eetstoornis
© Getty Images

Dit zeg je wel (en dit zeker niet) tegen iemand met een eetstoornis

Zie je iemand in je omgeving – je dochter, zus, vriendin of collega – worstelen met een eetstoornis? Dat is niet evident, want je wilt helpen, maar hoe doe je dat het best? Wat kun je wel en niet zeggen? Diëtiste en ervaringsdeskundige Leen Seminck vertelt het ons.

Dit zeg je beter niet

  • ‘Eet nu toch ‘ns gewoon!’
  • ‘Je ziet er al veel beter uit.’
  • ‘Je bent precies wat aangekomen, goed zo!’
  • ‘Je weet toch dat alles opgelost zou zijn als je normaal eet.’
  • ‘Je hebt een appel opgegeten, super!’

Diëtiste Leen Seminck: “Opmerkingen als deze geven diegene met een eetstoornis het gevoel dat alles om uiterlijk, gewicht of eetgedrag draait, terwijl dat nu net is waar die persoon zo mee worstelt. Als het zo makkelijk was om te eten, zou ze dat wel doen. Vaak zijn dit soort opmerkingen goedbedoeld, maar maken ze het erger. Stel dat jij je dochter van een appel ziet knabbelen en zegt: ‘Zo goed van jou!’, dan denk jij dat jij haar steunt. Toch is dat geen helpende opmerking. Want je dochter heeft net een ongelooflijke strijd moeten leveren om in die appel te bijten. Horen dat het goed is, klinkt voor haar als: alle problemen zijn nu opgelost. Terwijl zij denkt: er is niks opgelost, ik voel me nog altijd even slecht en verloren. Eén van de grootste angsten van de patiënt is om de eetstoornis los te laten. Als de eetstoornis voorbij is, is er namelijk geen manier meer om te tonen dat het slecht gaat.”

Dit zeg je wel

  • ‘Ik ben zo blij met jou als vriendin, jij luistert zo goed naar mij.’

Net omdat dat uiterlijk zo gevoelig ligt, maak je beter opmerkingen die gaan over het karakter.

  • ‘Ik merk dat je er angstig van wordt om met mij af te spreken als we iets gaan eten of drinken. Kan ik iets doen om dat minder beangstigend te maken voor jou?’
  • ‘Ik kan me niet inbeelden hoe het is, maar ik begrijp zeker dat het niet simpel is.’

Besef dat de andere zich niet aanstelt, maar lijdt en bang is. Oordeel niet, wees begripvol en spreek je zeker niet uit over schuld.

  • ‘Waar heb je nu het meeste last van? Of: wat houdt jou het hardste tegen om een leven te leiden dat je echt wilt?’

Luister vooral goed, en vraag door wanneer je iets niet begrijpt.

Diëtiste Leen Seminck: “Het is belangrijk om te weten dat de eetstoornis en de persoon erachter twee verschillende entiteiten zijn. Er is jouw lieve dochter, zus of vriendin, maar er is ook die soort duivel in haar, die eetstoornis, die alles overneemt. Ik raad mensen zelfs aan hun eetstoornis een naam te geven. Ook voor de omgeving is dat helpend. Zo weet je dat je soms niet tegen je dochter, zus of vriendin praat, maar tegen de eetstoornis. En weet je dat het dus ook geen enkele zin heeft om boos te worden.”

Meer lezen? Eet gewoon van Leen Seminck (Borgerhoff & Lamberigts, € 24,99).

Nog meer interessante artikels:

Eetstoornis bij tieners:”We willen alles afleiden van de cijfers op de weegschaal. Dat is verkeerd”
Psychologe An Vandeputte wil ouders van tieners die struggelen met hun eetpatroon ondersteunen
“Vorig jaar kreeg ik de diagnose: ARFID. Tranen van geluk rolden over mijn wangen. Eindelijk voelde ik me begrepen”
Mijn verhaal: Evy kampt al haar hele leven met een atypische eetstoornis

Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."