk moet, maar ook op lange termijn kan. Minder prikkels, het doet wat met een mens.”

“In de stad had ik yoga en mindfulness nodig om tot rust te komen, hier ben ik met mijn handen in de tuin bezig!”

Hier steek ik meer tijd in: “Onze tuin omhelst een natuurgebied van bijna tweehonderd bomen, we laten die ruimte vrij wild, maar er zijn natuurlijk wel kleine taakjes die moeten gebeuren, zoals bladeren harken. En ook onze moestuin vraagt veel aandacht: sinds we hier wonen, ben ik meer met gezonde voeding bezig.”

Grootste verrassing: “Dat ik zo zou kunnen genieten van de buitenlucht en het wroeten in de aarde. In de stad had ik yoga en mindfulness nodig om tot rust te komen, hier ben ik met mijn handen in de tuin bezig! Het heeft eventjes geduurd, maar ik besef nu ook wat een verrijking het is om uit je cocon met gelijkgestemden te komen. In de stad was ik altijd omringd met mensen die hetzelfde dachten en met dezelfde dingen bezig waren.”

Dit mis ik niet: “In de stad overviel mij soms het verstikkende gevoel niet te kunnen ontsnappen aan de drukte. Hier stap ik mijn voordeur uit en op tweehonderd meter sta ik in een bos. Nee, die overdaad aan beton en auto’s mis ik niet, om over het tekort aan parkeerplaatsen nog maar te zwijgen!”

Grootste aanpassing: “De buurvrouw weet altijd of wij thuis zijn of niet, en houdt met de beste bedoelingen een oogje in het zeil. In de stad had ik gewoon geen idee wie mijn buren waren.”

Grootste omwenteling: “Ik ben sinds kort lid van Natuurpunt en we hebben met een paar andere gezinnen geld samengelegd om een stuk bos aan te kopen. We verdiepen ons in de verschillende soorten bomen en koken met verse kruiden. Deze stadsmus krijgt groene vingers!”

Uit: Libelle 06/2022 – Tekst: Evy Kempenaers

VERDER LEZEN:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."