bevalling
Parents taking care of newborn ant the hospital room.

Mijn verhaal: Kelly overleefde de bevalling van haar dochtertje maar nét

Door De Redactie

 

Kelly (26): “Ik was tweeëndertig weken zwanger toen ik met mijn man een dagje naar Brugge ging. We wilden er nog even tussenuit voor ons dochtertje geboren zou worden. Maar toen we ’s avonds thuiskwamen voelde ik contracties. Op de spoed aangekomen vertelde de arts me dat ik al in arbeid was. Veel te vroeg, maar ik kreeg weeënremmers en een week later was alle gevaar geweken, en mocht ik weer naar huis. Met de eindstreep in zicht kon het alleen maar goed gaan, dachten we. Maar enkele weken later belandden we in één grote nachtmerrie.

Mijn vliezen braken toen ik negenendertig weken ver was. Ik zocht mijn laatste spullen bij elkaar en nam in alle rust een douche. ‘Zie ik er straks goed uit voor de foto’s’, dacht ik nog. Mijn man Jony en ik reden op ons gemak naar het ziekenhuis. Ik had al drie centimeter ontsluiting, alles zag er goed uit. En inderdaad, acht uur later kwam, na een vlotte bevalling, ons dochtertje Nora gezond en wel ter wereld. Ook de nageboorte verliep prima, we konden opgelucht ademhalen. Nora had honger en ik mocht haar al even borstvoeding geven. Maar na enkele minuten werd het zwart voor mijn ogen en voelde ik een helse pijn. Alsof er nóg een baby klaar zat om geboren te worden. Ik bloedde hevig en kreeg onmiddellijk medicatie om mijn baarmoeder te doen samentrekken. Maar het bloeden stopte niet…

“Het bloeden stopte maar niet en de pijn was ondraaglijk. Ik raakte in shock. ‘Zorg goed voor Nora’ zei ik nog”

Mijn baarmoeder was te zwak om te krimpen, en de pijn werd ondraaglijk. De artsen dachten dat er nog een stukje placenta in mijn buik achtergebleven was en brachten me naar de operatiekamer om het met een extra spoeling weg te halen. Toen ook dit niet hielp en ik door het extreme bloedverlies in shock raakte, brak er paniek uit. Dit was niet normaal, er was meer aan de hand. Maar wat? ‘Zorg goed voor Nora’ waren mijn laatste woorden, toen ik in allerijl in een kunstmatige coma werd gebracht. Er werd beslist om een waterballon in mijn baarmoeder te plaatsen om zo de slagader die het bloed naar de baarmoeder vervoert, te blokkeren. Een techniek die even rust zou brengen, maar de onzekerheid bleef groot. Hoe lang zou de ballon de bloeding stelpen? En wat als hij weer verwijderd werd? Te veel vragen, te weinig antwoorden. Ik kreeg acht zakken bloed en een grote dosis stollingsplasma, maar er was nog steeds geen zekerheid. En wat met de rest van mijn organen? Door het tekort aan zuurstof verloren ook zij langzaam hun functie en werd de kans op onherstelbare schade steeds groter…

Voor de bevalling had Jony me toevertrouwd dat hij bang was om ons pasgeboren kindje vast te houden. ‘Doe jij dat maar die eerste dagen’, zei hij. ‘Zo’n fragiel wezentje, dat is niets voor mij.’ Maar door de omstandigheden moest hij wel. Terwijl ik lag te vechten voor mijn leven, zat hij met ons dochtertje in de armen te wachten op nieuws. Slecht nieuws, zo bleek al snel. De artsen vertelden hem eerlijk dat het niet goed met me ging. Ze hoopten dat de ballon zijn werk zou doen, maar als dat niet zo was, dan zou ik het hoogstwaarschijnlijk niet halen. Het laatste redmiddel was mijn baarmoeder toe laseren, maar daarvoor moest ik naar een ander ziekenhuis. Ik zou met de MUG overgebracht worden, mijn familie kreeg nog snel de kans om afscheid te nemen. Jony stond voor een gigantisch dilemma: bleef hij bij Nora of ging hij met mij mee? Zijn moeder hakte de knoop door: de vroedvrouwen zouden zich wel over ons meisje ontfermen.

En toen stond het geluk plots wel aan onze kant. Enkele uren later ontwaakte ik op intensieve zorgen uit de donkere droom. Als bij wonder werd ik wakker zonder schade. Ik wist helemaal niets van wat me overkomen was. Het laatste wat ik me herinnerde was het moment waarop ze me de operatiekamer hadden binnengereden om de spoeling uit te voeren. Ik was ervan overtuigd dat die gelukt was, dat er niet veel meer aan de hand geweest was. Vol ongeloof luisterde ik naar Jony, toen die me het hele verhaal vertelde. Pas toen besefte ik dat ik door het oog van de naald was gekropen. En hoe groot de kans geweest was dat mijn dochtertje zonder moeder had moeten opgroeien. Toen Nora ook werd overgebracht naar het ziekenhuis waar ik lag, kon ik mijn ogen niet van haar afhouden. Wat een prachtig meisje. Zo perfect. Met tranen van geluk verlieten we enkele dagen later met ons drieën het ziekenhuis. Het begin van ons nieuwe leven.

We zijn nu zes maanden verder. Nora is een pittig meisje met een duidelijk karakter. Maar bovenal een droomdochter die ik voor geen goud van de wereld zou willen missen. Wat we hebben meegemaakt, was verschrikkelijk. Maar het heeft ook mijn kijk op het leven veranderd. Ik ben zoveel dankbaarder voor de kleine dingen in het leven. De zon op mijn gezicht. Het vogeltje in de tuin. Knuffelen met Nora. Wat een geluk dat ik dit nog allemaal kan meemaken. Het lot had er helemaal anders over kunnen beslissen. Of hoe het leven soms echt wel aan een zijden draadje kan hangen.”

Tekst: Barbara Claeys

Lees meer:

 

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."