verdriet

Als je laatste ouder overlijdt: 14 lezeressen getuigen

Door De Redactie

Hoe oud je ook bent, je blijft altijd het kind van je ouders. Als zij er op een dag niet meer zijn, heeft dat een enorme impact op je leven.

Debbie voelt zich soms alleen op de wereld

Debbie verloor vijf jaar geleden haar laatste ouder. Als enig kind voelt ze zich soms, ondanks haar eigen gezin, alleen op de wereld.

“Ik mis onze geschiedenis samen en de toekomst die we hadden kunnen hebben. Schoonouders kunnen hun plaats nooit innemen”

Debbie (35): “Wees. ’t Is zo’n vreemd, confronterend woord. Maar ik werd het vijf jaar geleden. Mijn ouders kregen mij op latere leeftijd. Mijn vader was 45 jaar, mijn moeder 39. Door hun leeftijd bleef ik ook enig kind. Aan mijn grootouders heb ik geen herinneringen omdat ik hen maar kort heb gekend. Het was niet de voornaamste reden voor mij om jong kinderen te krijgen, maar het heeft wel meegespeeld. Ik wilde mijn kinderen méér tijd met hun grootouders geven. Op mijn 24ste werd ik voor het eerst mama, drie jaar later werd mijn tweede geboren. Helaas heeft het lot er toch anders over beslist.

Mijn vader kreeg op mijn 27ste de diagnose botkanker. Het ging allemaal heel snel: twee maanden later was hij overleden. Mijn lieve, sterke papa die zo graag wilde blijven leven. Die niets liever deed dan zijn kleindochter van een paar maanden knuffelen. Die tegen zijn kleindochter van drie bleef zeggen dat hij met haar een pannenkoek ging eten als hij uit het ziekenhuis ontslagen werd. Die dag is er nooit gekomen. Ik was kapot van zijn overlijden. Maar ik had mijn mama nog. We waren de enigen die overgebleven waren van onze kleine familie. We slaan er ons samen door, dacht ik. Maar mijn moeder was gebroken door het verlies van haar man. Ze zonk weg in haar verdriet en niets wat ik deed, kon haar erbovenop helpen. Niet haar kleinkinderen, niet ik. Drie jaar later overleed ze in het ziekenhuis na een doodgewone verkoudheid. Haar lichaam was te zwak, de verkoudheid werd een longontsteking, en toen ging het snel. Daar stond ik dan. Ik was kwaad op mijn moeder. Zij had me in de steek gelaten. Pas door therapie heb ik dat een plaats kunnen geven. Ze kon het gewoon niet zonder papa.”

Alleen op de wereld

Na het overlijden van mama voelde ik me zo alleen. Ondanks vrienden en mijn eigen gezin. De as van mijn moeder in zee gooien was het ergste. Alsof ik mijn roots weg zag blazen in de wind. Dat was zo’n pure, rauwe emotie dat ik ervan schrok. Ook al had ik niet veel aan haar gehad de laatste jaren en wist ik dat ze weer bij mijn vader was, waar ze wilde zijn: ik was een klein kind, dat verloren liep zonder ouders. En dat gevoel kan ik soms nu nóg hebben. Al heb ik een eigen gezin, met eigen kinderen die ik graag zie: ik mis mijn ouders. Voor stomme dingen, hoor. Soms ben ik aan het koken en wil ik mama bellen om te vragen hoe zij iets zou maken. Of wil ik mijn vader bellen om te vertellen over een belangrijke sollicitatie die goed verlopen is. Of wil ik hen vragen wat ze vinden van een beslissing in mijn leven, zoals de aankoop van een huis of een praktische financiële kwestie. Als kind heb je je ouders nodig. En ik besef nu dat je, op élke leeftijd, het kind van je ouders blijft. Ik heb ongelooflijk lieve schoonouders, die er alles aan doen om mij te ondersteunen. En ik ben hen daar heel dankbaar voor. Maar het is gewoon niet hetzelfde. Ik mis de geschiedenis die ik deelde met mijn ouders en de toekomst die we hadden kunnen hebben. En dat gemis is heel existentieel.”

En toch ook opluchting

Verdriet is het belangrijkste gevoel dat ik had toen ik mijn ouders verloor. Pas toen ik door dat diepste verdriet heen was, kwam er ruimte voor andere gevoelens. Dankbaarheid, omwille van onze mooie herinneringen. Bewondering, voor hoe ze in het leven hadden gestaan. En, ’t kan misschien vreemd klinken voor iemand die zijn ouders nog heeft, maar ik voelde ook opluchting. Met het overlijden van mijn moeder was er een last van mijn schouders weggevallen. De verantwoordelijkheid om haar uit die put te halen, de druk omdat ik de dochter was en dus voor haar moest zorgen, was weg. Ik hoefde me niet meer voortdurend schuldig te voelen omdat ik niet kon helpen. Later is er nog een andere inhoud toegevoegd aan dat gevoel. Ik heb dit ingrijpende verlies al achter de rug. De onzekerheid van wanneer je ouders zullen overlijden, hangt vanaf een bepaalde leeftijd als een zwaard van Damocles boven je hoofd. Bij mij is dat zwaard gevallen. Ik hoef niet direct voor hun leven of gezondheid te vrezen als mijn gsm gaat en ik ken het nummer niet. Mijn vrienden piekeren nu over hun ouder wordende ouders. Waar zullen ze later wonen, hoe kunnen ze hen een goeie oude dag bezorgen? De sandwichgeneratie, die zorgt voor hun kinderen én voor hun hulpbehoevende ouders, heeft het niet gemakkelijk. Ik heb dat ‘sandwichmoment’ maar kort gehad. Dat die periode voorbij is, geeft me op een vreemde manier rust.”

De familie van Natalie kwam dichter bij elkaar na het overlijden van haar ouders

“De band met mijn zus is nu heel belangrijk voor mij. Ik wil in stand houden wat mijn ouders gecreëerd hebben”

Natalie (40): “Ik kom uit een ongelooflijk warm nest. Altijd stonden onze ouders klaar voor mij, mijn zus en mijn broer. Zelfs toen ik al samenwoonde met mijn vriend en dus eigenlijk op eigen benen stond, bleven ze hun zorgende rol vervullen. Ik herinner me nog een dag dat ik ziek was en niet kon gaan werken. Mijn vader reed speciaal naar mijn huis, maakte zijn speciale grog, stopte me in bed en keerde terug. Hij hielp met de verbouwingen van ons huis en was een geweldige opa voor mijn kinderen. De band met mijn moeder was zo mogelijk nog beter. Ik belde dagelijks. En als ik de woonkamer wilde veranderen, nam ik haar mee naar Ikea. Mijn ouders verliezen was mijn grootste nachtmerrie. Twaalf jaar geleden stierf mijn papa aan kanker. Vorig jaar overleed mama, heel onverwachts. De ene dag was ze er nog, de andere dag niet meer. Dat ik geen afscheid heb kunnen nemen blijft het moeilijkste. Plots moest ik alles zelf doen. Ik was al volwassen, had een man, drie prachtige kinderen en vrienden. Maar ik heb me nooit zo klein gevoeld als de dagen na hun overlijden. En het voorbije jaar is dat eigenlijk niet beter worden. Het enige positieve aan het verlies is dat we als familie dichter bij elkaar zijn gekomen. Waar ik vroeger mijn mama zou bellen, bel ik nu mijn zus. We gaan met onze gezinnen samen naar Frankrijk, gewoon om onze band sterk te houden. Ik wil vooral in stand houden wat onze ouders gecreëerd hebben. Mijn vier tantes, de zussen van mijn mama, zijn geweldige vrouwen die er zijn als ik hen nodig heb. Dat doet deugd. Ook al kunnen ze ouders niet vervangen, het verzacht de pijn.”

Openhartige getuigenissen

Patsy (58): “Ik weet dat ik eigenlijk dankbaar zou moeten zijn. Mijn ouders hebben een goed leven gehad, een lang leven. 85 jaar was mijn moeder, 82 jaar was mijn vader. Hij overleed vier jaar geleden, heel onverwachts. Naast het verlies van mijn vader, had ik plots ook de zorg voor mijn moeder. Dat was misschien nog zwaarder. Ze waren meer dan 60 jaar samen geweest en zij sukkelde zonder hem van ziekenhuis naar zorgcentrum en kortdagverblijf. Ik zag haar elke dag achteruit gaan. Haar overlijden was het einde van een lijdensweg. Voor haar, en voor mij. Er kwam een einde aan mijn schuldgevoel omdat ze in het rusthuis zat. Maar dat maakt het verdriet niet minder erg. Het leek alsof ik pas aan de rouw voor mijn vader kon beginnen toen de bezorgdheid om mijn moeder van de baan was. Ondertussen is mijn moeder bijna zes maanden dood en moet ik de praktische zaken afronden. Ik heb het er zo moeilijk mee. Het opruimen van het ouderlijke huis vergt enorm veel energie. Ik, die nooit een kast van hen zou opendoen zonder hun toestemming, moet nu noodgedwongen beslissen wat te bewaren en wat niet. Ik stel het steeds uit, ook al weet ik dat het geen oplossing is. Ik moet er gewoon door.”

Marleen (42): “Mijn ouders zijn gescheiden toen ik dertien was. Mijn vader bleef in mijn leven, mijn moeder verbrak alle contact. Toen mijn vader op zijn 65ste overleed, zou je kunnen zeggen dat ik al alleen achterbleef. Maar ook al wilde mijn moeder me niet zien, ze was er nog wel. Toen ik telefoon kreeg dat ze was overleden, schrok ik. Ik wist immers van niets: niet dat ze ziek was, niet dat ze opgenomen was. Na dat telefoontje drong het tot me door: de generatie boven mij is weg. Ik kan niet meer praten met mijn vader over de mooie momenten, en niet met mijn moeder over de pijnlijke momenten. Of over de reden waarom ze me niet meer wilde zien. Tegelijk is het wel gemakkelijker geworden voor mij. Ik moet nooit meer uitleggen waarom mijn moeder niet meer in mijn leven is. Nu zeg ik gewoon dat mijn beide ouders overleden zijn en iedereen toont begrip.”

Betty (49): “Toen mijn moeder op haar sterfbed lag, wilden familieleden van heinde en verre komen om afscheid te nemen. Mensen die ze al jaren niet gezien had, waar ze geen band mee had. Dat hoefde niet voor haar, en voor mij ook niet. Toen ze stierf, waren de mensen erbij die ze graag zag en die haar graag zagen. Dat is me niet in dank afgenomen, maar ik heb gestreden voor wat mijn moeder wilde. De ware aard van tantes en nonkels kwam boven en ik heb besloten dat ik geen contact meer wilde. De familie viel uit elkaar. Ik was amper 27 jaar. Toen tien jaar later mijn vader ook overleed, was mijn verlies compleet. Hij stierf op tweede kerstdag. Ik werd wees op een ogenblik dat iedereen feest viert. Sindsdien weten mijn kinderen dat ik heel emotioneel ben in december. “Ons mama is een bommeke”, zeggen ze. Ik kan het gewoon niet, feesten zonder mijn ouders erbij. Als ik in de stad loop en iedereen zie genieten van quality time met familie krijg ik een krop in de keel. Op dit ogenblik vermijd ik moeilijke momenten. Ook al ben ik al bijna tien jaar wees, nog altijd kan ik met mijn kinderen niet naar Middelkerke, de plek waar ik prachtige vakantieherinneringen heb met mijn ouders. Het gemis is daar te erg. Dus ga ik al jaren met mijn eigen gezin naar Nieuwpoort. Nieuwe herinneringen maken. Het moeilijkste vind ik dat er niet meer gesproken wordt over mijn ouders. Alsof ze er nooit geweest zijn. Daarom ben ik zo blij om kenmerken van hen terug te zien in mijn kinderen. Mijn zoon heeft het haar van mijn moeder en is een allemansvriend zoals mijn vader. Mijn dochter houdt van toneelspelen zoals mijn vader en is even koppig als mijn moeder. Allebei zijn ze zonder het te beseffen een stukje van mijn ouders geworden. Prachtig vind ik dat. En onze herinneringen koester ik in mijn hart.”

Natascha (44): “Mijn verdriet slijt niet. Bij momenten gaat het zelfs slechter. Want ik vergeet dingen over hen, en dat vind ik vreselijk. Hoe ze eruit zagen, wat hun geur was. En het ergste vind ik dat mijn kinderen hun omi en opi moeten missen. Mijn jongste was zes toen haar grootmoeder stierf, acht toen haar grootvader overleed. Het doet me pijn dat ze zich hen niet meer zo goed herinnert, ook al is het nog maar zeven jaar geleden. Mijn oudste dochter is nu achttien jaar en ook zij mist haar grootouders. Elke keer als ze een belangrijke stap zet, zoals een rijbewijs halen of een lief krijgen, zegt ze hoe jammer ze het vindt dat ze het niet kan delen met omi en opi. Ik ben dankbaar voor onze mooie herinneringen, maar nog liever had ik er nog meer gemaakt.”

Toen mijn laatste ouder overleed…

“Ik voelde een grotere behoefte aan contact met mijn zussen. Eén keer per jaar gaan we een weekje bij hen in de buurt op vakantie, omdat ik het belangrijk vind dat de kinderen hun tantes en nonkels leren kennen. We dan zoeken we actief naar redenen om te feesten. Want het leven is kort, en we moeten elkaar koesteren.” – Els

“Ik werd op jonge leeftijd wees. Ik wilde vooral niet alleen blijven, en maakte daardoor verkeerde keuzes. Verkeerde mannen, verkeerde vrienden.” – Patricia

“Ik mis mijn ouders bij de opvoeding van mijn tieners. Soms wil ik vragen of ik ook zo’n lastig geval was, of hoe zij me aangepakt hebben tijdens mijn puberteit.” – Saskia

“Ik voelde een enorme rust omdat ik niemand meer kon teleurstellen. Als kind probeer je, besef ik nu, je ouders gelukkig te maken. Onbewust zijn ze een soort maatstaf voor beslissingen. Als je laatste ouder sterft, valt ook dat gevoel weg. Ik hoef geen rekening meer te houden met hen.” – Evelien

“Toen mijn laatste ouder stierf, verloor ik ook mijn thuis. Soms wil ik nog ‘naar huis’ rijden, om dan te beseffen dat dit niet meer gaat. Dan voel ik me zo leeg.” – Liliane

“De laatste tien jaar van hun leven heb ik voor mijn ouders gezorgd. Toen ze kort na elkaar stierven, viel ik in een zwart gat. Ik heb het gevoel dat er nu niemand meer is die me echt kent.” – Nancy

“Toen mijn ouders allebei dood waren, besefte ik: ik ben nu de wortel voor mijn kinderen. Daaraan heb ik me opgetrokken de voorbije, moeilijke jaren. En ik zou willen vertellen aan hen: mama, papa, het gaat nu goed met me.” – Wendy

“Met het overlijden van mijn vader, op 81-jarige leeftijd, zijn ook de eerste barsten in de relatie met mijn zus gekomen. We hebben nog zes jaar samen voor ons moeder gezorgd. Toen die overleed, heeft mijn zus alle contact verbroken. Ons ouderlijk huis is verkocht en afgebroken. Ik ben alles kwijt: mijn ouders, mijn thuis, mijn zus.” – Lucrèce

Waarom is het zo ingrijpend?

Eigenlijk is het normaal dat je als kind afscheid neemt van je ouders. Zij zijn immers ouder, zij moeten als eersten gaan. Maar waarom doet zoiets dan toch zo vreselijk veel pijn? Gezinssocioloog Monique Van Eyken legt uit wat de onderliggende redenen zijn van dit verdriet.

1. Je wilt er van tevoren liefst niet aan denken. “Voor velen is het verlies van ouders heftig omdat ze er zich niet voldoende op voorbereiden. Nochtans is het een heel normaal gegeven dat ouders eerst zullen sterven. We zien de dood echter nog te veel als een taboe waar je niet over praat, en liefst ook niet aan denkt. Dat maakt het moment van sterven des te moeilijker.”

2. Een kinderangst wordt werkelijkheid. “Vraag aan een kind wat z’n grootste angst is en de kans is groot dat je als antwoord krijgt ‘mijn ouders verliezen’. Je ouders zijn er om je te steunen, om voor je te zorgen en onvoorwaardelijk van je te houden. Het wegvallen van die basis, ook al ben je geen kind meer, is heel ingrijpend. Er is ook een verschil of je op het moment van het verlies anderen om je heen hebt bij wie je steun vindt of er alleen voorstaat, en je dus ook werkelijk alleen bent. Sommige liefdesrelaties lopen na zo’n ingrijpend verlies op de klippen. Als je geen steun ervaart bij je partner kan dit een reden zijn om een punt achter een relatie te zetten.”

3. Je komt zelf een stap dichter bij de dood. “De generatie boven je valt weg, wat je onvermijdelijk aan je eigen sterfelijkheid doet denken. Als alles natuurlijk verloopt, ben jij de volgende. Vaak is het overlijden van ouders ook de eerste keer dat je geconfronteerd wordt met de dood. En hoe natuurlijk sterven ook is, het is nog altijd een taboe in onze maatschappij.”

4. Je relatie met je ouders eindigt. “Dit kan een mooie relatie geweest zijn, waar je met liefde aan terugdenkt. Dan doet het pijn omdat die stopt. Maar evengoed kan het een slechte relatie geweest zijn, en doet het vooral pijn omdat je rouwt om een band die er nu niet geweest is.”

5. Er is te weinig begrip. “Als iemands ouders overlijden, is de eerste vraag vaak hoe oud ze waren. Alsof het minder pijn doet als ze een gezegende leeftijd hebben bereikt. Terwijl dankbaarheid voor een lang leven geen verdriet uitsluit. Mensen vullen ook te veel voor een ander wat dit verlies voor hem betekent, dikwijls vanuit een eigen beleving. Durf het gesprek aan te gaan en vraag hoe het voor hen aanvoelt, zo zullen mensen zich beter begrepen voelen.”

6. Laatste rouw is dubbele rouw. “Vaak begint de rouw van je eerste overleden ouder pas als de tweede ouder sterft. Dat komt omdat je eerste bezorgdheid als kind vaak de overblijvende ouder is, en hou je je voor hem of haar sterk. Als beide ouders overleden zijn, is er plots ruimte om aan jezelf te denken. Wat heeft het verdriet met jou gedaan?”

Hét moment voor oude familieconflicten…

Als familiebemiddelaar begeleidt Monique Van Eyken moeilijke gesprekken. “Bij een overlijden van een ouder komen kinderen noodgedwongen samen. Dan kunnen oude conflicten opflakkeren terwijl de ouderfiguur er niet meer is om als buffer te dienen. Verdriet is iets heel persoonlijks. Elk kind heeft een andere band gehad met de ouder en dit kan een voedingsbodem zijn voor ruzie. Jaloezie die weer oplaait – ‘jij was altijd het lievelingetje’, of kwaadheid – ‘jij bent nooit op bezoek geweest’: het kan ontaarden in onherstelbare familieruzies. En dat is het laatste wat een ouder op z’n sterfbed wil zien gebeuren. Om een conflict te vermijden, kan een familiaal bemiddelaar worden ingeschakeld. Die kan nog voor het overlijden met alle betrokken partijen praten en zo bepaalde zaken vastleggen. Zo’n familiaal bemiddelaar kan ingeschakeld worden door alle betrokkenen: kind of ouders.”

Tekst: Lisa Gabriëls • Met dank aan Monique Van Eyken, apart-bemiddelen-coachen.be • Coverbeeld: Getty Images

Meer openhartige verhalen:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."