Dé 7 hoogtepunten van Bretagne die je niet wilt missen tijdens je roadtrip
Bretagne, da’s véél meer dan strand en zee. In het hart van de zomerse vakantieregio ontdekte redacteur Johan charmante dorpjes, levendige stadjes en mooie fietsroutes. Maar ook die wilde kust kon hij niet links laten liggen! Hij geeft zeven tips voor een onvergetelijke rondrit.
Bretagne in 7 hoogtepunten
1. Rennes: stad van mooie gevels en de ‘galette’
80.000 studenten telt de sympathieke hoofdstad van Bretagne, en dat zie je aan de terrasjes en restaurants die ’s avonds en ’s middags altijd vol zitten met jong volk. Maar tegelijk heeft Rennes ook een rijk verleden, omdat de zetel van het parlement de nodige functionarissen en ambtenaren naar de stad lokte. Zij brachten zowel het geld als elegante architectuur naar het centrum, en daar zie je nog overal de sporen van.
In de Rue de la Psalette vind je kunstig versierde houten vakwerkhuizen, en ook de neo-klassieke kathedraal Saint-Pierre is een pareltje. Binnenin kun je een Antwerps retabel uit 1520 bewonderen, met het bekende wapenschild met kasteel en twee handjes.
Neem zeker de tijd om naast de vele monumentale gebouwen in graniet en zandsteen ook de verborgen hoekjes te ontdekken, zoals de Franse tuin met rozen en perenbomen naast het Hôtel de Blossac. Of de overdekte markthal La Criée, waar je ’s middags kunt lunchen bij de foodstands tussen de kraampjes met locale delicatessen.
Maar dé allermooiste plek is zonder twijfel de Parc du Thabor, met zijn 9 hectare groen het grootste park van Rennes. Vanaf de lente baadt de Franse tuin in een betoverende symfonie van kleuren en geuren.
Tip
Als je wilt doen zoals de locals, dan eet je zeker een ‘galette’, een hartige Bretoense pannenkoek van boekweit. Ze vullen ze hier met allerlei ingrediënten zoals emmentaler of raclettekaas, sardientjes, ham of gestoofde prei met sint-jakobsvruchten. In de authentieke Crêperie La Rozell serveren ze ‘the real thing’, en dus zit het er elke avond goed vol met studenten. Een bol Bretoense cider erbij, en je Franse avontuur is begonnen!
2. Met een elektrisch bootje het water op
Rennes is een bijzonder groene stad. Niets leuker dus dan op een zonnige zomermiddag bij Les P’tits Bateaux in een e-bootje te stappen. Moeilijk is het niet: gewoon het stuur in handen nemen en tegen een gezapige snelheid van 5 kilometer per uur een uurtje over het L’Ille-kanaal varen naar de Prairies Saint-Martin. Die laatste vormen een echte groene long in het hart van de stad.
Alle autogeluiden verdwijnen en de rust valt als een dekentje over onze schouders. Af en toe zwaait een fietser ons toe vanop het jaagpad. Het is heerlijk chillen onder het zonnescherm. Dan zien we een blauwe vlek razendsnel over het water scheren. IJsvogels! Later spotten we nog een reiger en horen we een buizerd.
3. Josselin: een droomkasteel en fietsen langs het kanaal
Dit charmante plattelandsdorpje brengt je compleet in vakantiesfeer en flitst je terug naar de middeleeuwen. Daar zit het imposante kasteel met drie slottorens voor veel tussen. Toch is het Château de Josselin eigentijdser dan je denkt, want de bovenverdieping wordt nog altijd bewoond door de adellijke familie de Rohan.
Het gelijkvloers is wél toegankelijk en geeft je een goeie inkijk in het dagelijks leven van de Franse adel anno 1890, van de balzaal tot de bibliotheek en de Engelse tuin.
Later pikken we aan het water bij Ti War An Dour onze huurfietsen op, en volgen 21 kilometer lang het kanaal dat vanuit Nantes naar Brest loopt. Algauw maakt de toeristische drukte plaats voor maïsvelden en bossen. Het is heerlijk peddelen langs beuken, brugjes en kapelletjes richting de abdij van Timadeuc.
Op de terugweg stoppen we in het kleine Pomeleuc voor een koffie in de plaatselijke bar/dorpswinkel. Om kwart over drie komen een paar van de twintig dorpelingen langs voor een babbeltje en hun dagelijks drankje. Dit is het plattelandsleven zoals je het in Vlaanderen niet meer kunt vinden. Je zou haast vergeten dat honderd jaar geleden via dit pittoreske kanaal nog het grootste aantal goederen vervoerd werd van heel Frankrijk, zo’n 174.000 ton per jaar.
4. Lorient: een onderzeebasis als attractie
In Lorient waait de zilte zeelucht je tegemoet, en beland je in een badplaats met 100% Franse flair. Denk: strand, zee, de geur van zonnecrème en dames met strandtas die elegant langs de kaai flaneren.
We zoeken een tafeltje uit in de hippe Le Club Bulot vlak bij de jachthaven, waar het zalig is om mensjes te kijken. Dit is de tweede vissershaven van Frankrijk, en de uitgebreide zeevruchtenkaart met oesters, palourdes, mosselen, kreeft, krab en tonijn tovert meteen de culinaire highlights van Bretagne op ons bord.
Lorient is de plek waar je moet zijn voor een paar van de mooiste stranden, zoals het Grande Plage de Port-Louis bij de Citadel, het zandstrand Plage de Larmor of Lomener met zijn kleine strandjes vol kreken.
Maar wij zijn naar hier afgezakt om nog een andere reden: het betonnen fort Lorient La Base. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bouwden de nazi’s hier de grootste duikbootbasis van de Atlantische kust. Een echte ‘oorlogsstad’ met een dak van meer dan 10 meter dik in versterkt beton, dat de zwaarste bombardementen van de geallieerden kon doorstaan.
We laten ons rondleiden in hangar K3, die nu het duikbootmuseum huisvest. En ook al is er behalve de dokken op zich weinig te zien, de architectuur van het gebouw is zo indrukwekkend dat je je moeiteloos kunt inbeelden hoe het er hier meer dan tachtig jaar geleden aan toeging toen er twintig duikboten lagen. Het was te duur en te moeilijk om na de oorlog de gigantische betonnen bunkers te vernietigen.
En dus huisvest één ervan nu de Cité de la Voile Eric Tabarly, een interactief en speels zeilmuseum dat zich vooral richt op gezinnen met kinderen. Zelf een zeil hijsen, knopen leggen, het roer bedienen: elk kind mag het hier allemaal zelf uitproberen! (lorientbretagnesudtourisme.fr)
5. De postkaartplaatjes Saint-Cado en Saint-Goustan
Zin in een paar onweerstaanbare selfiespots? Dan moet je op weg naar Vannes zeker stoppen in Saint-Cado (Belz) waar la douce France nog zoeter en zaliger is dan gewoonlijk.
Vanop de brug of op het zalige terras van Café Madame Mouette heb je zicht op de Étel-rivier, met daarin een piepklein eilandje met daarop enkel één huisje met blauwe luikjes. Ooit woonde in dit schattige ‘oesterhuis’ de conservator van een oesterpark met zijn familie, nu doet het uitzicht alleen al je dromen van een maandenlange Franse zomervakantie.
Nog zo’n schattige plek is Saint-Goustan, een voormalig vissersdorpje aan de rivier Auray bij de Golf van Morbihan. De vissershuisjes en bootjes zijn bijzonder idyllisch, en er zijn meer dan genoeg terrasjes om luilekker van het panorama te genieten.
6. Vannes, parel van de Golfe du Morbihan
‘Morbihan’ betekent ‘kleine zee’ in het Bretoens. De 40 vierkante kilometer grote Golf van Morbihan in het zuiden van Bretagne is bezaaid met tientallen eilandjes. Het is een lust voor het oog, en dat komt door het permanente kleurenspel van tinten groen en blauw in deze binnenzee, de thuishaven van de beroemde oesters.
Parel aan de kroon is het charmante Vannes, de hoofdstad van de Morbihan. Ze ligt beschermd in de baai, en dat zorgt voor heel rustig water en geen wind of stormen. Net daarom groeide ze in de middeleeuwen uit tot een belangrijke handelsstad met een haven in het centrum. Ook de hertogen van Bretagne vestigden hier hun hof. Nu voelt Vannes eerder aan als een groot maar chic dorp met een rijk verleden.
“Een perfecte plek om goed te leven”, zegt onze gids. “Ook in de winter is het klimaat hier aangenaam. Geen wonder dat veel Parijzenaars naar hier trekken na hun pensioen.” Fier troont Marie-Noëlle ons over de kasseistraatjes mee naar de jachthaven, omzoomd met oude vakwerkhuizen.
Nog zo’n blikvanger is Le jardin des Remparts, de tuinen die rond de omwalling lopen. De Rue Saint-Guenhaël is een typisch middeleeuwse straat, nu vind je er boetiekjes en galerijen.
Mis zeker de foodmarkt Halles des Lices en de Halles aux Poissons niet, want zeevruchten uit Bretagne zijn de beste van heel Frankrijk. De mosseltjes zijn hier klein maar hebben veel smaak, omdat in de Golfe du Morbihan veel voedingsstoffen zitten. Op de Place Gambetta vind je restaurants waar je ’s middags kunt neerstrijken voor een bord oesters en een glas witte wijn. Bon appétit!
7. Quiberon: zo wild zag je de kust nog nooit!
We sluiten onze trip door Bretagne af met ongelooflijk natuurschoon. Quiberon wordt door een dunne strook land gescheiden van het vasteland. Het schiereiland telt zo’n 30 kilometer kustlijn, met gevarieerde landschappen. De fietspaden lopen gewoon door de duinen, en de strakke wind van de oceaan verwelkomt tientallen kitesurfers.
De mooiste stukjes vind je aan de westkust. In Saint-Pierre-Quiberon volgen we de kust langs de Côte Sauvage, de ‘woeste kust’. Hier wisselen spectaculaire kliffen af met ruige zandstranden en rotslandschappen. Aan de Place du Port Blanc hebben we een mooi uitzicht op de Arche, een rotsboog uitgesleten door het water waar schuimkoppen bruisend tegen te pletter botsen. Zo machtig, de natuur!
Bretagne praktisch
- Erheen: Rennes ligt op 660 kilometer van Antwerpen, en is makkelijk te bereiken per auto.
- Mooi meegenomen:in Bretagne betaal je geen péage!
- Budget: koffie € 2,50, glas wijn € 3,50, 1 liter cider: € 10-15, driegangendiner: € 45
- Toeristische info: bretagne-vakantie.com
Meer reisinspiratie:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!