Comme chez Koen: “Eindelijk licht, ruimte, rust… Dat gevoel hadden we toen we ons druilerige vaderland verlieten”

Kersvers Libelle-columnist Koen Strobbe (56) is auteur en woont met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten in het zuiden van Frankrijk. In zijn wekelijkse column vertelt hij over zijn leven in ‘la douce France’.

Het is nu weer even geleden, maar als we na een weekje België terug naar huis rijden is het aanvankelijk altijd stil in de auto. Het is het soort stilte dat niemand zo meteen durft te breken, een beetje zoals de schroom die je hebt om ’s ochtends iemand wakker te maken die met een gelukzalige glimlach op het gezicht nog volop in dromenland verkeert. Ja, die eerste uren in de auto zijn altijd momenten van heimwee.

België is dan – in niet-coronatijden althans – ook altijd weer een bommetje, vol gebundelde gezelligheid met de familie, het thuiskomen in restaurantjes, of naar een bioscoop gaan met een écht groot scherm, zonder de storende pilaren van de dorpscinema in het gezichtsveld. Het zijn hoogdagen met geanimeerde winkelstraten en, als het weer meezit, een gezellig terrasje met vrienden die we al te lang niet meer gezien hebben. Zo helemaal anders dan het rustige, stille leven dat we in Frankrijk leiden.

Om onszelf wat op te peppen, zeggen we dan na een tijdje, als we de Franse grens naderen: ‘Man, wat was de hemel hier de voorbije dagen weer één grote regenwolk’, of ‘wat een drukte is het toch telkens hé, en zo verschrikkelijk veel auto’s op de wegen…’ En dan denk ik terug aan het gevoel dat ik zoveel jaar geleden had toen we ons druilerig vaderland vaarwel zegden: eindelijk licht, eindelijk ruimte, eindelijk rust.

“Mijn vrouw en ik voelden allebei dat onze job een veel te grote hap uit ons leven nam. Ons échte leven”

Mijn vrouw Ilse en ik hadden allebei de knoop doorgehakt en een boeiende job achter ons gelaten omdat we voelden dat die job een veel te grote hap uit ons leven nam. Ons échte leven. We zagen elkaar ’s ochtends vroeg en ’s avonds veel te laat. Het weekend diende om uit te blazen en het slaaptekort weg te werken. Na al die jaren is er nog altijd één ding dat voor mij het grote verschil maakt tussen vroeger en nu, en dat is het fenomenale licht hier. En dan heb ik het niet alleen over de zon tijdens de lange hete zomer die weer voor de deur staat. Nee, het echte verschil ligt voor mij in de wintermaanden. Wie denkt dat Zuid-Frankrijk er ’s winters bijligt zoals tijdens de veertiendaagse vakanties in juli of augustus, moet ik ontgoochelen: het wordt hier ook behoorlijk koud. Maar meestal word je wél wakker onder een stralend blauwe hemel; waardoor we al bijna twintig jaar geen winterblues meer gehad hebben, iets waar zowel mijn vrouw als ik vroeger in België wel eens last van hadden.

‘Maar is het op jullie heuvel dan niet eenzaam?’ krijg ik wel vaker te horen als vrienden me uitvragen over onze Franse droom. ‘Geef me jouw definitie van eenzaamheid’, antwoord ik dan. Natuurlijk zijn we hier niet eenzaam. Ilse en ik zijn hier wijnboer tussen de wijnboeren geweest, we hebben gastenkamers gehad en we hebben zoon Kwinten die we elke dag naar school brengen. Met andere woorden: we hebben best wel een behoorlijk groot sociaal netwerk om ons heen.

“De meeste werkende Belgen aarzelen vooral om hun veilig leven vaarwel te zeggen”

Wanneer ik mijn vrienden dus naar hun definitie van eenzaamheid vraag, krijg ik meestal een heel ander antwoord dan wat ik zelf onder eenzaamheid versta. Eigenlijk komt het erop neer dat de meeste werkende mensen in België vooral aarzelen om hun veilig leven vaarwel te zeggen: het naamkaartje met die belangrijke job erop, dat hoge Belgische loon, de auto van de zaak; met andere woorden: hun status.

‘Je moet natuurlijk ook de juiste familie hebben om te kunnen vertrekken’, merk ik dan op. Gelukkig hadden zowel Ilse als ik ouders die ons in alle vrijheid hebben laten kiezen, zonder psychologische druk vanwege het niet zien opgroeien van het kleinkind, om maar iets te zeggen. Ik begrijp natuurlijk dat het juist dat familiale aspect is dat veel mensen tegenhoudt om de stap naar leven in een ander land te zetten. Er zijn immers zoveel argumenten om het niet te doen. Als je jong bent, heb je vaak kinderen die je niet zomaar in je avontuur wilt of kunt betrekken. En daarna, als je gepensioneerd bent en de financiële vrijheid hebt om op zijn minst een deel van je tijd in het buitenland te gaan wonen, zijn er de kleinkinderen die je niet kunt loslaten. En daar is niks mis mee, want wat heb je immers aan vrijheid, natuur, zonlicht, ruimte en rust als over al die geneugten voortdurend een schaduw hangt van heimwee naar ouders, broers, zussen, kinderen of kleinkinderen?

Met dat soort filosofische gedachten en gebabbel vullen we dus de autorit naar onze Franse thuis. Ondertussen barst, meestal ongeveer ter hoogte van Lyon, de hemel open en tovert de zon als vanzelf een glimlach op ons gezicht. En dan is er altijd wel iemand van ons die zegt: ‘Eigenlijk maar goed ook dat niet iedereen zomaar België wil verlaten, want stel je voor dat ze dat allemaal wél deden? Dan was het binnen de kortste keren gedaan met onze rust.’

Tekst: Koen Strobbe

Lees ook:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."