sos familie
© Getty Images

SOS familie: “Ik heb het gevoel dat mijn mening er niet toe doet, maar ik wil ook het beste voor mijn dochter”

Lieva en Kristof zijn zes jaar geleden gescheiden en maken constant ruzie over dochter Polien. Nu Polien ernstig ziek is, ruziën haar ouders over de zorg en de bezoekregeling.

Wat zegt Lieva?

Lieva (44):Ik ken Kristof van op school, en onze verschillen vielen toen al op. Ik was altijd bezig met mijn studies, hij was een losbol. Nadat ik had gedoctoreerd als wiskundige, kwam ik Kristof opnieuw tegen op een schoolreünie. Hij was volwassener geworden, en had een eigen bedrijfje. De vonk sloeg over. Het samenwonen was zoeken in het begin, maar Kristof paste zich snel aan en we vonden elk onze draai. [read more] Toen we Polien kregen, waren we dolgelukkig, maar gaandeweg kregen we steeds meer discussies over haar opvoeding. Ik vind structuur heel belangrijk: eten en slapen op vaste tijden. Kristof is het tegenovergestelde: kijken wat Polien nodig heeft en daarop inspelen. Onze discussies escaleerden zo erg, dat ik besloot om een punt achter onze relatie te zetten. Polien was toen acht jaar. Ik vond dat ze bij mij moest blijven. Om de twee weken een weekend naar papa was genoeg. Zo kon ik haar studies goed opvolgen, zou ze voldoende slapen en gezond eten. Maar Kristof protesteerde. Hij wilde co-ouderschap. Ik stapte naar de rechtbank, maar Kristof won en er kwam een week-weekregeling. We hadden over werkelijk álles ruzie, maar ik liet mij niet doen, no way.

“De verpleegster vond dat we dringend hulp moesten zoeken”

Een jaar geleden kreeg Polien allerlei kwaaltjes: ze was doodmoe, had koorts en kreeg regelmatig een bloedneus. Het bleek leukemie te zijn. Ik was er kapot van, en nam onmiddellijk loopbaanonderbreking om er altijd voor haar te zijn. Maar Kristof wilde Polien ook verzorgen en haar zo vaak mogelijk bezoeken in het ziekenhuis. Het kwam tot een knallende ruzie in haar ziekenhuiskamer. Polien begon te huilen en een verpleegster riep ons op de gang. Ze vroeg ons of we wel beseften hoeveel verdriet wij onze dochter deden. Ze vond dat we dringend hulp moesten zoeken.”

Wat zegt Kristof?

Kristof (44): “Ik heb heel wat liefjes gehad voor ik Lieva opnieuw tegenkwam. Ze zag er leuker uit dan vroeger en was supervriendelijk. Ik was op zoek naar stabiliteit in mijn leven en dacht dat Lieva mij die kon bieden. Toen ik bij haar introk, was het vechten voor mijn plekje. We hadden toen al veel discussies, maar we kwamen er altijd wel uit. Na de geboorte van Polien werden de ruzies heviger. Ik had het gevoel dat mijn mening er niet toe deed, dat zij als moeder alles mocht beslissen. Ik wilde daar niet zomaar aan toegeven. Ik wil ook het beste voor mijn dochter.

“Ik krijg niet de ruimte om vader te zijn”

Toen Lieva besliste om uit elkaar te gaan, was ik eigenlijk opgelucht. Ik dacht dat het geruzie zou stoppen en we Polien elk op onze eigen manier zouden opvoeden. Maar nee, als het aan haar lag, mocht ik alleen weekendpapa worden! Toen Polien leukemie kreeg, stortte mijn wereld in. Ik had zo te doen met mijn meisje. Ik was dan ook verbolgen toen Lieva letterlijk en figuurlijk voor mij ging staan met de boodschap dat zij wel voor Polien zou zorgen. Wéér kreeg ik niet de ruimte om vader te zijn. In het ziekenhuis kregen we voor de zoveelste keer ruzie. De verpleging was boos. Zij zeiden: “Op deze manier maken jullie Polien kapot…”

Wat zegt Polien?

Polien (14):Door mijn ziekte en de manier waarop mijn ouders met elkaar omgaan, weet ik niet of ik er nog wel wil zijn. Ik heb het gevoel dat zij de hele tijd ruziemaken omdat ik besta. Ze maken ruzie over de studierichting die ik moet volgen, of ik al dan niet mag paardrijden, in welke manège dan… je kunt het je niet voorstellen. Ik heb geleerd om mij onzichtbaar te maken, niet te veel te vragen zodat er geen ruzies komen, maar dat helpt niet. Ik zie mijn papa en mama allebei graag, al zijn ze heel verschillend. Papa is wat zachter, mama serieuzer. Maar ik vind het vreselijk dat ze elkaars opvoeding altijd becommentariëren.

“Door mijn ziekte en de manier waarop mijn ouders met elkaar omgaan, weet ik niet of ik er nog wel wil zijn”

Ik heb hen al gevraagd om daar mee te stoppen. Papa had daar oor naar, maar mama zei dat ze vond dat papa de slechtste vader ooit was. Door zulke uitspraken voel ik mij ook een slechte dochter als ik bij hem ben of mij gedraag zoals hij. Mama zegt vaak dat ik te veel op papa lijk en dat doet pijn. Ik ben toch wie ik ben? Soms denk ik dat ik ziek ben geworden van al die miserie. En zelfs nu, in mijn ziekenhuisbed, vind ik geen rust. Ik ben al dikwijls beginnen huilen na hun bezoek. Gelukkig kan ik mijn verhaal kwijt aan de verpleging en de dokter. Ik hoop dat mijn ouders veranderen, want op deze manier kan ik echt niet genezen.”

Zo ging het verder

Bemiddelaar Monique Van Eyken: “Omwille van het hoge conflictgehalte en de uitdrukkelijke wens van beide ouders, heb ik eerst een gesprek met elk apart. Zo kunnen ze wat stoom aflaten en kan ik hun bereidheid tot bemiddeling toetsen. Ik wijs hen erop dat ik het welbevinden van het kind heel belangrijk vind en dat er dus ook naar de noden van hun dochter moet worden geluisterd. Tijdens een eerste gezamenlijk gesprek hebben we het over hun relatieverleden en dan wordt al snel duidelijk dat ze heel verschillend zijn. Verschillen die ze vroeger als complementair en zelfs positief beschouwden, ervaren ze nu alleen maar negatief. De sessie erna komen Polien en hun verschillende visie op opvoeden ter sprake. Als ik hen vraag wat dit voor Polien zou kunnen betekenen, zie ik ze naar elkaar kijken met een blik van ‘Wat heeft dat er mee te maken?’ Blijkbaar zijn ze in het gevecht met elkaar het welzijn van hun dochter volledig uit het oog verloren. Ik stel voor dat ik met haar ga praten over hoe zij zich voelt. Ik zoek Polien op in het ziekhuis, en ik moet bekennen dat ons gesprek daarna nog heel lang door mijn hoofd is blijven spoken. Zelfs bij het uitschrijven van dit artikel krijg ik nog tranen in mijn ogen. Ik zag een kwetsbaar meisje dat huilend haar verhaal deed. Over haar ouders, over hoe vaak ze heeft gezwegen om de ruzies niet erger te maken, en over haar doodswens als de vele ruzies niet stoppen. Daarna lijsten we haar wensen op en overlopen we hoe ik ze aan haar ouders kan overbrengen.

“Blijkbaar zijn Lieva en Kristof in het gevecht met elkaar het welzijn van hun dochter volledig uit het oog verloren”

Tijdens het volgende gesprek met de ouders begin ik met te zeggen dat ik geen fijn nieuws heb, maar dat zij zelf het tij kunnen keren en ervoor kunnen zorgen dat het op mentaal vlak snel beter gaat met hun dochter. Ik geef hen mee hoe zeer Polien lijdt onder de ruzies, hoe zij als veertienjarig meisje beter om kan met de verschillen tussen haar ouders dan de ouders zelf, en ik vertel over haar doodswens als de ruzies niet stoppen. Er volgt een oorverdovende stilte. Lieva zegt dat ze dit niet wil, maar dat ze niet weet hoe ze met Kristof moet omgaan, en vice versa. Tijdens de volgende sessies bespreken we wat ze nodig hebben om met elkaars verschillen om te kunnen gaan, hoe zij willen communiceren en zich gedragen in Poliens bijzijn. We maken een concreet plan van wie wanneer op bezoek zal gaan en hoe de contacten met de artsen zullen verlopen. Een paar weken laten krijg ik een mail van Kristof met Lieva in cc. Hij schrijft dat ze van de verpleging een complimentje kregen dat ze het zo goed doen en dat het ook veel beter gaat met hun dochter. Er zit ook een bedankje erbij. We spreken af dat moeilijke thema’s in bemiddeling zullen worden besproken en dat Polien altijd een gesprek met mij kan aanvragen.” Uit: Libelle 41/2022 – Tekst: Monique Van Eyken [/read]

Verder lezen:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."