Koen

Koens column: “Niets zo essentieel voor een vriendschap als tijd”

Koen Strobbe (58) is na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug in ons land.

Het overkomt ons tegenwoordig allemaal weleens: op straat of in de supermarkt lopen we iemand tegen het lijf met wie we jarenlang een hechte band hadden, maar die we tijdens de moeilijke voorbije jaren helemaal uit het oog verloren. Daar sta je dan.

Niet makkelijk om als eerste het ijs te breken, en als je dan over koetjes en kalfjes begint, blijken mensen opeens gescheiden te zijn of een naaste verloren te hebben, zonder dat je daar iets van hoorde. In het beste geval is het nieuws positief, een nieuw kleinkind of zo. Maar hoe dan ook val je gênant uit de lucht en onderstreept zo’n gesprek nog eens extra dat de vriendschap niet meer is wat ze vroeger was. Dat de tijd moordend is.

Onlangs vertelde iemand op het werk me hoe de pandemie zijn familie heeft opgeblazen. Erg close waren de broers en zussen toch al niet, maar vroeger ontmoetten ze elkaar tenminste nog bij bezoekjes aan de ouders. Dat was tijdens de quarantaine natuurlijk weggevallen, en daarna schaamden ze zich ook niet meer om toe te geven dat het niet is omdat je hetzelfde bloed hebt, dat je ook samen hoort. Qua gevoel kun je daarmee twee kanten uit: het is pijnlijk, maar ook heel eerlijk.

Ik maak er geen drama van dat sommige banden loskomen. Maar ik vraag me dan wél af: waarom ben ik die ene vriend uit het oog verloren en die andere niet?

Maar terug naar die tijd, dus. Niets zo essentieel voor een vriendschap als tijd. Je hebt immers tijd nodig om elkaar te leren kennen en de vriendschap uit te diepen. Maar tijd kan ook een echte killer zijn en een vriendschap doen verwelken als je ze niet onderhoudt, of zoals heel vaak de afgelopen tijd, niet kón onderhouden, omdat er zoveel regels en toestanden in de weg lagen.

Voor Ilse en mij komt daar nog die lange tijd in Frankrijk bij. Een aantal Belgische vriendschappen hebben die periode niet overleefd, en andersom zijn ook echt goede relaties die we de afgelopen twintig jaar in Frankrijk hadden opgebouwd, al helemaal aan het afbrokkelen, terwijl we nog maar net een jaar terug in België zijn. Je aanvaardt dat natuurlijk ook. Ik maak er geen drama van dat sommige banden, die misschien toch al niet de meest hechte waren, loskomen. Maar ik vraag me dan wél af: waarom ben ik die ene vriend uit het oog verloren en die andere niet?

Je hoort weleens dat je beste, en in veel gevallen enige echte vrienden mensen zijn met wie je vóór je dertigste heel close wordt. Naar het schijnt ben je op die leeftijd nog totaal onbevooroordeeld, waardoor je mensen taxeert op wie ze echt zijn, terwijl je op latere leeftijd meer ‘berekend’ te werk gaat en je je sneller afschermt voor mensen waar je niet echt iets aan hebt. Dat klinkt een beetje als pyschologenpraat, maar als puntje bij paaltje komt, moet ik toegeven dat ik mijn eigen beste vrienden ook allemaal uit mijn school- en studentenjaren ken.

Een echte vriend, dat is voor mij iemand aan wie ik alles kan vertellen. En zo heb ik er eigenlijk maar twee.

Toen ik onlangs met buddies van vroeger een avondje uit was, ging het gesprek daarover. Dat we allemaal een heel netwerk van ‘losse vrienden’ in rook hebben zien opgaan, de voorbije jaren. Iemand merkte nuchter op dat we daar eigenlijk niet zo serieus over moeten doen en onszelf zeker geen verwijten mogen maken. Sowieso hebben de meeste mensen maar een heel beperkt aantal échte vrienden. Dat beeld van gigantische vriendennetwerken wordt ons opgedrongen door Amerikaanse soaps en is overroepen.

Het hangt er natuurlijk ook vanaf wat je juist verstaat onder ‘echte vrienden’. Wat sommige mensen een collega of een goede kennis noemen, is voor anderen al een heuse vriend. Ik heb een heel eigen opvatting over wat een echte, beste vriend of vriendin is: dat is iemand tegen wie ik alles kan vertellen en waar ik, als het erop aankomt, letterlijk mijn leven aan zou toevertrouwen.

Volgens die criteria heb ik eigenlijk maar twéé echte vrienden. En het grappige is dat we dan ook nog eens twintig jaar lang op meer dan duizend kilometer van elkaar hebben gewoond. Toch heeft die vriendschap de tijd en de kilometers overleefd. Meer nog, ze is alleen maar hechter geworden. En het zijn er dan misschien maar twee, maar ik ben er wel gigantisch dankbaar voor.

Lees meer van Koen Strobbe:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."