Mijn verhaal
“Ik wilde niet dat mijn schoonmoeder mijn lingerie zag. Maar na drie dagen smeet ik ze toch maar bij de was”
Door Diny Thomas

Toen redactrice Diny vertelde dat ze een half jaar lang met haar schoonouders onder één dak ging leven, trok iedereen grote ogen. ‘Chapeau’, klonk het, ‘jij liever dan ik’. Maar Diny zou het zó opnieuw doen.

Diny (30): Mijn schoonouders speelden al langer met het idee om kleiner te gaan wonen. Hun kinderen waren al een tijdje uit huis en tram zes kwam dichterbij. ‘Wat moet je dan toch met al die lege kamers?’, hadden ze zich weleens luidop afgevraagd. Michiel en ik hadden er nooit een geheim van gemaakt dat áls ze er op een dag weg wilden, wij hun huis maar wat graag wilden overkopen. Mijn vriend had er zo’n mooie herinneringen. Hij groeide er op en nog altijd was het zijn thuis. En ik? Ik was al even lang verliefd op het huis als op Michiel.

Niet alleen op de grote kamers en de trompetbomen die de inrit flankeren, maar bovenal op… de wasbuis: een verborgen koker die van boven in de badkamer naar beneden in de kelder gaat, daar waar de wasmachine staat. Ik herinner me nog dat ik als klein meisje naar ‘Stuart Little’ keek – een kinderfilm over de familie Little die de witte muis Stuart adopteert en meeneemt naar hun herenhuis in New York – en op het televisiescherm voor ’t eerst zo’n waskoker zag. ‘Dat wil ik later ook’, had ik sindsdien altijd gezegd. Toeval, of niet?

Toch zag ik mijn schoonouders niet snel weggaan. Heel begrijpelijk, natuurlijk. Mijn schoonvader heeft gezweet, gezwoegd en al even hard gevloekt om van een berg bakstenen een thuis te maken. Daar kon toch geen enkel appartement aan tippen?

En toen kwam het goede nieuws

Tot mijn schoonouders twee zomers geleden een klein stuk grond op ’t oog kregen waar ze een kleinere nieuwbouwwoning op wilden zetten. ‘Als jullie willen, dan is het huis van jullie’, hadden ze gezegd. Euh, ja!

Ik vroeg of ik ’s morgens koffie mocht zetten. ‘Het zijn uw kasten hé’, zei mijn schoonvader. Ja, het waren mijn kasten, maar alles wat erin zat, niet

Omdat het huis nog gebouwd moest worden, leek alles nog zo ver weg. Pas in augustus 2022 zou het klaar zijn. Al was dat buiten de aannemer gerekend, die de order voor de gevelsteen vergat en de chapper, die twee weken van de radar verdween. Omdat Michiel en ik niet én een lening én de huur van ons appartement konden betalen, beslisten we toch op 1 augustus te verhuizen. Een maand of twee onder één dak met mijn schoonouders, dat moest wel lukken.

Oneindig veel vragen

En zo reed ik op de laatste dag van juli naar de Kriekeberg. Naar mijn vriend, mijn nieuwe thuis en… mijn schoonouders. ‘En, zie je het zitten?’, had iedereen me van tevoren gevraagd. Ah natuurlijk, het was toch maar voor een maand, of twee. Maar onderweg besefte ik dat ik al die tijd mijn kop in ’t zand had gestoken. Ik ging er gewoon van uit dat alles wel los zou lopen, maar ik had me nooit écht afgevraagd of het wel ging marcheren. Me nooit de vraag gesteld wat mijn schoonouders van mij verwachtten, en ik van hen. Schoven ze mee aan tafel, of kookte ieder z’n eigen potje? En wat met de vuile was, de strijk en de poets? Ik panikeerde.

Nog meer toen er niemand thuis bleek te zijn. Mijn vriend zat nog op café met vrienden en was de tijd uit ’t oog verloren, mijn schoonmoeder had als verpleegkundige in een rusthuis de late en mijn schoonvader was aan het werk in zijn nieuw huis, een straat verderop. Ik had geen sleutel en ik kende de code van de garagepoort niet, dus ik geraakte mijn eigen huis niet eens binnen. Het liefst van alles had ik rechtsomkeer gemaakt naar mijn eigen ouders, de plek die op dat moment veel meer als mijn thuis voelde.

Tot mijn schoonvader om de hoek verscheen. ‘Kind toch, kun je niet binnen?’ Ik wist niet of ik het grappig of spijtig moest vinden. Maar dan kwamen de tranen, puur uit ongemak, en misschien een tikje angst. ‘Het is niet dat ik jullie niet graag heb’, zei ik al snikkend tegen mijn schoonvader, ‘wel integendeel. Maar ik heb nog zoveel vragen.’ Of ik ’s morgens koffie mocht zetten, om maar iets te zeggen. ‘Het zijn uw kasten, hé’, had hij al lachend gezegd. Ja, het waren mijn kasten, maar alles wat erin zat niet. Hij lachte, liep naar binnen en kwam terug met twee koppen koffie. ‘Ik snap dat het allemaal wat eng is, maar wees gewoon jezelf, dan loopt het wel los.’

Mijn schoonmoeder verbaasde me dan weer met haar empathie en veerkracht. De dag dat mijn tante stierf, hebben we samen gehuild op het terras

Achteraf gezien moet ik mijn schoonvader gelijk geven. De eerste ochtend al zaten we met z’n allen aan de ontbijttafel en kwamen de vragen die ik de avond daarvoor had, spontaan naar boven. Michiel en ik opperden dat wij de boodschappen zouden doen en elke avond gingen koken. ‘Dan doe ik de was en de poets’, had mijn schoonmoeder gezegd. Iedereen knikte tevreden en vertrok.

Hoewel mijn schoonouders me op het hart drukten dat ik bij hen thuis was, dat ik mijn eigen gang mocht gaan, was het de eerste dagen lastig om mijn weg te vinden. Douchen deed ik als er niemand thuis was, de koffiemachine zette ik pas aan als ik alleen was omdat het toch wat vreemd voelde om een koffiekopje dat niet van mij was zomaar uit de kast te nemen. Zelfs mijn vuile was verstopte ik op de slaapkamer, om die later op de dag naar míjn mama te brengen. Ik wilde niet dat mijn schoonmoeder mijn zwarte onderbroeken en kanten beha’s zag.

Maar na drie dagen was ik het heen en weer rijden zo beu, dat ik toch een onderbroek in de waskoker smeet. Al had ik meteen spijt en rende ik onmiddellijk naar de kelder om ze terug uit de wasmand te vissen. Ik besefte meteen hoe belachelijk dat eigenlijk was. Als ik wilde dat het samenhuizen een succes werd, dan moest ik mijn schroom zien te overwinnen. Ik nam mijn onderbroek terug mee naar boven en gooide ze opnieuw door de koker. Ik had ze natuurlijk ook gewoon in de kelder kunnen laten liggen, maar ik wilde mijn gêne samen met mijn onderbroek weggooien. Deurtje dicht en weg ermee!

De ultieme relatietest

Dat het huis technisch gezien van ons was, maar dat mijn schoonouders er wel nog woonden, bleef die eerste weken wel voor wat vervelende situaties zorgen. Michiel en ik hadden van bij het begin afgesproken dat we hier en daar wat aanpassingen aan het huis wilden doen om het onze eigen stempel te geven: een ander kleurtje op de muur, een andere vloer… Het was nooit mijn bedoeling geweest om die werkzaamheden te doen recht onder mijn schoonouders hun neus, maar de vloerenlegger was geboekt, dus moest de tegelvloer in de woonkamer eruit.

Terwijl mijn schoonbroer met de drilboor de vloer aan flarden boorde, stond mijn schoonvader vol ongeloof aan het schuifraam te kijken. Ik voelde zijn hart kraken bij elke tegel die in duizend stukjes brak, bij elk stukje thuis dat we van hem en mijn schoonmoeder afnamen. Ik kreeg meteen spijt en voel me er tot op vandaag nog schuldig over, maar er was geen weg meer terug. Als relatietest kon dat wel tellen. Niet alleen tussen mij en Michiel, maar evengoed tussen mij en mijn schoonouders.

Leren samenleven

De eerste twee maanden vlogen voorbij. Iedereen deed z’n uiterste best om het samenhuizen zo aangenaam mogelijk te maken. Er werd ’s avonds sneller een fles wijn opengedaan en na het verven trakteerden Michiel en ik op een etentje om mijn schoonouders te bedanken voor het geduld en de gewiekste tips die we er zomaar bovenop kregen door het intense samenleven – zo weet ik nu dat ik met een plamuurmes en een vochtige doek gemakkelijk verfspatten van het raamkozijn schraap en dat ik warme krieken het best indik met vanillepuddingpoeder.

Terwijl mijn schoonbroer met een drilboor de tegels aan flarden boorde, stond mijn schoonvader vol ongeloof te kijken

Maar het mooiste was dat we dichter bij elkaar kwamen. Tot dan zag ik mijn schoonouders enkel op familiefeesten, of de ochtend na een avondje stappen – met de bijbehorende kater. Maar als je elke dag samenleeft, dan pik je meer op. Mijn schoonvader is altijd al een flauwe plezante geweest, maar dat hij een ongelooflijke piekeraar is, was nieuw. Zo vertelde hij dat hij in z’n dromen bijna verdronken was – het had de avond voordien pijpenstelen geregend en hij was bang dat de kelder in het nieuwe huis helemaal was ondergelopen.

Mijn schoonmoeder verbaasde me dan weer met haar empathie en haar veerkracht. De dag dat mijn tante stierf, hebben we samen gehuild op het terras. Om nog maar te zwijgen over al die keren dat ze vermoeid thuiskwam nadat ze de hele dag op stap was geweest met haar mama, die al twee jaar aan Alzheimer lijdt. Ook mijn schoonzus, haar man en mijn twee nichtjes voelen meer dan ooit aan als familie. Wanneer ze de meisjes naar hun mimi en pepe brengen en de oudste van twee enthousiast tantie roept wanneer ze me ziet, dan kan mijn dag niet meer stuk.

Een eigen plekje

Ik heb altijd gezegd dat ik mijn schoonouders niet ging laten vertrekken zolang hun nieuwe huis niet klaar was. Dus toen de voorziene twee maanden voorbij waren en er nog geen keuken, geen badkamer, geen elektriciteit noch verwarming was, bleven ze toch gewoon wat langer. Al besefte ik toen al dat dit weleens kon gaan wegen. Want ook al voelde ik me bij mijn schoonouders op mijn gemak, ik miste een echte thuis.

Ik besefte ineens hoe belangrijk dat is, een thuis met mijn eigen spullen in de kast, op een plek die voor mij logisch aanvoelt. Een huis waar ik alles weet liggen: van de wijnglazen en de keukenweegschaal tot de rol pmd-zakken en de lege batterijen. Maar in ons huis had niks een eigen plek. Ik weet nog dat ik op een avond thuiskwam met de oude steelstofzuiger van mijn mama en die strategisch in een hoekje van de living zette – de kamer die het vaakst gestofzuigd wordt. Toen ik de dag nadien mijn ronde wilde doen, bleek mijn schoonmoeder míjn stofzuiger verbannen te hebben naar de speelkamer.

Ik ga ze missen, mijn schoonouders. De ochtenden met mijn schoonvader aan het ontbijt, de babbels met mijn schoonmoeder ’s avonds, met een sigaretje erbij

Ik weet dat ze absoluut geen slechte bedoelingen had, ze had in die twintig jaar voor alles een eigen plekje. Maar ik snakte stilaan ook naar mijn eigen hoekjes en kantjes. Wat een geluk dat mijn vriend me daarin begreep. Tegen hem durfde ik wel te foeteren als mijn soepbeker plots verdwenen was, of als de schoonouders om kwart na zes belden om te zeggen dat ze elders gingen eten terwijl Michiel net een overheerlijke pasta had klaargemaakt, of als er ’s morgens iemand voor mij de badkamer was binnengeglipt terwijl ik eigenlijk moest vertrekken naar het werk. Dat ventileren was zo nu en dan nodig, alleen al om te beseffen dat het niet aan mijn schoonouders lag, maar aan het thuisgevoel dat ik miste.

Ouderlijke liefde

Of mijn schoonouders wisten dat ik het soms moeilijk had? Ik hoop van niet, want hoe zwaar het soms was, toch overheerste er al die tijd een gevoel van dankbaarheid. Voor het huis dat nu bijna een echte thuis is. Want ja, na zes maanden is hun nieuwe woonst bijna af – de verhuisdozen staan al klaar. En ook dankbaar voor de ouderlijke liefde waar mijn vriend en ik nog even van mochten proeven.

Ik kon het voelen als ik naar het werk vertrok en mijn schoonmoeder me nog snel ‘voorzichtig zijn’ toeriep of als ze me toestopte als ik in de zetel in slaap viel. Of die keer dat ik met mijn vader naar het ziekenhuis reed voor zijn cataractoperatie en ze mij toen overstelpten met lieve berichtjes. Ik had nooit gedacht dat ik het ging zeggen, maar ik ga ze missen, mijn schoonouders.

De ochtenden dat ik alleen met mijn schoonvader aan de ontbijttafel zat terwijl mijn vriend en mijn schoonmoeder nog heerlijk lagen te slapen, de urenlange babbels met mijn schoonmoeder als ik ’s avonds een sigaretje opstak. Maar ach, ze gaan slechts een straat verder wonen, dus mocht het gemis te groot worden, dan spring ik gewoon eens bij hen binnen. Vroeger had ik dat wellicht nooit gedaan, maar nu voelt dat zo normaal. Die zes maanden waren, zoals mijn schoonvader het zo schoon zei, een verrijking voor het hele gezin.

Uit: Libelle 04/2023

Nog meer openhartige verhalen:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."