Hannelore

Uit het hart van Hannelore: “Plots sta ik met kousen in mijn handen. In een maat die ik al heel lang niet meer gewoon ben”

Hannelore Bedert (38) is singer-songwriter en auteur. Ze heeft 2 kinderen, Hoppe (11) en Polly (6). Ze verloor in 2019 haar man Stijn.  Omdat het lief vandaag van thuis uit moet werken, stel ik hem voor dat hij dat gewoon bij mij thuis doet. Hij is toch blijven slapen, dus kan hij evengoed hier de dag doorbrengen, als hij dat wil. Ik zit de hele dag in mijn tuincontainer, waar ik aan het schrijven ben, dus op die manier kunnen we samen middagpauze nemen. [read more] Mijn tuincontainer staat er ondertussen al zo’n zes jaar en is mijn redding geweest toen ik jaren geleden zoekende was tussen het prille moederschap, het verbouwen van ons huis en het in alle rust willen schrijven. Tot dan toe was ik gedoemd geweest tot (zolder)kamers waar rond acht uur ’s avonds een kind te slapen moest worden gelegd. Creatief zijn op commando werkte niet en ik had echt ‘mijn eigen plek’ nodig, dus besloten we dat er een oplossing moest komen. Een studio bouwen bleek onbetaalbaar, maar toen tipte een vriend een te koop staande zeecontainer die als kantoor had gediend. We haalden zotte toeren uit om het ding over de tuinmuur te krijgen, werkten de ruimte af zodat ik er ook in de winter zou kunnen werken en keken tevreden naar het resultaat. “Jij gelukkig, ik gelukkig”, zei Stijn.

“Ik schrik even van het beeld. Zo was het vroeger dagelijks: ik in de tuin, Stijn aan zijn bureau”

Nadat de kinderen naar school zijn, zet ik koffie, wandel de tuin in en zwaai naar het lief in huis, terwijl ik aan het werk ben aan mijn bureau. Heel even voel ik een kleine rilling over mijn rug lopen, maar echt bewust ben ik me er niet van. Ik installeer me in de container en geniet van de tijd om ongestoord te kunnen schrijven. Af en toe wandel ik terug naar het huis om een nieuwe kop koffie te halen, telkens zwaai ik even naar het lief. Pas bij de vierde keer – koffieverslaving! – schrik ik heel even van het beeld. Zo was het vroeger dagelijks: ik in mijn container, Stijn in huis aan zijn bureau. Het beeld van het lief binnen geeft me even een raar gevoel. Ik besef meteen ook dat het geen heimwee is, niks pijnlijks, dat ik niet plots Stijn harder mis, of het lief minder graag zie, maar dat het wel een afgelijnd beeld is, van hoe het toen was en hoe het nu loopt. Ik schenk koffie in en sluip naar buiten. Het voelt even makkelijker om niet te zwaaien. Alsof er toch iets heel kleins in mij lijkt te blokkeren. Maar opnieuw: helemaal dringt het niet tot me door. ’s Middags nemen we samen pauze en de lichte onrust in mijn hoofd lijkt even geruisloos te zijn verdwenen als ze was komen opzetten. Terwijl we nog wat napraten, haal ik de was van de draad en begin kledingstukken te vouwen. We lachen dat het een wel erg stereotiep plaatje is: de man rustig koffie drinkend, de vrouw de was vouwend. Het is maar goed dat we weten dat we niet zo stereotiep zijn, maar toch, het voelt even zeer ouderwets aan. Ik haal een boxershort van het lief van de wasdraad, wat ik ondertussen normaal vind omdat we al vrij snel hadden gezegd dat we evengoed onze was in elkaars wasmand konden droppen als we bleven slapen. Bepaalde stappen zet je nu eenmaal snel als je voelt dat de dingen goed zitten. Bovendien draagt Hoppe ook boxershorts, ik ben het beeld gewoon. Maar dan sta ik ineens met twee kousen in mijn handen. Simpele, zwarte sportkousen, maar wel in een maat die ik al heel lang niet meer in mijn wasmand heb gezien. Ze zijn van het lief, maar even word ik in de tijd teruggekatapulteerd. En alles lijkt stil te staan. Ik hoor het lief praten, maar ben me niet meer bewust van wat hij zegt. Pas als het stil wordt en ik opkijk, zie ik hoe hij mij bezorgd aankijkt.

“Kousen, verdikke. Dat twee simpele kousen mij tot huilen kunnen brengen”

Ik stamel wat, val over mijn woorden, blijf met de kousen in mijn handen staan. “Ik heb al zo lang niet zulke grote kousen meer in mijn was gehad”, zeg ik, terwijl de tranen opkomen en het idiote van die zin tot mij doordringt. Het lief glimlacht alleen maar, staat recht en slaat dan zijn armen om mij heen. Kousen, verdikke. Dat twee simpele kousen mij tot huilen kunnen brengen… Maar, elke dag een stap, ik weet ondertussen dat het alleen maar op die manier kan. En dat het geweldig is hoe het lief daarmee omgaat, wetende dat mijn soms ineens opkomende verdriet niet wil zeggen dat ik hem minder graag zie. Wat ben ik hem daar ongelooflijk dankbaar voor. [/read]

Lees meer van Hannelore Bedert:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."