Uit het hart van Hannelore: “Als een mens de vrienden krijgt die hij verdient, dan moet ik ergens onderweg toch iets goed hebben gedaan”

Begin vorig jaar verloor Hannelore (35) plots haar grote liefde Stijn aan hartfalen. In haar columns vertelt ze elke week over haar leven als jonge weduwe met twee kinderen.

Onze columniste in het kort: Hannelore Bedert is bij het grote publiek bekend als singer-songwriter, en auteur van ‘Lam’, waarmee ze de Bronzen Uil publieksprijs 2019 won.

(H)echte vriendschap

Ik had een vriend. Zo’n vriend in wie je het volste vertrouwen hebt, in wie je jezelf herkent. Een voor wie je veel overhebt, omdat dat nu eenmaal is hoe je functioneert. Een vriend die herhaaldelijk laat weten hoe fijn hij de vriendschap vindt. Dat soort vriend had ik.

En toen was hij weg. Ineens, zomaar, op het moment dat mijn hele leven overhoop werd gehaald, net op dát moment besloot de vriend dat hij er toch niet kon of wilde zijn. In de warmte van alle andere vrienden die mij en de kinderen omarmden, viel zijn afwezigheid meer op dan ze anders misschien had gedaan. De ontstane leegte werd nog leger gemaakt.

In al mijn koppigheid stelde ik vragen, bleef pogingen ondernemen om te achterhalen waarom hij was verdwenen. Ik was niet zo nodig op zoek naar een antwoord, ik wilde vooral niet nóg een extra gemis dragen. Want het hakte er stevig in, en ik voelde dat ik stilaan kwaad werd om het extra verdriet dat in mijn schoot werd geworpen. Echter, de muur waar ik op botste, bleek bij elke vraag een meter hoger te worden.

“Vriendschap is onvoorwaardelijk. Als de ander je nodig heeft, dan ben je er, en dan zorg je voor elkaar”

Vriendschap is onvoorwaardelijk, daar waren Stijn en ik het altijd over eens geweest. Je kunt uit elkaar groeien – mensen slaan nu eenmaal geregeld andere wegen in – en sommige vriendschappen verwateren. Zo gaat dat, niks mis mee. Maar als de ander je nodig heeft, dan ben je er. Welke vreemde bochten je eigen leven op dat moment ook neemt, je bent er. En je zorgt voor elkaar.

Stijn had er een duidelijke mening over gehad, over de vriendschap. Hij had de vriend altijd maar wat onbetrouwbaar gevonden. En ik had het niet gezien. Ik hoor Stijn stilletjes lachen en denk: ja ja, ik weet het, je hebt gelijk, je had het gezegd. Wat voel je je dom als je ergens met open ogen bent ingelopen.

Bij vrienden lucht ik mijn hart. Ik vraag of ik iets over het hoofd heb gezien. Ik huil en voor de eerste keer in maanden is dat niet om Stijn. “Niet iedereen kan om met zo veel verdriet”, zegt een vriendin. “Sommigen panikeren.”
“Zo’n allesoverheersend verdriet is beangstigend”, zegt iemand anders voorzichtig. “Als je wegblijft en het verdriet dus niet elke dag hoeft te zien, dan is het gewoon minder aanwezig.”
“En dus ook minder beangstigend”, knik ik.

Eén van de vrienden geeft toe dat hij het soms ook wil doen, vluchten. Dat vluchten vaak makkelijker voelt dan aanwezig zijn. “Maar een mens mag daar niet alleen door gaan, door zo’n verdriet”, zegt hij, “Wij zijn er. Allemaal. Voor jou en voor de kindjes.”

Je hebt natuurlijk ook mensen die je vriendschap niet waard zijn”, zegt iemand resoluut. “Je kunt en mag lang wachten, uit schrik voor al dat verdriet, maar als je uiteindelijk het lef niet hebt om na al die tijd tóch nog aan de deur te staan, dan ben je de naam ‘vriend’ niet waardig.”

Er wordt gelachen. Om mij, om de vriend. Er wordt getoast. Op Stijn, op mij, op de kindjes. En op die onvoorwaardelijke vriendschap waar Stijn ook zo van hield.

“Ik voel dat ik in zo goed als elk gezelschap weer mijn plaats moet vinden. Stijn en ik waren een geheel geworden en heel vaak voel ik me ontheemd”

Terwijl er gebabbeld wordt, terwijl de wilde verhalen over Stijn op geschater worden onthaald, terwijl er wordt gelachen én gehuild, terwijl af en toe iemand naar mij knipoogt, kijk ik de kring rond. Ik voel dat ik in zo goed als elk gezelschap weer mijn plaats moet vinden. Stijn en ik waren een geheel geworden en heel vaak voel ik me ontheemd. Vaak weet ik zelfs niet eens meer goed wie ik ben. Het is een constant zoeken naar wat mijn plaats is, naar wie ik nog ben, hoe welkom ik me ook voel. Maar dat ik me welkom voel, dat de kinderen en ik worden omarmd, dat staat vast.

Iemand schreef me onlangs: “Een mens krijgt de vrienden die hij verdient.” Terwijl ik om me heen kijk, brieven lees, berichten ontvang, de door anderen volgestouwde diepvries open, uitgenodigd word op etentjes en feestjes allerhande en af en toe ook bewust met rust word gelaten, denk ik: als ik al deze vrienden verdien, dan moet ik ergens onderweg toch iets goeds hebben gedaan.

LEES MEER VAN HANNELORE BEDERT:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."