Father and daughter holding hand together in vintage color tone

Mijn verhaal: “Vreselijk, als ik Eline met te kleine schoenen naar school stuur. Maar het kán soms niet anders”

Door De Redactie

Eddie (33) groeide op in armoede. Nu hij zelf een dochtertje heeft, doet hij alles om haar een beter leven te geven. Maar zonder geld en zonder voorbeeld is dat niet makkelijk.

We zeggen het nogal gemakkelijk. Dat liefde het enige is wat een kind nodig heeft. Als dat zou kloppen, zou Eline het rijkste meisje zijn van de hele wereld. Haar papa Eddie draagt haar op handen. Zijn dochter is het centrum van zijn bestaan, de reden dat hij elke ochtend opstaat en blijft geloven in een betere toekomst voor hen allebei.

Maar naast liefde heeft een kind ook eten nodig. En schoentjes. En – als het koud is – een deken. En, altijd: een dak boven het hoofd. Het zijn maar enkele dingen waar Eddie, hoe graag hij zijn dochtertje ook ziet, niet altijd een oplossing voor heeft. Zelf is hij geboren in armoede. En volgens de statistieken heeft zijn kind dan ook een grotere kans om later in de armoede te belanden. Uit alle macht probeert hij de erfenis van zijn ouders niet door te geven aan zijn dochter. “Ik geef haar liefde. Dat is al één ding meer dan wat ik kreeg van mijn ouders. Maar ik zou haar zoveel meer willen geven.” Met zijn verhaal wil hij de mensen wakker schudden. Omdat het cliché ‘waar een wil is, is een weg’ niet altijd klopt. Ook al wil je het nog zo hard.

Ongewenste kinderen

Eddie: “Mijn vader was schilder-behanger. Een goeie job, hij werkte hard. Je zou denken dat we ons om geld geen zorgen hoefden te maken. Maar mijn moeder was een feestbeest. Zij wilde niet werken en ze wilde vooral ook niet voor ons zorgen. Uitgaan, drinken, plezier maken: dat was haar leven. Op mijn derde is ze vertrokken. Mijn vader bleef achter met mijn kleine zus en mij. Hij vond snel een nieuwe vrouw waarmee hij hertrouwde. Jammer genoeg was die nieuwe start meer van hetzelfde. Ook zij werkte niet. De armoede werd groter toen er meer kinderen kwamen. We liepen rond in vodden, gingen naar de voedselbedeling. En vooral: toen mijn stiefmoeder zelf kinderen kreeg, werden mijn zus en ik de ongewenste kinderen. De ‘aanhangels’ van mijn vader. Vooral ik werd voortdurend gekleineerd. Ik kon niets, was niets. Mocht niets. Mij onzichtbaar maken, dat moest ik doen. Ik werd vaak onterecht beschuldigd. Als er iets kapot was, werd ik uit bed gehaald en moest ik met mijn handen in de lucht in de hoek staan. Ik moest zware boeken omhoog houden. Pas als ik toegaf dat ik de fout had gemaakt, mocht ik terug gaan slapen. Ik heb vaak dingen toegegeven waar ik niets mee te maken had, gewoon om opnieuw in bed te mogen.”

Hoe kun je je kind zo verwaarlozen?

“Vanaf mijn vijfde moest ik voor mijzelf zorgen. Zelf vragen om in bad te gaan, zelf mijn boterhammen smeren. Nu ik zelf papa ben, kan ik me niet voorstellen dat je een kind zo verwaarloost. Naast die psychologische mishandeling was er ook fysiek geweld. Toen ik zes jaar was, heeft mijn vader me eens een duw gegeven zodat mijn schouder uit de kom was. En weet je wat het gekste is? Dat je als kind loyaal blijft aan je ouders. Ook al heeft mijn vader me mishandeld, ook al is mijn moeder vertrokken, toch wilde ik niets liever dan bij hen zijn. Op mijn twaalfde heeft mijn vader een motorongeluk gekregen. Ik ga nooit vergeten wat een impact het beeld van hem op de zetel, volledig geschaafd met zijn polsen in het gips, op mij had. Op dat ogenblik woonde ik het grootste deel al niet meer thuis omdat er te veel kinderen waren maar ik wilde alleen maar bij hem zijn. Om voor hem te zorgen.”

Eindelijk thuis in een instelling

Op zijn vierde krijgt Eddie diabetes. Een geluk bij een ongeluk, want dat zorgt ervoor dat hij naar een revalidatiecentrum gaat. Hij leert er begeleiders kennen die wél naar hem omkijken en krijgt er plots de aandacht waar elk kind naar snakt, maar die Eddie tot dan onbekend was. Eén uur per week mocht hij knutselen met een begeleidster. Nog altijd één van de weinige jeugdherinneringen die hem doen glimlachen.
“Ik wilde per se iets met water maken, ik weet het nog goed. We maakten samen een waterkasteel, met een buis waar water doorliep. Ik was zo fier. In dat centrum had ik een vriend en werd er niet op mij neergekeken. En één van de begeleidsters noemde ik Angelleke Frikandelleke. Daar voelde ik me thuis. Doorheen de jaren heb ik helaas verschillende instellingen gezien. En niet overal was het even goed. In één instelling ben ik verkracht. En toch moest ik er na de verkrachting terug naartoe. Ook dat is de realiteit van een uit het huis geplaatst kind. Af en toe kon ik terug naar mijn vader, maar ik heb vooral op andere plekken gewoond.”

“Op mijn achttiende werd ik definitief het huis uitgezet. Dat was de regel van mijn stiefmoeder, ook al moest ik nog maar één jaar studeren. Ik sukkelde in een depressie en het lukte me niet mijn studie af te maken. Dat is de grootste fout van mijn leven, besef ik nu. Maar ik had zoveel andere dingen aan mijn hoofd. Daar stond ik dan. Meerderjarig, zonder diploma en zonder thuis. Maar ik ben een vechter en heb mijn plan getrokken. Ik kon beginnen in een beschermde werkplaats, dat was mijn redding. Ook al zag ik snel in dat je met een loon van minder dan 1200 euro niet gemakkelijk rondkomt. Maar goed, met weinig geld leven was ik gewoon. Dus deed ik verder. Het leven lachtte me eindelijk een beetje toe.”

“Die nacht sliepen we in de auto. Ik heb kiekeboe met haar gespeeld tot ze in slaap viel. Daar zat ik dan, de vader die het beter wilde doen”

Alleen, met een pasgeboren dochtertje

“Na enkele jaren leerde ik mijn vriendin kennen. We werden halsoverkop verliefd en al snel bleek ze zwanger. Ik was blij, maar besefte ook direct dat het niet gemakkelijk zou zijn voor ons. We huurden een appartementje van 660 euro en kwamen nog maar net rond met onze twee lonen. Maar voor ons dochtertje zou ik het doen slagen. Toen Eline geboren werd, heb ik haar dat beloofd. Ik mocht haar als eerste in mijn armen nemen en huilde toen ik het haar zwoer: voor jou gaat het anders zijn. Maar ik had moeten weten dat mijn leven aan elkaar hangt van hoogte- en dieptepunten.”

“Na de geboorte van Eline kon haar mama het niet aan. Ze was nog niet klaar om moeder te zijn. Een beetje zoals mijn eigen moeder, misschien. Ze wilde het wel, hoor. Maar ik stond er zo goed als alleen voor. Het wiegje van Eline stond aan mijn kant van het bed en als ze ’s nachts honger had, stond ik op om haar eten te geven. Niet veel later werden de psychische problemen van mijn vriendin erger. Ze werd heel rusteloos en had zichzelf niet onder controle. Ze werd opgenomen in de psychiatrie, en nog eens, en daarna nog eens. Ik heb de dokters gesmeekt om haar daar langer te houden, want ze was een gevaar voor zichzelf. Nu zit ze er al enkele maanden en ben ik al bijna een jaar een alleenstaande vader. Als mijn vriendin beter is, mag ze terug naar huis komen. Ze is en blijft de moeder van mijn kind. Maar op dit ogenblik redden we het beter met ons twee.”

Geen geld om de huur te betalen

Intussen bleven de rekeningen natuurlijk komen. Het appartement dat Eddie met zijn vriendin huurde, kon hij niet meer alleen betalen. “Ik moest de huur betalen en dan nog eens de ziekenhuiskosten. Het ging niet meer. Ik belandde op straat. Met Eline. Ik was ten einde raad en trok naar het OCMW, met mijn dochter op de arm. Weet je wat ze me zeiden? Dat ik te veel verdiende. Pas als je minder dan 1190 euro per maand verdient kom je in aanmerking voor hulp, ik zat er 100 euro boven. Ze zeiden ook dat ik mijn auto moest verkopen, want dat ze me alleen maar konden helpen als ik geen bezittingen meer had. Maar de auto heb ik nodig om op tijd op het werk te zijn. Om 7 uur kan ik Eline pas afzetten op de school en een kwartier later moet ik op mijn werk zijn. Zonder auto lukt me dat niet. Dat ze me niet konden helpen, zeiden ze. En dat de daklozenopvang geen plek was voor een kind. Die nacht heb ik met Eline in de auto doorgebracht. “Huis?”, vroeg ze. Ik heb haar warm ingeduffeld en kiekeboe met haar gespeeld tot ze in slaap viel. Daar zat ik dan, de vader die het beter wilde doen. Ik voelde me vreselijk en heb geen oog dichtgedaan. De dag erop ben ik naar een tante gegaan die ons in huis nam. Fierheid, dat is luxe. Ik zit vandaag in een positie dat ik alles aanneem wat mensen me aanbieden. Leuk vind ik dat niet, maar ’t is beter dan honger hebben of kou lijden.”

Een nieuwe thuis in een caravanpark

Een maand heeft Eddie z’n kop laten hangen. Of eigenlijk niet. Een maand heeft hij niet gewerkt omdat hij op zoek was naar een oplossing. Administratie regelen, een nieuwe woonplaats zoeken. Hij kwam uit bij een stacaravan in een trailerpark. Voor 8000 euro kon hij hem volledig ingericht kopen. De bank gaf hem een lening van 10.000 euro die hij op 5 jaar wil afbetalen. Elke maand moet hij nog 200 euro extra betalen om er zijn domicilie te kunnen hebben. “’t Is nog altijd niet goedkoop. Maar toen ik Eline deze plek toonde, was ze door het dolle heen. En ik was fier. “Ons huisje”, zei ik. De eerste keer dat ze het ’thuis’ noemde, kreeg ik kippenvel. ’t Is hier klein maar wel gezellig. Het enige nadeel is dat het moeilijk warm te krijgen is. De verwarming kost veel en ik moet veel stoken. Ik sta elke dag om 5 uur ’s ochtends op om het tegen 6 uur warm te krijgen voor Eline.”

“Financieel lukt het ons net. Met mijn job op de groendienst verdien ik 1300 euro. In de zomer is er meer werk en kan ik een uur per dag langer werken. Naar die periode kijk ik uit, want dan krijgen we iets meer financiële ruimte. Ik blijf het jammer vinden dat ik mijn diploma nooit gehaald heb. Stadspersoneel van de groendienst, dat hetzelfde werk doet als ik, verdient minstens 1600 euro. Maar ik heb geen diploma en om dat nog te halen, heb ik geen geld en geen tijd. Dus ploeg ik voort.”

“Het financiële blijft wegen. Kijk, hier. Een rekening voor de opvang van bijna honderd euro. Dat wordt weer puzzelen”

Knuffels en structuur

“Ik durf niet te veel vooruit te kijken. Ik heb het al te vaak meegemaakt dat iets goed liep om kort erna alles te verliezen. Maar ik ben wel gelukkig hier. Ik vind het een overwinning dat ik Eline een thuis heb kunnen geven. Ik wil haar alles geven wat ik heb moeten missen. Hier wordt ze niet gekleineerd, hier is enkel liefde. Ik ben nooit geknuffeld geweest door mijn ouders en heb daar nu nog moeite mee. Dat wil ik niet voor haar, dus knuffel ik haar wel. Ik wil niets liever dan het beter doen dan mijn ouders. Als kind stond ik om 10 uur ’s avonds soms nog aan de voedselbedeling, Eline moet van mij elke avond om acht uur stipt in haar bed. Die structuur en regelmaat zijn belangrijk. En elke dag zal ze haar eten hebben. Al komt het uit blik, honger mag ze niet hebben. Haar brooddoos is steeds gevuld. Mijn zorg voor haar staat voorop. Als baby kreeg ze élke keer een nieuwe luier als die nat was, ook al kostte me dat veel geld. ’t Waren dan misschien niet de duurste luiers maar op haar gezondheid zal ik niet besparen. Intussen bewonder ik haar flexibiliteit. Ze is heel sociaal en altijd goedlachs. Alsof ze niet weet wat er rond haar gebeurt. En zo wil ik het ook. Voor de rest ben ik een heel gewone papa, denk ik. Ik doe alles uit liefde maar vind het ook wel vermoeiend. Je staat geen vijf seconden stil. En eens ze in haar bedje ligt, moet ik alles beginnen klaarleggen voor de dag erna.”

“Het moeilijkste vind ik alles wat er bij komt. De zorgen om haar mama, de stress om het geld. Als ik het voorbije jaar bekijk, heb ik amper een maand gehad dat de zaken liepen zoals ze moesten lopen. Ik ben de sterke, ik moet alles dragen. Maar die druk weegt. Het financiële blijft wegen. Kijk, hier. Een rekening voor de na- en voorschoolse opvang van bijna honderd euro. Dat wordt weer puzzelen. En natuurlijk wil ik Eline eens verwennen. Ze is gek op K3 en Bumba. Zelf kocht ik haar één knuffel van Bumba. Ik was misschien nog blijer dan zij. Gelukkig krijg ik veel. Zonder de gulheid van anderen zou ik er niet raken. Het gebeurt dat ze met schoentjes naar school moet die te klein zijn. Dat doet me pijn. Meestal springen haar oma of haar meter dan wel bij.”

“Wat ik voor Eline wens? Dat ze gelukkig blijft, gelukkig zoals ze is. En dat ze haar studies afmaakt. Wat er ook gebeurt, dat moet ze doen. Ik ga haar niet laten meemaken wat ik heb meegemaakt.”

Tekst: Lisa Gabriëls voor Libelle magazine – Beeld: Getty Images

LEES MEER:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."