Openhartig
“Als mijn kleindochter en ik pizza eten, beseffen we dat we eigenlijk hetzelfde willen: gewoon gelukkig zijn”

Dat het weleens botst tussen verschillende generaties, is van alle tijden. Maar verzuring is aan columniste Anne Davis niet besteed. Zij ontdekt hoe verschillen kunnen schuren, maar ook kleur aan het leven kunnen geven.

Een vriendin van me is grootmoeder geworden en hoe heerlijk ze het ook vindt, ze heeft soms moeite om zich aan te passen. “Toen de baby huilde en ik haar wilde instoppen, kreeg ik van de vroedvrouw op mijn kop. Die zei dat baby’s die het te koud hebben, huilen, maar dat baby’s die het te heet hebben, doodgaan. Dat zal wel, maar ik heb mijn kinderen altijd lekker ingestopt, en dan huilden ze niet, en ze gingen ook niet dood. De nieuwe generatie denkt dat ze alles beter weet.”

Een andere vriendin heeft twee kleinkinderen, en al kan ze uitstekend met haar schoondochter opschieten, er zijn dingen die haar irriteren. “Als we ergens naartoe gaan, moet er een halve verhuiswagen mee, met een karretje en een stoeltje en een mutsje en truitjes, en als we iets gaan drinken, heeft ze zeker drie potjes gezonde snacks mee voor de kinderen om uit te kiezen. De kleinste krijgt speeltjes en een kleurplaat en de sleutelbos om mee te spelen, en de oudste krijgt de gsm van mama, want vervelen mogen ze zich niet. En als er eentje stout is, wordt er eindeloos geredeneerd met dat kind. Ik zet het gewoon even in de hoek en ze zien me er niet minder graag om.”

Wij hadden niet voor elk kind een speeltje mee op restaurant, of drie gezonde snacks. En toch zijn ze ook groot geworden

Ik herken het wel, en soms vraag ik me af hoe onze kinderen groot zijn geworden zonder in een vijver te verdrinken (picknick aan het water), hun benen te breken (op blote voeten over de rotsen) of verhongerd te zijn (vind je het niet lekker? Dan eet je maar niks). Maar of wij het beter hebben gedaan indertijd? Welnee, het is gewoon een kwestie van generatieverschil.

Van babyboomers tot generatie Z

Ik ben een babyboomer, en mijn zoon een millennial. Twee van mijn kleinkinderen zijn generatie Z. Wat mijn ouders waren, daar dacht ik verder niet over na. Ik wist ook niet dat er zoiets als een generatiekloof bestond. Natuurlijk, ik ergerde me dood aan mijn opa, die als hij naar de televisie keek, altijd zei: “Wat een mooie foto’s.” En ik deed dingen die mijn ouders niet fijn vonden en daar werd ik dan voor gestraft en dan liep ik weer in het gareel.

Toch was er in de twintigste eeuw waarin ik opgroeide, sprake van de eerste echte generatiekloof. Voor die tijd bleven jonge mensen braaf in de buurt van hun ouders wonen, en werkten ze vaak in het familiebedrijf. Maar met de komst van televisie ging er een nieuwe wereld open. En rond de jaren zestig, met de oorlog in Vietnam en de hippies, kwam er een nieuwe generatie die het héél anders wilde doen dan hun ouders.

Ik weet nog hoe cool ik jongens met lang haar vond, die door mijn vader met ‘Dag juffrouw’ werden aangesproken. Dat kon toen nog ongestraft

Ik trok naar Brussel om te studeren, en ik weet nog hoe cool ik de hippies vond, en jongens met lang haar, die door mijn vader regelmatig met ‘Dag juffrouw’ werden aangesproken. Dat kon toen nog ongestraft. Mijn vader was natuurlijk niet cool, maar ik had wel een grenzeloos respect voor hem, op een wat afstandelijke manier. Wij, de babyboomers, wilden opvoeden op een ándere manier, minder afstandelijk; we wilden ‘vrienden’ zijn van onze kinderen. We zouden alles doen om ervoor te zorgen dat ze het goed hadden, ook materieel.

Vriendjes met onze kinderen

In Brussel zat ik op kot met een vriendin. We hadden een elektrisch vuurtje om op te koken en een transistorradio. Maar toen we jaren later een vriendinnetje wegbrachten naar de universiteit, was het heel vanzelfsprekend dat ze een kamer had met eigen badkamer in een studentenhuis, met een televisie en internetverbinding, een gemeenschappelijke keuken en een tweepersoonsbed dat breder was dan het bed dat mijn vriendin en ik deelden, al die jaren geleden. Verwend, noemen we dat. Maar wie heeft ervoor gezorgd dat ze die luxe als normaal beschouwen? Wij, de babyboomers, die zo nodig vriendjes moesten zijn met onze kinderen.

En nu zijn de millennials middelbaar aan het worden, en bij sommigen is het of ze niet zozeer de vriendjes zijn van hun kinderen, maar hun bedienden. Generatie Z zal het straks ongetwijfeld weer anders doen en natuurlijk zullen we ook daar weer wat op te zeggen hebben. En soms vergeten we: vroeger was er ook een jeugd van tegenwoordig.

Nu de millennials middelbaar aan het worden zijn, lijkt het bij sommigen alsof ze niet zozeer de vriendjes zijn van hun kinderen, maar hun bedienden

De jongeren van nu worden vaak als gemakzuchtig afgeschilderd, veeleisend, langer kind. Er zijn er die langer thuis blijven wonen, of naar huis terugkeren als hun relatie op de klippen is gelopen, of als ze geen job kunnen vinden op hun niveau. Geen wonder: huishuren zijn ontzettend hoog, terwijl het kopen van een huis voor veel jonge mensen een verre droom lijkt. Als je dan bij ma en pa kunt blijven wonen om te sparen, is dat verleidelijk.

Maar ze blijven ook op een andere manier kinderlijker. Ik ken een stel dertigers, die allebei een goede baan hebben en een druk leven. Op zondagmorgen blijven ze lang in bed en bouwen ze samen Lego, en ze kijken Disneyfilms. En mijn eigen zoon, met zijn verantwoordelijke job in Japan, houdt regelmatig avonden met vrienden waarop ze computerspelletjes spelen.

Maar is dat in feite zo anders dan de kaartmiddagen die mijn ooms elke zondag bij mijn oma hielden? En bovendien, is het niet verleidelijk om wat langer kind te blijven in een wereld die geen bestaanszekerheid biedt, geen vooruitzichten en een massa zorgen over het milieu, oorlogen, drugs en de leefbaarheid van de toekomst? Een mens zou voor minder wat langer in bed blijven met een flinke doos Lego.

Alles op sociale media

Dé bepalende factor in de generatiekloof is misschien wel de komst van de computer. Millennials waren de eersten die de invloed voelden van het wereldwijde web: ze leerden anders communiceren, werken, reizen, kopen en verkopen. Bij generatie Z is dat nog veel sterker: zij léven voor een deel via de sociale media.

Terwijl we vroeger lachten om Japanse toeristen die alles beleefden door de lens van hun camera, zijn we nu allemaal Japanse toerist geworden in ons eigen leven. Alles wordt gedeeld, van een uitstapje met vrienden tot de eerste verjaardag van je hamster, van een huwelijksaanzoek tot je bordje eten op restaurant. En als een foto niet flatteert, is er Photoshop om de boel slanker, strakker of stralender te maken. Hoe meer likes je krijgt, hoe fijner.

Terwijl we vroeger lachten om Japanse toeristen die alles beleefden door de lens van hun camera, zijn we nu allemaal Japanse toerist geworden in ons eigen leven

Maar zo’n schijnwereld zet gewone stervelingen behoorlijk onder druk, en geen generatie die zoveel depressieve mensen kent als Generatie Z. Als je wordt geconfronteerd met het fantastische leven van anderen is het moeilijk om je niet de mindere te voelen. Dan is de druk groot om op dieet te gaan, of een tandenbleekmiddel te kopen, of net zo’n jurk als de beroemdheid op Instagram. Omdat we nu eenmaal altijd blijven hopen dat geluk toch maakbaar is.

Ik geef toe: ik zit ook op sociale media. Ik kan nog altijd geen selfie nemen zonder dat ik erop sta met een mummelmondje en één klein en één groot oog, maar ik zet wel zo nu en dan foto’s op Facebook van dingen waar ik blij van word. Al heeft mijn kleindochter me intussen voorzichtig verteld dat Facebook voor oude mensen is, en dat je tegenwoordig Snapchat moet gebruiken, of Insta, of andere dingen die ik graag aan mij laat voorbijgaan.

Zoek gelijkenissen, geen verschillen

Elke generatie zal zeggen dat het vroeger beter was, vermoed ik. En elke generatie vindt dat de jeugd luier is, of verwaander, of minder sterk, of gewoon vervelender dan vroeger. Maar is het allemaal wel zo anders? Ook vóór Facebook en Instagram waren connecties met anderen belangrijk, alleen kon het toen live.

Ik herinner me hoe mijn beste vriendin en ik op school naast elkaar zaten, en na school samen naar huis fietsten, en dan onmiddellijk de telefoon namen om bij te praten. In gesprekken die uren duurden, zo lang zelfs dat mijn vader me een krukje en een glaasje water kwam brengen.

Connectie was ook vóór Facebook belangrijk. Mijn beste vriendin en ik fietsen na school samen naar huis, waar we meteen de telefoon pakten om bij te praten

En boemerangkinderen die terug naar huis komen? Vroeger waren er heel wat gezinnen waar de ongetrouwde dochter of zoon gewoon bij vader en moeder bleef wonen. En toen mijn opa weduwnaar werd, kwam hij bij ons wonen, een boemerang-opa dus. Dat jongeren langer kinderlijk blijven, is ook niet abnormaal, want ook mijn generatie is langer jong dan onze ouders. We sporten, gaan naar concerten en festivals, we trekken er met een rugzak op uit en ja, we zitten op sociale media, al zijn het dan de verkeerde.

Dus laten we ophouden met zoveel kritiek te hebben op de nieuwe generatie. Ik heb respect voor al de jonge mensen die zich door covid hebben geworsteld en die dromen en idealen hebben. Die misschien door die jaren afzondering in lockdown wat meer moeite hebben om het standpunt van anderen te zien, en die soms ‘woke’ zijn en té politiek correct, maar waren de hippies van toen zo realistisch?

Ik kan leren van de jongeren van nu, die superselfies online zetten, maar ook bereid zijn om te zeggen dat het echt niet gaat

Ik kan van hen leren, van de jongeren van nu, die leven net zo belangrijk vinden als werken, en die superselfies op internet zetten, maar ook bereid zijn om te zeggen dat ze depressief zijn. Die creatief in tweedehandswinkels shoppen en gelijkheid en diversiteit belangrijk vinden. Die verfrissend en verbijsterend anders zijn.

Maar als mijn kleindochter en ik op stap gaan, hebben we allebei jeans en een T-shirt aan, en we hebben allebei drie gaatjes in onze oren. We kijken naar Barbie, en al is de boodschap erachter voor haar meer een openbaring dan voor mij, we nemen er allebei iets van mee. Als we dan later een pizza gaan eten, praten we over gelukkig zijn, en wat dat betekent. En dan blijkt dat we allebei hetzelfde willen, ook al schelen we nog zoveel generaties.

Uit: Libelle 50/2023

Meer lezen:

Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."