Openhartig
“Mijn dochtertje is mijn eerste ‘echte’ familielid – de enige ter wereld in wie ik dingen van mezelf herken”

Toen ze twee weken oud was, werd Jasmijn door haar geboortemoeder naar een weeshuis gebracht. Ze was elf maanden toen ze in België aankwam. Zelf mama worden was voor haar dan ook een heel overweldigende ervaring.

Jasmijn (34): “Ik ben afkomstig uit India. Toen ik zo’n twee weken oud was, heeft mijn moeder me naar een weeshuis gebracht. Ze heeft me in de armen van een zuster gelegd en is spoorslags verdwenen, zonder haar gegevens achter te laten.

Ik was elf maanden toen ik in België aankwam, bij superlieve adoptieouders die me een warme thuis hebben bezorgd. Natuurlijk waren er periodes dat ik nieuwsgierig was naar mijn afkomst en heb ik soms gesakkerd op het feit dat ik geen enkel aanknopingspunt heb. Maar tegelijk gaf het me een stukje rust: ik hoefde geen energie te steken in een zoektocht, ik kon het loslaten.

Maar sinds een kleine twee jaar is er iets veranderd. Ik heb nu een dochtertje: een schattig meisje met donkere ogen, dik golvend haar en een getaande huid. Sinds Zoë er is, besef ik dat het niet meer alleen om mijn achtergrond gaat, maar ook om die van mijn kind. Mijn verhaal is nu een deel van haar verhaal. En ook al zal ik mijn moeder of andere familieleden wellicht nooit terugvinden, wil ik vanaf nu meer mijn best doen om de Indiase cultuur beter te leren kennen én stukjes ervan door te geven aan mijn dochter. Dat ben ik aan haar verplicht.

Dat mijn geboortemoeder me heeft afgestaan, zie ik nu in de eerste plaats als een daad van liefde

Ik heb lang geaarzeld of ik wel moeder wilde worden. Sowieso had ik tot mijn dertigste niet de juiste partner om aan kinderen te beginnen, maar ik heb ook altijd getwijfeld of ik geschikt was voor het moederschap. Of er een link was met het feit dat ik geadopteerd ben? Waarschijnlijk wel. Maar kijk, op een dag kwam ik mijn huidige man tegen, die wél een uitgesproken kinderwens had, waardoor ik vrij snel overstag ging.

Oermoeder

Tijdens mijn zwangerschap was ik blij en gelukkig, maar ook enorm onzeker en bang. Ging het wel allemaal goedkomen? Ik stond in die tijd meer dan ooit stil bij mijn eigen herkomst. Was er dan echt niet meer bekend over mijn levensbegin? Hoe had mijn geboortemoeder zich gevoeld toen ze zwanger was van mij? Hoe en waar was ze bevallen, wat had ik voor haar betekend die eerste weken en waarom had ze mij afgestaan? Zoveel vragen waarop ik nooit een antwoord zou krijgen.

Mijn bevalling was er een uit de boekjes: vlot, onder epidurale verdoving en exact op de uitgerekende datum. Toen ik Zoë voor het eerst in mijn armen hield, werd ik overvallen door een oermoedergevoel. ‘Wie het waagt om aan mijn kind te komen, krijgt met mij te doen’. Hier was ze dan, mijn eerste ‘echte’ familielid. Dit wezentje was de enige mens ter wereld van wie ik wist dat we hetzelfde DNA deelden.

Het zorgde voor een overweldigend gevoel van verbondenheid dat nog zou groeien naarmate ik meer dingen van mezelf in Zoë ging herkennen. De vorm van haar wenkbrauwen, het kuiltje in haar kin, haar ogen die vuur schieten als ze boos is, de manier waarop ze haar lipjes tuit als ze drinkt… Ik ben nog elke keer opnieuw verbaasd dat er nu iemand is die in zoveel kleine dingen op me lijkt.

Het is alsof ik pas ben beginnen te leven op het moment dat ik in België ben aangekomen

Sinds ik mama ben, kijk ik anders naar zowel mijn geboortemoeder als naar mijn adoptieouders. Met meer begrip, mildheid en liefde. Toen Zoë een paar weken oud was – de leeftijd waarop ikzelf ben afgestaan – heb ik het even moeilijk gehad. Ik herinner me een moment dat ik haar aan het voeden was en dat de tranen over mijn wangen liepen. ‘Hoe radeloos moet mijn moeder geweest zijn om haar baby weg te geven?’ vroeg ik me af.

Tot dan had ik me weinig kunnen voorstellen bij haar beweegredenen, maar door mijn eigen intense moedergevoelens besefte ik hoe verschrikkelijk het voor haar geweest moet zijn. Dat ze me heeft afgestaan, zie ik nu in de eerste plaats als een daad van liefde. Ook met mijn adoptieouders is de band nog sterker geworden sinds de komst van Zoë. Zij hebben zelf geen kinderen op de wereld kunnen zetten; ik voel nu pas hoeveel pijn en verdriet dat wellicht heeft gedaan.

Mijn liefde en respect voor hen zijn immens als ik me realiseer met hoeveel overgave ze mij vanaf de eerste dag in hun hart hebben gesloten, ook al kwam ik uit een andere buik. En Zoë heeft de liefste grootouders die ze zich maar kan wensen. Als ik blader in de fotoalbums en plakboeken die mijn adoptieouders voor me hebben bijgehouden, denk ik soms: het is alsof ik pas ben beginnen te leven op het moment dat ik in België ben aangekomen.

Van mijn eerste elf levensmaanden in het weeshuis zijn er geen foto’s, geen verslagen, geen verhalen – alsof ik toen nog niet bestond. Dat gemis is ongetwijfeld de reden geweest waarom ik mijn zwangerschap en Zoë’s babytijd zo minutieus gedocumenteerd heb, met stapels foto’s en een dagboek waarin ik elk detail noteerde. Ik wilde alles onthouden, om het later aan mijn dochter te kunnen vertellen. Haar levensgeschiedenis zou wél compleet zijn. En ze zou altijd weten dat ze vanaf het prille begin belangrijk voor ons is geweest.”

Uit: Libelle 10/2023

Meer openhartige verhalen:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."