Diabetes: wat is het en hoe kun je het vermijden?

Diabetes treft nu al 1 op de 10 Belgen en dat cijfer zal de komende jaren nog stijgen. Carolien en Véronique vertellen over hun leven met de ziekte, de expert geeft tips.

Wat is diabetes?

Professor Chantal Mathieu, diensthoofd endocrinologie in het UZ Leuven: “Diabetes of suikerziekte is een chronische aandoening waarbij de bloedsuikerspiegel verhoogd is. Daarbij speelt insuline, een hormoon dat aangemaakt wordt in de pancreas, een belangrijke rol. Het zorgt ervoor dat de glucose of suiker die we uit de koolhydraten in onze voeding halen, in de juiste organen terechtkomt, waardoor ons lichaam energie krijgt om te bewegen, te werken, na te denken…

Bij diabetespatiënten werkt dat systeem niet of niet goed meer. De glucose blijft in het bloed zitten, de bloedsuikerspiegel stijgt en ons lichaam verzwakt. Omdat onze nieren al die glucose niet kunnen verwerken, komt de suiker in de urine terecht. Om die op te lossen zal je lichaam véél urine aanmaken, moet je vaak plassen, raak je uitgedroogd en heb je de hele tijd dorst. En omdat je spieren en weefsels geen suiker meer opnemen, zul je na een tijdje ook sterk vermageren. Als je diabetes niet behandelt, mergel je uiteindelijk uit en overlijd je.”

Een sluimerende ‘killer’

Tot honderd jaar geleden was diabetes een dodelijke ziekte. Pas toen een Canadese arts in 1922 een manier vond om insuline na te maken, betekende diabetes geen doodvonnis meer.

Professor Chantal Mathieu: “Je kunt een goed leven leiden mét diabetes. Diabetespatiënten kunnen hun bloedsuikerspiegel steeds makkelijker opvolgen en onder controle houden. Toch kan diabetes op lange termijn tot gezondheidsproblemen leiden. Je hebt bijvoorbeeld sneller last van aderverkalking, wat kan leiden tot hart- en vaatziekten. Jarenlang te veel glucose in het bloed kan ook schade aan de nieren en de ogen veroorzaken. Wie diabetes heeft, moet er daarom élke dag mee bezig zijn.

Het verschil tussen diabetes type 1 en 2

Diabetes type 1

Wie? Diabetes type 1 treft meestal kinderen en jongvolwassenen jonger dan 40 jaar. Het is de zeldzame vorm van diabetes: ongeveer 5 tot 10 % van alle diabetespatiënten heeft type 1. De cellen die insuline aanmaken in de pancreas worden vernietigd door het eigen afweersysteem, waardoor het lichaam geen of te weinig insuline aanmaakt. Diabetes type 1 kun je niet voorkomen.

Symptomen:

  • Veel plassen
  • Dorstig zijn
  • Vermageren
  • Een onverklaarbare vermoeidheid

De symptomen ontstaan op korte tijd en zijn meestal uitgesproken.

Behandeling? Insuline inspuiten om de bloedsuikerspiegel op peil te houden. Daarnaast is een gezonde levensstijl belangrijk. Veel groenten, vezelrijke producten en weinig verzadigde vetten eten, is noodzakelijk om complicaties op lange termijn te voorkomen.

Diabetes type 2

Wie? Type 2 komt voornamelijk voor boven de 40 jaar en is de meest voorkomende vorm van diabetes: maar liefst 90 tot 95 % van de mensen met diabetes heeft type 2. De pancreas produceert onvoldoende insuline, waardoor er te veel suiker in het bloed blijft circuleren. Risicofactoren zijn leeftijd en erfelijkheid, maar ook roken, overgewicht, te weinig beweging, een te hoge bloeddruk en een te hoge cholesterol.

Symptomen? In tegenstelling tot diabetes type 1 geeft type 2 meestal weinig of geen klachten. Je kunt er dus jaren mee rondlopen zonder dat je het weet. Dat is gevaarlijk, want intussen wordt er al heel wat schade aangericht aan weefsels en organen. Op tijd opsporen en behandelen is dus belangrijk om verwikkelingen te voorkomen.

Behandeling? Eerst en vooral een aanpassing van je levensstijl: door gewicht te verliezen, gezonder te eten en meer te bewegen kun je je bloedsuiker onder controle houden. Indien nodig kan er ook bloedsuikerverlagende medicatie opgestart worden in de vorm van pilletjes, injecteerbare medicijnen of insuline-injecties.

Professor Chantal Mathieu: “Door onze levensstijl − steeds meer mensen kampen met overgewicht − is diabetes type 2 heel erg in opmars. In België schatten we het aantal patiënten op 500.000. Vroeger noemden we deze aandoening ‘ouderdomsdiabetes’, maar intussen zien we steeds meer dertigers, twintigers en zelfs kinderen met diabetes type 2.

Er bestaan gelukkig steeds betere medicijnen die niet alleen je bloedsuikerspiegel, maar ook je gewicht doen zakken, zoals Ozempic, waar nu zoveel rond te doen is, omdat het ook gebruikt wordt door mensen zonder diabetes om af te vallen. We kunnen mensen met diabetes type 2 perfect behandelen, maar het is wetenschappelijk bewezen dat je het risico op type 2 sterk vermindert door gezond te eten, voldoende te bewegen en niet te roken. We hebben het dus zelf in de hand.”

5x doen in de strijd tegen diabetes type 2

1. Eet zo onbewerkt mogelijk

Professor Chantal Mathieu: “In bereide producten zit altijd méér zout of suiker dan goed is. Eet zoveel mogelijk vers bereide groenten en vermijd groenten en fruit uit blik. Let ook op met suikerrijk eten en frisdranken, en met verborgen suikers in producten waar je het niet meteen zou verwachten, zoals in vinaigrettes, charcuterie, yoghurt met fruitsmaak…”

2. Eet niet té veel fruit

Professor Chantal Mathieu: “Fruit is gezond, maar bevat ook veel suiker. Fructose maakt je lichaam bovendien minder gevoelig voor insuline, wat de kans op diabetes type 2 doet stijgen. Zeker wanneer je diabetes type 2 hebt of tot de risicogroep behoort, beperk je je dus best tot één stuk fruit per dag. Eet liever rauwe groenten als tussendoortje.”

3. Hou je gewicht onder controle

Een daling van je lichaamsgewicht met 5 % doet het diabetesrisico al met 30 % dalen.

4. Beweeg voldoende

Beweeg minstens 30 minuten per dag en je vermindert het diabetesrisico met 30 %.

5. Doe de test

Op gezondheidskompas.be kun je een test doen om te zien of je een verhoogd risico hebt op diabetes type 2. Blijk je een risicopatiënt te zijn? Maak dan een afspraak met je huisarts.

Professor Chantal Mathieu: “We raden elke volwassene met overgewicht ook aan om jaarlijks een glycemietest bij de huisarts te laten doen. Dat geldt ook voor wie een familielid heeft met diabetes type 2 of voor wie bij een korte cortisonekuur al eens een te hoge bloedsuiker heeft gehad.”

Surf naar halt2diabetes.be voor nog meer tips.

Wat is zwangerschapsdiabetes?

Wie? Zwangerschapsdiabetes wordt elk jaar vastgesteld bij bijna 1 op de 10 zwangere vrouwen. Sommige risicofactoren zoals zwaarlijvigheid, leeftijd en erfelijkheid spelen een grote rol, maar er zijn ook vrouwen zonder duidelijke risicofactoren die toch zwangerschapsdiabetes ontwikkelen.

Symptomen? Zwangerschapsdiabetes verloopt bijna altijd zonder symptomen, maar kan wél ernstige gevolgen hebben voor jou en je baby. Zo kan onbehandelde zwangerschapsdiabetes aanleiding geven tot een te zware baby, wat problemen kan geven bij de bevalling. Zwangere vrouwen worden daarom een glucosetest aangeraden.

Behandeling? Een evenwichtige voeding en voldoende beweging zijn meestal voldoende om de bloedsuiker onder controle te krijgen. Soms is bijkomend insuline nodig.

Carolien (40) leeft al twintig jaar met diabetes type 1

“Ik was net geen twintig toen de diagnose viel. Ik voelde me al een aantal maanden minder goed. Ik had de hele tijd dorst en was ongelooflijk moe. Toen ik op een dag van pure vermoeidheid geen twee happen meer door mijn keel kreeg, hebben mijn ouders me naar het ziekenhuis gebracht. Daar viel al snel het woord diabetes.

In het begin heb ik het er moeilijk mee gehad: ik was nog zo jong en plots kreeg ik te horen dat ik ziek was en nooit meer zou genezen. Maar al snel heb ik de klik gemaakt. Ik heb diabetes en dat is soms vervelend, maar het hoeft mijn leven niet in de weg te staan. Ik moet wel voortdurend opletten en rekenen. Voor elke maaltijd moet ik berekenen hoeveel koolhydraten ik ga eten, zodat ik weet hoeveel insuline ik moet inspuiten. Ik moet de hele tijd opletten dat ik niet te veel brood, pasta of rijst eet om mijn bloedsuikerspiegel niet te ontregelen.

In het begin woog ik alles perfect af, intussen weet ik wel hoeveel ik op mijn bord mag scheppen om een hyper – een sterke stijging van mijn bloedsuikerspiegel – te vermijden. In de loop van de jaren ben ik wat nonchalanter geworden. Soms zou ik beter wat strikter zijn, maar dat is niet altijd gemakkelijk. Aan chips kan ik nog steeds moeilijk weerstaan en op zondag eet ik ook graag mijn koffiekoek. Ik ga mezelf niet de meest voorbeeldige diabetespatiënt noemen. (lacht) Maar zolang ik niet overdrijf, is dat oké.

Diabetes staat mijn leven niet in de weg, maar het zou fijn zijn om eens even niet te moeten opletten en te rekenen als ik iets eet

Ik moet niet alleen opletten voor een hyper, maar ook voor een ‘hypo’ of een te lage bloedsuikerspiegel. Als ik bijvoorbeeld ga wandelen maar ’s ochtends te weinig heb gegeten, kan dat tot een hypo leiden. Dan voel ik me heel slecht, en kan ik flauwvallen. Maar ik herken de signalen goed en kan dus meteen reageren door iets met veel suiker te eten.

Het opvolgen van je bloedsuikerwaarde is er wel gemakkelijker op geworden. Vroeger moest ik dat doen door telkens in mijn vinger te prikken, nu kleeft er een kleine sensor op mijn bovenarm, die voortdurend mijn suikerspiegel meet en gelinkt is aan mijn smartphone. Ik kan dus snel ingrijpen als de waardes niet goed zijn. Al bij al heb ik weinig problemen met mijn ziekte.

Vier keer per jaar moet ik op controle in het ziekenhuis. Als ik weer buiten kom, voel ik me soms wel wat neerslachtig. Het zou fijn zijn om eens even géén diabetes te hebben en nergens rekening mee te moeten houden. Maar die mindere momenten zijn gelukkig zeldzaam. Soms vergeet ik zelfs dat ik diabetes heb. Je kunt er perfect mee leven, al hoop ik natuurlijk dat de ziekte ooit genezen kan worden, zodat geen enkel kind de diagnose nog moet krijgen.”

Véronique (47) kreeg vorig jaar de diagnose van diabetes type 2

Diabetes type 2 zit in de familie. Dat ik ook aan de ziekte leed, kwam dus niet helemaal onverwacht. Tijdens de zwangerschap van mijn jongste dochter had ik ook al zwangerschapsdiabetes gehad − een risicofactor om op latere leeftijd diabetes type 2 te ontwikkelen. Vorige zomer voelde ik zelf dat er iets gaande was in mijn lichaam. Na het eten had ik soms een vieze smaak in mijn mond.

Een bloedanalyse bevestigde mijn vermoeden. Ik besefte meteen: als ik mijn lichaam zo gezond mogelijk wil houden, moet ik nú iets veranderen. Niet dat ik zo ongezond leefde, maar ik kampte wel met overgewicht en at – onbewust – te veel suiker. Na mijn diagnose heb ik mijn eetpatroon drastisch aangepast. Ik vermijd snelle suikers en eet maar beperkt koolhydraten. Dat lukt door goed etiketten te lezen, maar ook door bijvoorbeeld zelf granola of muesli te maken.

Ik probeer een eetpatroon te volgen dat ik mijn hele leven kan volhouden. Daarom mag ik van mezelf ook af en toe zondigen. Inmiddels ben ik 17 kilogram afgevallen en beweeg ik veel meer. Ik voel me veel beter in mijn vel dan vroeger én ben vastberaden om mijn bloedsuiker zo lang en zo goed mogelijk onder controle te houden, zodat ik geen insuline moet beginnen te spuiten. Dat is elke dag de beste motivatie.”

Meer weten?

  • De Diabetes Liga heeft een uitgebreide website met informatie voor diabetespatiënten en hun omgeving. Met al je vragen over diabetes kun je gratis bellen naar de Diabetes Infolijn op 0800‑96 333 (elke werkdag behalve woensdag van 9-15 u.) of mailen naar infolijn@diabetes.be
  • Het Hippo & Friends type 1 diabetesfonds steunt wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaken en het ziekteverloop van diabetes type 1, maar ook naar nieuwe medicijnen en behandelingsvormen.
  • Maar liefst 30 tot 50 procent van de vrouwen die zwangerschapsdiabetes hebben gehad, ontwikkelen na 5 tot 10 jaar blijvende diabetes. Met het project Zoet Zwanger wil de Diabetes Liga vrouwen helpen om dat te voorkomen. Meer info op zoetzwanger.be of via project@zoetzwanger.be.

Stress over diabetes? Praten helpt!

Naar aanleiding van Wereld Diabetes Dag op dinsdag 14 november roept de Diabetes Liga op om meer te praten over diabetes. Uit een bevraging bij 2000 mensen blijkt immers dat patiënten veel kopzorgen hebben rond hun ziekte. Enkele opvallende cijfers:

  • 7 op de 10 mensen met diabetes vinden dat er te weinig aandacht is voor mentale ondersteuning; 
  • Slechts 16% krijgt psychologische begeleiding na diabetesdiagnose; 
  • Gevolg: 49% van de mensen met diabetes is naar eigen zeggen mentaal moe; 
  • Ook ouders van kinderen met diabetes ervaren stress: 7 op de 10 zijn mentaal op; 
  • Diabetes Liga lanceert daarom oproep: “Geeft diabetes je kopzorgen? Spreek erover.” 

Volgens pyscholoog Haya Boshart kan praten over diabetes alvast een belangrijke eerste stap zijn. “Ik zie vaak dat mensen bang zijn om over diabetes te praten omdat ze niet weten hoe hun omgeving zal reageren. Ze vrezen dat ze anders bekeken of zelfs afgewezen zullen worden. Maar het is dikwijls net omgekeerd. Wie op de hoogte is, toont veelal begrip en biedt steun. Een vriendengroepje dat tijdens het uitgaan af en toe checkt of de vriend met diabetes oké is, kan zo een groot verschil maken.” 

Veel kopzorgen over diabetes? Doe hier de test!

Diabetes distress-test  

Diabetes Liga lanceert naar aanleiding van Wereld Diabetes Dag een wetenschappelijk gevalideerde ‘Diabetes distress-test’. Wie diabetes heeft, partners of ouders van tieners met diabetes kan die test invullen op www.diabetes.be/kopzorgen en krijgt nadien een persoonlijke ‘Diabetes distress-score’. Die score geeft aan hoeveel kopzorgen diabetes met zich mee brengt en hoe zwaar de aandoening mentaal op het gemoed weegt. Wie een verhoogde score kent, krijgt tips en doorverwijzingen naar gepaste hulp.  

Meer artikels over je gezondheid:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."