7 veilige voedseltips bij hete temperaturen
Het is warm. Héél warm! Die zomerse temperaturen kunnen ervoor zorgen dat er zich sneller bacteriën ontwikkelen in je voeding, of dat ongewenste gasten zoals insecten mee aan tafel schuiven. Daarom deelt het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) een aantal tips bij hete temperaturen.
1. Koeltas in de winkel
Voedselveiligheid begint in de supermarkt. Neem een koeltas mee, bij voorkeur met een koelelement, om producten die koel bewaard moeten worden veilig mee te nemen naar huis.
2. De juiste volgorde: van droge naar verse voeding
Verzamel in de supermarkt eerst droge, niet-gekoelde voeding, daarna verse groenten en fruit, vlees, vis en hun vervangers en als laatste diepvriesproducten. Alle gekoelde producten kun je in een koeltas stoppen om ze fris en vers te houden.
Goed om te weten: groenten en fruit steek je best niet samen met vlees en vis om kruisbesmetting te vermijden. Vlees stop je in een aparte winkeltas om dezelfde reden.
3. De juiste temperatuur in de koelkast
Spreekt voor zich: scherm je boodschappen af van de zon en let er goed op dat de ‘koude keten’ niet onderbroken wordt, zeker bij warm weer. Hou je boodschappen zo goed mogelijk koel. Berg ze daarom bij thuiskomst meteen op: gekoelde producten in de koelkast, diepvriesproducten in de diepvriezer.
De ideale temperatuur van de koelkast ligt tussen 1° en 4°C, die van de diepvriezer lager dan -18°C.
Wist je dat… de temperatuur in de koelkast niet overal gelijk is? Meestal bevindt de koudste zone van je koelkast zich onderaan, net boven de groentelades. Een thermometer kan je helpen de correcte temperatuur af te lezen.
- 5°C: eieren
- 4°C: melkproducten, boter, kaas, gevogelte
- 3°C: bereide gerechten, patisserie, charcuterie
- 0 à 2°C: vis, week- en schaaldieren
- 7 à 8°C: fruit en groenten (in de groentelade)
4. Afgesloten doosjes
Bewaar voeding of restjes in afgesloten doosjes om te voorkomen dat rauwe voeding en bereide maaltijden met elkaar in contact komen. Rauwe voeding kan namelijk bacteriën bevatten, die tijdens het bewaren overgedragen kunnen worden naar andere producten in je koelkast.
5. Op voorhand of à la minute?
Maak je graag voeding klaar op voorhand, zoals slaatjes, pasta’s, vleesbereidingen of desserts? Plaats ze dan in de koelkast, zodat bacteriën alvast geen kans krijgen om zich te ontwikkelen.
Hou verder rauw vlees en rauwe vis gescheiden tijdens het voorbereiden van je gerechten. Gebruik telkens andere messen, vorken en snijplanken voor rauwe producten, of maak ze na elk gebruik goed schoon.
Vlees en vis die à la minute wordt gebakken (op de barbecue bijvoorbeeld), haal je pas net ervoor uit de koelkast.
6. Aanvullen
Alles meteen op tafel zetten? Een minder goed idee als het warm is. Vul je gerechten liever verschillende keren aan, om zo bacteriën, insecten en andere beestjes in je voeding te vermijden.
7. Restjes in de koelkast
Gerechten laat je best niet langer dan twee uur bij kamertemperatuur op tafel staan. Buiten is het nog warmer, dus is het slim om na de maaltijd restjes meteen in afgesloten doosjes in de koelkast te plaatsen.
Bron: Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV)
Ook slim als het warm is buiten:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!