Tot ik twee jaar terug op een dag telefoon kreeg van een ex-collega. We kenden elkaar goed, want ik had haar nog opgeleid. Ze leidde nu het salesteam in het schoonmaakbedrijf, en vroeg of ik niet wilde terugkeren. Na drie heen-en-weergesprekken wandelde ik in 2018 weer mijn oude vertrouwde werkplek binnen. Het was thuiskomen: met mijn oude collega’s pikte ik onmiddellijk de draad weer op en binnen de kortste keren was ik ingewerkt. En dan volgde de eerste lockdown, met veel thuiswerken en onzekerheid. Onze schoonmaakdiensten dreigden eerst stil te vallen, om dan opnieuw voluit te gaan voor desinfecterende schoonmaak en zo op volle toeren te draaien. Mijn agenda was goed gevuld, de gemoedsrust zat goed. Werken van thuis uit, dat wel, maar mijn collega’s, oversten en ik hadden contact via Teams. We zagen en hoorden elkaar geregeld via het scherm. En toch, redelijk snel en best onverwacht werd ik op volledige economische werkloosheid gezet, terwijl andere collega’s voor een stuk konden blijven meedraaien. Niet helemaal geruststellend vond ik dat. Ik miste mijn job, mijn bezigheid en mijn collega’s – enkele teamleden wilden zelfs minder gaan werken om mij toch aan de slag te houden. Een goedbedoeld voorstel, maar het kon niet op de goedkeuring van het ondertussen nieuwe management rekenen.
“Op kille toon gaf mijn baas mijn ontslag via whatsapp. Ik voelde me eruit gekegeld, weggezet, op de voor hen goedkoopste manier”
Niet veel later kreeg ik een uitnodiging voor een online meeting. Iets waar ik naar uitkeek, want eindelijk zou ik nog eens een update krijgen van de afdeling, en wat collegiaal nieuws horen. Ik weet nog goed hoe ik die ochtend in april ’n beetje prettig ongeduldig voor mijn pc zat en probeerde in te loggen. Maar dat lukte niet, ook niet na enkele keren, en ook niet na een poging om mijn wachtwoord te vernieuwen. Ik dacht: ben ik nu uit het systeem gekickt? Een onrust die ik niet meer uit mijn hoofd kreeg. Mijn baas stelde voor om me via whatsapp te spreken en daar kreeg ik het te horen, op kille toon: door corona staan een aantal schoonmaakopdrachten on hold, en daarom beëindigen we jouw contract. Ik stond met mijn mond vol tanden. Ontslagen worden via een scherm? Ik sloot abrupt af. Ik was boos, emotioneel, teleurgesteld. Corona werd hier als excuus gebruikt door het nieuwe management voor een onnodig ontslag en ook om dat op een afstandelijke, ‘makkelijke en bijgevolg laffe’ manier mee te delen. Waarom kon dit niet rond de tafel, op kantoor besproken worden? Een plek, in real life, waar je als twee volwassenen iets makkelijker in dialoog kunt gaan na zo’n moeilijke boodschap. Dat heb je nodig om zo’n bericht te kunnen verwerken. Ik was al eens ontslagen, maar toen voelde ik me nog gedragen door het bedrijf op een of andere manier. Nu werd ik eruit gekegeld, weggezet, op de voor hen goedkoopste manier. Want ze moesten me niet uitbetalen, dat zou de RVA doen. Bovendien stond ik alleen, en dan kan de vakbond niet zo veel voor je betekenen. Dat doet iets met je zelfvertrouwen, ook op je 58ste. Mijn boosheid had tijd nodig om te gaan liggen, en heeft nog lang opgeflakkerd. Door corona had ik bovendien niet de nabijheid van collega’s om troost en begrip te zoeken… Gelukkig belden ze me massaal, en waren ze toch een grote steun. Dat beetje begrip en menselijkheid dat ik had verwacht van mijn baas, kreeg ik gelukkig van hen, en van vrienden en familie.
Ik heb even de tijd genomen om te bekomen en heb dan gelukkig vrij snel een nieuwe fijne job gevonden. Het werk is uitdagend, ik moet mijn hoofd erbij houden, maar daar hou ik net van. Het ontslag dendert wel nog na. Ik laat mijn werk checken en dubbelchecken. Ik wil het goed doen, want alles kan zo makkelijk tegen je ingezet worden. Mijn nieuwe collega’s en mijn verantwoordelijke zijn er voor me, en dat doet mijn zelfvertrouwen goed. Ik voel me hier terug groeien in mijn job. Denken aan mijn fin de carrière doe ik zelfs niet, maar ik hoop die hier te mogen en kunnen beleven. Niet in boosheid, maar in schoonheid.”