Jochen en Lien werkten jarenlang op de mooiste jachten ter wereld

Door Herte De Cleyn

Altijd op een andere plek wakker worden en hard werken voor mensen met exclusieve wensen: dertien jaar lang was dat het wonderbaarlijke leven van Jochen en Lien.

Jochen (37): “Mijn grootoudershadden een boerderij in Zeeuws-Vlaanderen en elke keer als we daar op bezoek gingen, kwamen we terug met een auto vol aardappelen, prei, vlees… Het is daar dat mijn liefde voor eten, en dan vooral die verse producten, is ontstaan. Het was voorbestemd: ik volgde een koksopleiding in Ter Groene Poorte in Brugge en greep elke kans om ervaring op te doen in het buitenland – ik ben bijvoorbeeld kok geweest op de Wereldexpo in Zaragoza in 2008 en ben een halfjaar in Japan op stage geweest. Na mijn opleiding kon ik aan de slag in toprestaurants zoals De Karmeliet en het Hof van Cleve. Enorm leerrijk, maar na een tijd begon het bij mij te kriebelen om weer naar het buitenland te trekken.”

Het plan was om één seizoen op een jacht te gaan werken. Het zijn bijna dertien jaar geworden

Lien (38): “Al toen Jochen terugkwam van de Wereldtentoonstelling voelde ik de bui hangen. Wij waren toen nog maar een halfjaar samen, maar ik wist: als hij weggaat, dan ga ik mee. Ik ben eigenlijk schoonheidsspecialiste van opleiding, maar heb meteen de switch gemaakt: ik volgde een eenjarige opleiding tot kelner en deed in het weekend ervaring op in de horeca.”

Jochen: “Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, met mijn Zeeuwse roots trok de zee aan mij. Op een mooie dag in 2009 hebben Lien en ik onze rugzak gepakt en zijn we vertrokken naar Antibes, een havenstad in het zuiden van Frankrijk. We waren nog prille twintigers en zijn gewoon op goed geluk vertrokken, zonder job op dat moment. Het plan was om één seizoen op een jacht te gaan werken. Het zijn bijna dertien jaar geworden…”

Een harde wereld

Lien: “Voor je op zee mag gaan werken, moet je een opleiding van een week volgen. Daarna hebben we overal onze cv uitgedeeld, waarbij we echt van jacht tot jacht gingen om een praatje te maken met de kapitein. Als koppel was het niet evident om een booteigenaar te vinden die twéé mensen tegelijk wilde aannemen. Toen we uiteindelijk toch een job te pakken hadden, kregen we twee dagen voor het vertrek te horen dat ze toch een meer ervaren bemanning had gevonden…”

Jochen: “We begrepen meteen dat het een mooie, maar ook harde, veeleisende wereld zou zijn. Gelukkig hadden we nog een andere afspraak achter de hand. Die kapitein was enkel op zoek naar een kok, maar hij nam toch Lien mee aan. Twee dagen later zijn we ingescheept op een schip van ongeveer vijftig meter lang, privébezit van een rijke familie. Ze voeren er zelf mee, maar verhuurden hun boot ook, waardoor we elke week andere klanten hadden. Een heel intens eerste seizoen. Gelukkig hadden we een kapitein met enorm veel ervaring die ons goed begeleid heeft.”

Lien: “Een strenge man, maar net daardoor hebben we veel geleerd. Jochen kookte, ik moest helemaal onderaan de ladder beginnen met het onderhoud van de kajuiten, de was en de plas. Maar na een maand of twee mocht ik al aan tafel bedienen.”

In de watten

Lien: “Vanaf toen zaten we in het wereldje en gingen we van de ene boot naar de andere. Over de eigenaars en passagiers van de boten willen we graag discreet blijven, maar het ging meestal over CEO’s van grote bedrijven, hun familie en vrienden. Op de ene boot bleven we een paar maanden, op de andere makkelijk een jaar.

Ik werkte me op tot chief purser, hoofd van de huishouding, en aanspreekpunt voor de eigenaars. Hoe ons leven aan boord eruitzag, hing af van de grootte van het schip en de wensen van de eigenaar of passagiers, maar een doorsnee dag ging ongeveer zo: opstaan om vijf uur en brood bakken. Daarna zetten we het ontbijt klaar, ook voor de crew. Wilde mevrouw om zes uur ’s morgens een proteïneshake? Dan zorgde ik daarvoor. Ik probeerde ’s morgens na het ontbijt altijd even samen te zitten met de ‘vrouw des huizes’ om het menu te overlopen en Jochens ideeën voor die dag voor te stellen.

Meestal werkten we voor heel lieve eigenaars, maar één ding hadden ze gemeen: een ‘nee’ hoorden ze niet graag

Dan vroeg ik ook naar hun plannen van de dag. Als ze bijvoorbeeld gingen watersporten of een uitstapje gingen maken, dan hadden ze misschien geen middageten nodig of wilden ze een late lunch. Op zo’n luxejacht sta je constant ter beschikking van je opdrachtgever en probeer je aan alle wensen te voldoen. Meestal hadden we rond drie, vier uur een adempauze om eventjes te rusten, een douche te nemen en andere kleren aan te trekken, want ’s morgens droegen we vaak een ander uniform dan ’s avonds. Vaak was ik pas rond halfelf ’s avonds klaar met werken.”

Jochen: “Meestal werkten we voor heel lieve eigenaars, maar één ding hadden ze gemeen: een ‘nee’ hoorden ze niet graag. Ze hadden het hele jaar door keihard gewerkt en wilden tijdens hun vakantie in de watten gelegd worden. Ik herinner me een keer dat bepaalde klanten zin hadden in lam. We lagen voor de kust van Frankrijk en ik heb toen een chauffeur naar Parijs gestuurd om dat lam te gaan halen. Kosten noch moeite werden gespaard! Maar toen we het anker alweer gelicht hadden, merkte ik op dat het vlees nog niet in de keuken aangekomen was. Bleek dat de matroos die het vlees aan land was gaan halen het in de speedboot had laten liggen, waardoor het onbruikbaar geworden was. Toen was de kapitein wel slechtgezind… Zulke foutjes draag je als team, en de volgende dag kon ik hen gelukkig wél lam serveren.”

Lien: “We probeerden aan alle vragen te voldoen, dat was onze job en het ligt ook in onze aard om het onze klanten zoveel mogelijk naar de zin te maken. Voor we aan boord gingen, kregen we vaak een dossiertje van de eigenaar en z’n gasten. Van welke bodylotion houdt mevrouw, van welke gin meneer? Dan zorgden we ervoor dat alles op de boot aanwezig was. We wilden hen echt de beste service geven.”

Met een hippierok op een ijsberg

Jochen: “Een tocht die ik nooit zal vergeten, is die naar Antarctica in 2016. Drie maanden lang waren we onderweg en hebben we nauwelijks land gezien. We ontvingen geregeld nieuwe gasten, die met een vliegtuig werden overgevlogen, vanuit Chili, bijvoorbeeld, naar King George Island. Stel je daar geen luchthaven bij voor, er is alleen maar een landingsbaan en een soort van bushokje waar je even kunt wachten.

Als er in het vliegtuig van de gasten nog een beetje plaats was, dan kon er ook wat vers eten mee ingevlogen worden, de rest hadden we op voorhand minutieus voorbereid. Vacuüm getrokken sauzen, vlees en vis, ingevroren voeding… Een heel ander verhaal dan wanneer je op een luxejacht in Monaco werkt, waar elke dag je verse tomaten worden gebracht.”

Onze tocht naar Antarctica vergeet ik nooit. We zijn toen getrouwd op een ijsschots! Met een sluier van waszakken en ringen van bouten

Lien: “Het heeft trouwens niet veel gescheeld of ik had die reis naar Antarctica niet meegemaakt. Kort voor we gingen vertrekken, lag ik door galstenen twee weken in het ziekenhuis van Montevideo. Veertien dagen lang kon ik niks eten of drinken. Uiteindelijk ben ik – enorm afgevallen en verzwakt – toch mee kunnen inschepen. Gelukkig, want het zou écht wel een onvergetelijke reis worden: we zijn toen getrouwd op een ijsschots in Antarctica! Niet voor de wet natuurlijk, maar ceremonieel.

Vlak voor het vertrek zei de kapitein: ‘Ik heb mijn wit pak laten overvliegen om jullie te kunnen trouwen!’ Zelf had ik door mijn ziekte geen jurk meer kunnen kopen en ben ik dan maar in een oranje hippierok getrouwd, met een wit vest tegen de wind en zwarte sneeuwboots aan mijn voeten. De meisjes van de laundry hadden van waszakken een sluier gemaakt voor in mijn haar. Heel bijzonder en romantisch was dat.”

Jochen: “En de mechaniekers van de machinekamer hadden van bouten trouwringen gemaakt. Het was berekoud, maar wat een onvergetelijke ervaring. Op de achtergrond van onze trouwfoto’s doemt de boeg van de boot op, een omgebouwd militair schip, en gigantische ijsbergen van misschien wel tien meter hoog. Echt indrukwekkend.”

Lien: “Tegelijk was die reis naar Antarctica voor ons soms wel heel zwaar. Het wordt daar in de zomer immers nooit donker. De klanten bleven vaak tot laat op, verschoven het avondeten bijvoorbeeld weleens naar elf uur, omdat ze op uitstap waren geweest naar een gletsjer. Omdat ik voor hen het aanspreekpunt was, kon het ook gebeuren dat ik nog telefoon kreeg als ik al in bed lag. Het was een veeleisende job, maar dat vonden wij niet erg. De momenten dat er gasten aan boord waren, werkten we aan één stuk door, op andere momenten hadden we een normaler ritme en konden we ’s avonds ontspannen en genieten van de omgeving.”

Van Papoea-Nieuw-Guinea tot de Solomoneilanden

Lien:Op al die reizen hebben we elkaar ook door en door leren kennen, en onze relatie zat altijd goed. Tijdens de service konden we soms wel streng zijn voor elkaar, maar dat is nu ook het geval, nu we weer in België zijn en hier in Maldegem onze eigen zaak hebben. Maar we willen het gewoon altijd zo goed mogelijk doen voor onze klanten.”

Jochen: “We hebben wel twee verschillende karakters. Lien is superstrak georganiseerd, ik ben wat wispelturiger.”

Lien: “Jij bent ook georganiseerd, Jochen, maar je verandert soms van gedacht. Ik herinner me nog die keer aan boord dat je de borden gekozen had voor de verschillende gangen en dat wij die allemaal opgeblonken hadden, van elke soort twaalf stuks. Maar nadat het hoofdgerecht geserveerd was, wilde je plots een ander bordje voor het dessert, terwijl de borden in de eetkamer vlak achter de gasten stonden. Voor mij wel lastig om die dan nog te gaan halen. Op zo’n moment moet ik dan wel zeggen: ‘Sorry, Jochen, dat gaat nu niet meer.’ “

Jochen en ik hebben samen een groot deel van de wereld gezien. Papoea-Nieuw-Guinea, de Solomoneilanden, Fiji… Ongelooflijk mooi

Jochen: “Op een boot zijn er nog andere uitdagingen. In een restaurant komen de mensen voor jouw keuken, ze kunnen kiezen uit de gerechten die op de kaart staan. Op zo’n schip is het omgekeerd: jij moet je aanpassen aan de wensen van de klant, aan wat zij graag eten. Voor één familie heb ik bijvoorbeeld misschien wel drieduizend verschillende gerechten gemaakt! Er is ook weinig ruimte om iets eerst een paar keer uit te proberen. Het moet meteen goed zijn. Aan boord wordt je creativiteit wat meer getriggerd. Elke dag een ander ontbijt, lunch, diner.”

Lien: “Iedere familie en ieder schip was anders, iedere locatie een openbaring. Jochen en ik hebben samen een groot deel van de wereld gezien. Papoea-Nieuw-Guinea, de Solomoneilanden, Fiji… Ongelooflijk mooi. Als je met een luxejacht vaart, meer je vaak ook ergens aan, en we werden op die eilanden altijd erg hartelijk ontvangen. Dan barbecueden we weleens samen op het strand en leerden we de plaatselijke bevolking kennen.

Eén keertje hebben we ook de wereld van de ‘partyboot’ leren kennen. De boot waar we op dat moment mee rondvoeren, werd onverwacht verhuurd tijdens het filmfestival van Cannes. Die mensen kwamen dan aan boord om een paar dagen echt uit de bol te gaan. Heel leuk om een keertje mee te maken. Dus ja, we hebben weleens bekende mensen over de vloer gehad, zoals acteurs, sportvedetten… Tijdens een andere reis – niet op de partyboot in Cannes – hebben we zelfs een president aan boord gehad. Nee, niet de Amerikaanse of de Franse.” (lacht)

Terug naar het vasteland

Jochen: “Wij hebben dertien jaar lang héél intens geleefd, enorm veel meegemaakt. De keerzijde van de medaille is dat je ook veel mist op het thuisfront. Familiefeestjes, maar ook begrafenissen. In bepaalde periodes werkten we drie maanden en waren we daarna een maand in België. Maar er zijn ook jaren geweest dat we maar anderhalve maand thuis waren op een heel jaar.

Na dertien jaar verlangden we weer naar een eigen stek, en naar een kindje. Intussen zijn we gelukkig, hier in Maldegem

Op zo’n boot heb je natuurlijk ook heel weinig privacy en op een bepaald moment begonnen we toch te verlangen naar een eigen stekje. En naar een kind. We hebben meer dan tien jaar als nomaden geleefd, op een bepaald moment wilden we weer ergens thuiskomen. Dat deden we hier in Maldegem, waar we ook dicht bij de zee én de bossen zitten.

In juni ’22 kregen we ons dochtertje Jolie, en sinds begin dit jaar is ons restaurant Lijo open – een samentrekking van onze namen en een speelse variant op de naam van ons dochtertje. Daar steken we nu ons hart en onze ziel in. Mensen vragen ons vaak of we het bootleven niet missen. Het is inderdaad een heel ander leven, maar we blijven intens bezig. Onze avonturen vind je nu in het bord dat we voorschotelen. Kreeft van hier, maar met een Aziatisch vleugje, bijvoorbeeld. Gerechten die vertellen wie we zijn en wat we in die dertien jaar gezien en meegemaakt hebben.”

Lien: “Nu is dit onze lust en ons leven, maar zeg nooit nooit. Misschien vliegen we als Jolie volwassen is, in een verre toekomst, toch nog eens uit. Die deur – ooit nog eens naar het buitenland gaan – laten we toch graag nog op een kiertje staan. Maar op dit moment zijn we heel tevreden in België, met ons dochtertje én met ons restaurant.”

Nog meer bijzondere verhalen lezen?

“Soms knijp ik mezelf in de arm. Heb ik het écht zo ver geschopt met mijn basisdiploma?”
Michelle werd door hard werken adjunct-directeur van een woonzorgcentrum
“Een moederhart klopt altijd. Soms moet ik het kwijt, en dan zeg ik dat ik jullie mis, of vraag ik ‘kom nog eens langs'”

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."