eetstoornis
Getty Images

“De dag nadat ik me liet opnemen voor mijn eetstoornis”: het verhaal van Silke

Door Els De Ridder

De dag na een ingrijpende gebeurtenis, een grote verandering of een belangrijk inzicht, is er vaak één vol emotie. Silke vertelt hier over die dag nadat ze zich liet opnemen voor haar eetstoornis.

Silke (29): “Ik word wakker, en de ochtend is heet. Na deze eerste nacht op de afdeling voor eetstoornissen voelt mijn lijf erg verzwakt. Ik kan mijn spieren niet gebruiken, krijg amper de ene voet voor de andere en in mijn hoofd is het mistig. Ik herken wel de geur die in de kamers en gangen hangt, voel de spanning in de ruimtes. Het is immers niet de eerste keer dat ik voor mijn eetstoornis word opgenomen. Ik weet welk regime me hier te wachten staat, welke mentale en fysieke strijd ik zal moeten aangaan.

“Omdat ik de afgelopen tijd dieper ben gegaan dan ooit, ik de dood in de ogen heb gekeken, besef ik nu meer dan ooit dat ik hulp nodig heb”

Gisteren werd ik binnengereden in mijn rolstoel, vandaag zie ik voor het eerst een paar vertrouwde gezichten van het verpleegkundig team. Bekend en toch anders, want deze keer heeft niemand mij gepusht om hier te zijn, maar wil ik deze opname zélf. Mijn gevecht met voedsel woedt nu al ruim zeven jaar. En omdat ik de afgelopen tijd dieper ben gegaan dan ooit, ik de dood in de ogen heb gekeken – wat verschrikkelijk beangstigend was -, besef ik nu meer dan ooit dat ik hulp nodig heb.

Het programma op de afdeling is strak en streng, en daarvan zijn de eetmomenten het meest stresserend. Eerst moet ik op de weegschaal gaan staan, en dan krijg ik een half uur de tijd om zes boterhammen op te eten. Die hoeveelheid is voor iedereen anders, en wordt bepaald door een diëtist. De spanning hangt in de zaal. De eetmomenten zijn geen gezellig samenzijn, maar misschien wel het zwaarste onderdeel van de therapie.

Terwijl ik stukjes boterham traag oppeuzel, denk ik aan de vorige keer dat ik hier verbleef: drie weken geleden werd ik met spoed opgenomen omdat al mijn waarden in het rood gingen. Ik maakte geen witte bloedcellen meer aan, en de dokters waren stomverbaasd dat ik met zo’n extreem ondergewicht en falende organen nog leefde. Mijn toestand is heel ernstig, en dat motiveert me op lugubere wijze om te vechten, om opnieuw te leren eten en voorzichtig te leren leven.

Ik inspecteer het yoghurtje en het beleg op mijn dienblad. Als er verschillende soorten zijn om uit te kiezen, neem ik altijd het minst lekkere. Mijn eetprobleem focust zich op het eten op zich, maar ook, en misschien vooral, op wát ik eet. Ik mag niet genieten van eten, ik moet mezelf straffen… Hoe is het toch ooit zover kunnen komen? Mijn gedachten dwalen af naar mijn grootouders, bij wie ik mijn kindertijd heb doorgebracht en die ik op korte tijd moest afgeven. Dat verdriet en gemis heeft wellicht iets bij me uitgelokt.

“Er is wél die wil om te vechten, om te leren leven met mijn eetprobleem en weer beter te worden”

Sindsdien gaat het alleszins bergaf met mij. Angststoornissen zitten ook wel in de familie, maar verder liep ik geen noemenswaardig trauma op dat kan verklaren waarom ik in zo’n extreme mate met anorexia worstel. Ik probeer op te staan uit mijn rolstoel, maar dat is moeilijk. Ik heb hulp nodig bij het stappen en kan alleen het hoogstnodige. Buiten de eetmomenten heb ik voorlopig weinig om handen, dus wacht me hier in eerste instantie het grote nietsdoen. Ik vul wat kruiswoordraadsels in om de tijd te doden en mijn gedachten af te leiden van mijn eet- en andere angsten. Niet te lang, daarvoor ben ik nog te verzwakt.

Er hangt een spiegel in mijn kamer, maar daar kijk ik niet in. Mijn lichaamsbeeld en zelfbeeld zijn nog te vertekend. Ik moet nog veel aankomen en me mentaal beter voelen eer ik dat opnieuw durf. Ik staar wat naar buiten en voel me onzeker over alles: mezelf, mijn toekomst, mijn leven. Maar er is wél die wil om te vechten, om te leren leven met mijn eetprobleem en weer beter te worden…”

Zo ging het verder

Silke: “Ik verbleef uiteindelijk zes maanden op de afdeling. Een veilige plek, maar ook een plastic visbokaal – zo noem ik het. Je leeft er niet het echte leven met de vele regels en strakke structuur. Eerst is het eten, eten, eten en proberen bijkomen, om dan – als je een BMI van 13 hebt gehaald – te mogen aansluiten bij de groepstherapie. Na drie maanden ga je naar huis om het daar een tijdje zelfstandig te proberen. Dat was zeker lastig. Het voelde alsof ik mijn ‘familie’ moest achterlaten, mijn veilige cocon. Maar ik was ook gemotiveerd.

Uiteraard is het uitdagend, maar het lukt me steeds beter om het aan te kunnen. Een maaltijd waar geen calorieën op vermeld staan, en die versbereid is, lukt me tot nu toe het best. Maar tijdens het winkelen, laat ik me nog makkelijk beïnvloeden door de calorieën die op de meeste verpakkingen staan. Ik kan helaas nog geen grote plannen maken. Ik leef niet van dag tot dag, maar nog steeds van eetmoment naar eetmoment. Het is moeilijk, maar ik doe mijn best om mijn porties op te eten.

“Ik heb een missie: ik wil mijn verhaal doen, open en eerlijk, het taboe helpen doorbreken.”

Ik had wel nooit gedacht dat ik al sterk genoeg zou zijn om hier vandaag een uurlang mijn verhaal te vertellen, op een bankje in de zon. Ik ben nog altijd te mager, ik heb sowieso nog een lange weg af te leggen. Dit is een oefening voor het leven, dat besef ik. Wat me ontzettend helpt, zijn mijn studies orthopedagogie en mijn vrijwilligerswerk in een woonzorgcentrum. Het geeft mijn week structuur, geeft me voldoening en een doel. Op moeilijke momenten is dat werk in het rusthuis mijn houvast en mijn veilige plek.

En ook het besef dat ik vroeger eigenlijk nooit dik ben geweest, ondanks het feit dat ik veel at, is een soort van inzicht. Dat heb ik geleerd tijdens mijn opname. Het is gewoon mijn metabolisme, het is wat mijn lichaam nodig heeft.

Hier en daar zijn er nog uitdagingen. Ik wil bijvoorbeeld de complexiteit van een eetstoornis aankaarten in de media. Dat voelt als een missie. Mijn verhaal doen, open en eerlijk, het taboe helpen doorbreken. Ik stoor me aan de aandacht die gaat naar porties, gezond leven en coronakilo’s, naar de gedetailleerde etiketjes waarop het aantal kcal per portie staat. Daarover wil ik informeren, discussiëren. Als een sterke Silke, volwassener, rustiger en genuanceerder.”

Uit: Libelle 35/2022

MEER LEZEN:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."