Annick

“In je handen klappen voor iemand is zoveel fijner dan al die likes op social media”

Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.

Over hoe belangrijk applaus is

Walter en ik zitten in de mooie concertzaal van Flagey. We luisterden net een uur naar een jonge Poolse jazzpianist die ons wist te boeien met zijn virtuoze spel. Op het einde staat hij recht, buigt en verdwijnt in de coulissen. Het publiek blijft klappen en klappen en klappen. De pianist komt terug, buigt weer en speelt nog twee bisnummers. Wanneer die gedaan zijn, buigt hij een laatste keer en gaat weg, deze keer definitief.

Het zaallicht gaat aan. Een teken dat verder applaudisseren zinloos is. Plots vind ik dat buigen en na lang applaus terugkomen een heel fijne ongeschreven wet bij optredens en voorstellingen. Nadat een artiest het beste van zichzelf heeft gegeven, roept zijn publiek hem terug. Het is alsof het allemaal in een scenario staat. Eigenlijk zou zo’n pianist ook gewoon twee nummers langer kunnen doorspelen en dan verdwijnen. Maar dat doet hij niet. Voor die extra nummers moet het publiek eerst wat moeite doen.

Wanneer we na het concert nog iets drinken met vrienden in de foyer, gooi ik mijn gedachte in de groep. Meteen duiken allerlei verhalen op van concerten waar nauwelijks applaus was. Maar ook van concerten in Nederland, waar het razend enthousiaste publiek meteen rechtveert voor een staande ovatie, drie minuten lang helemaal uit de bol gaat en vervolgens zijn jas aandoet en naar buiten gaat. Blijkbaar verschilt applaus van land tot land.

Wanneer Odetje iets nieuws kan, roept iedereen ‘bravo!’ en klappen we luid”

Wij leren allemaal al vroeg in ons leven applaudisseren en vreemd genoeg is ons eerste applaus meestal voor onszelf. Wanneer Odetje, die nu anderhalf is, iets nieuws kan of iets flinks doet, roept iedereen ‘bravo!’ en klappen we luid. Zelf klapt ze het hardst van al in haar kleine mollige handjes. Een eerste succesje, en meteen krijgt zo’n minimensje al applaus. Ze weet maar al te goed dat het een blijk van waardering is. Soms klapt ze zomaar en kijkt ze vragend rond tot wij meedoen.

Natuurlijk krijgt niet alles applaus. Wanneer ze iets stouts doet, berispen we haar ook. Maar ik geloof heilig dat je meer bereikt met focussen op het goede. En waarom niet met een klein applausje erbij. Sommige mensen jagen hun hele leven dat applausje na. Ik heb een goede vriend die als kind niet gezien werd door zijn ouders en nooit eens een complimentje kreeg. Hij is al al heel zijn leven op zoek naar erkenning en applaus.

Elk kind wil graag gezien worden. We willen allemaal dat onze ouders van ons houden. En vaak handelen we daarnaar. En dat blijft duren. Ikzelf denk nog vaak aan mijn veel te vroeg overleden vader als ik iets doe waar ik trots op ben. “Hier zou hij ook fier op zijn geweest”, schiet er dan door mijn hoofd. Doordat hij zo vroeg is gestorven, lijk ik een levenslange behoefte te hebben naar zijn goedkeuring en waardering. Wat zou ik niet geven om een applaus van hem te horen.

Mijn vader is veel te vroeg overleden, en nu nog hunker ik naar zijn goedkeuring. Hij zou fier geweest zijn, denk ik vaak…”

Applaus is voor mij niet alleen appreciatie, het creëert ook samenhorigheid. Tijdens covid zaten we allemaal opgesloten in ons eigen kooitje. Een tijdlang gingen stipt om 20 uur onze ramen en terrasdeuren, en die van de buren, open aan de reusachtige binnenkoer aan de achterkant van ons appartement. Iedereen kwam buiten, en er werd minutenlang geapplaudisseerd voor de zorgverleners. Na het applaus deed ik vaak nog een babbeltje met verschillende buren.

Op een mooie warme avond begon iemand tijdens zo’n applaus muziek te spelen. Een jonge vrouw speelde het nummer ‘Bella Ciao’ op de trompet, door de opening van haar raam. Ik zag haar voor het eerst staan, twee verdiepingen hoger dan wij, in een aangrenzend gebouw. Gewoon een van de vele, vaak anonieme, buren. Eerst hield iedereen zich in en stonden we met zijn allen muisstil te luisteren. Maar dan begon een vrolijke buurman mee te klappen en een andere begon te zingen. Een halfuur lang hebben we klappend en zingend een heerlijk concert gegeven voor onszelf. Toen de trompettiste stopte, leverde het haar… een groot applaus op.

Ik hoop echt dat we nog lang blijven in onze handen klappen. Het is zoveel fijner dan anonieme likes op Facebook en Instagram. Ik weet in ieder geval dat ik voor mijn kleindochters blijf klappen, zolang ik mijn handen tegen elkaar krijg.

Meer van onze columnisten:

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."