Laughing little boy is laying on a bed holding the hands of his mother --- Image by © Christine Schneider/Corbis

7 dingen die je moet weten als je een zoon opvoedt

Jongens zijn luidruchtiger en kunnen moeilijker stilzitten. Maar ze zijn zeker niet ‘lastiger’ dan meisjes. Als je hen maar op de juiste manier aanpakt, met aandacht en begrip voor hun jongens-zijn.

Jongens zijn luidruchtiger en kunnen moeilijker stilzitten. Maar ze zijn zeker niet ‘lastiger’ dan meisjes. Als je hen maar op de juiste manier aanpakt, met aandacht en begrip voor hun jongens-zijn.

 

1. Jongens reageren beter op concrete kortetermijn-doelstellingen. Hak een taak in stukjes, om de slaagkans te vergroten. Vraag niet om zijn kamer op te ruimen, maar om de laden van zijn bureau uit te mesten. En in plaats van te benadrukken dat hij ‘iets moet doen aan zijn spelling’, stimuleer je hem beter om goed te leren voor die ene toets.

2. Jongens zijn minder verbaal ingesteld. Wees niet te subtiel, maar geef heldere richtlijnen. En onthoud: iets voordoen heeft bij je zoon meer impact dan iets uitleggen. Wat ook helpt, zijn concrete handvaten, bijvoorbeeld in de vorm van een weekschema voor zijn hobby’s of huishoudelijke klusjes.

3. Jongens moeten hun energie kwijt. Laat je zoon dus buiten ravotten of zoek een sportclub waarin hij zich kan uitleven. Is hij niet sportief aangelegd? Zoek dan naar andere manieren om fysiek stoom af te blazen, zoals een drumstel of boksbal op zijn kamer.

4. Jongens zullen er niet zo vlug spontaan mee op de proppen komen als ze ergens mee zitten. Meestal merk je pas dat er iets is als je zoon zich wat meer in zichzelf terugtrekt of het minder goed doet op school. De oplossing is dan niet: aan tafel gaan zitten voor een goed gesprek. Doé samen iets. Een wandeling maken, een balletje trappen, wafels bakken… Jongens praten makkelijker terwijl ze fysiek bezig zijn.

5. Jongens hanteren de trial-and-errormethode: ze onderzoeken de wereld door hun grenzen af te tasten. Je zult hen ook niet zo vlug een gebruiksaanwijzing van een stuk speelgoed zien lezen; ze merken gaandeweg wel hoe het spel in elkaar zit. Of niet. Het helpt als je er op deze manier naar kijkt, in plaats van voortdurend te roepen dat hij zijn speelgoed niet mag slopen.

6. Jongens hangen hun zelfbeeld vooral op aan hun prestaties in vergelijking met soortgenoten. Dat is de reden waarom je zoon, die thuis zo lief en aanhankelijk, is, zich ontpopt tot een kleine wildeman als hij samen is met vriendjes. Jongens kijken naar elkaar om de ‘pikorde’ te bepalen. Wie is het grootste, het sterkste, wie kan het verste plassen? Dat competitieve kun je prima in je voordeel aanwenden. Bijvoorbeeld door van ‘bord leegeten’ of ‘huiswerk maken’ een wedstrijdje te maken: wie is het eerste klaar?

7. Als moeder van een zoon ben je per definitie van het andere geslacht. Blijft het gedrag of de houding van je zoon af en toe een compleet mysterie voor je? Misschien ligt het aan je ‘vrouwenblik’. Je partner – of een andere man in je omgeving die je zoon goed kent – kan helpen bij een handleiding.

 

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."