Koen

Koens column: “Kwinten heeft een einde-vakantiedip, en ik weet precies hoe hij zich voelt”

Koen Strobbe (58) keert na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.

De zomer is voorbijgevlogen. Als volwassene kun je dat makkelijk een plaats geven: je hebt een paar fijne weken achter de rug, je batterijen kunnen opladen en bent klaar voor het drukke najaar dat eraan komt. Maar voor een tiener is dat anders. Het feit dat we in de laatste volledige augustusweek zitten, hakt er serieus in bij Kwinten.

“Je bent nog maar een paar kalenderblaadjes verwijderd van september en het lijkt alsof het einde van de wereld voor de deur staat”

Ik voel wat hij voelt en herinner me nog levendig hoe ik zelf was als zeventienjarige: je bent nog maar een paar kalenderblaadjes verwijderd van september en het lijkt alsof het einde van de wereld voor de deur staat. Terwijl je luttele weken geleden nog de kapitein was van een bruisend schip in het midden van een eindeloze vakantieoceaan.

Elke zomer kondigt zich op dezelfde manier aan: als de eerste brugdagen van mei eraan komen, begint het gevoel van onbeperkte vrijheid te kriebelen. In juni nog even doorbijten, de examens doorworstelen, en dan is die eindeloze vakantie daar. Juli en augustus lijken allebei wel maanden van veertig dagen en er worden al even eindeloze voornemens gemaakt: op kamp gaan, mee op reis met ons, fietstochten met de vrienden, terrasjes doen, zwemmen, watersporten…

Elk jaar opnieuw zit dat lijstje zo overvol, dat er wel twee of drie grote vakanties nodig zouden zijn om alles wat erop staat te kunnen realiseren. En als die maanden dan, zoals altijd, holderdebolder voorbij zijn, blijkt er véél te weinig te zijn afgevinkt.

Het grote verschil tussen een zeventienjarige en zijn ouders is dat hij nog niet kan relativeren. Als ouder weet je dat dit het-is-weer-zo-verschrikkelijk-snel-voorbij gegaangevoel bij het leven hoort en dat ook het op til zijnde schooljaar veel sneller voorbij zal gaan dan je als tiener vreest. Maar toch voel je die lichte hopeloosheid van je zoon even hard aan als toen je zelf nog in zijn schoenen stond. Maar wat kun je doen?

Wat Ilse en ik alvast niet doen, is de ‘fouten’ die wij in onze jeugd moesten ondergaan, herhalen. Te beginnen met de terug-naar-schooldrukte waarin sommige kids rond half augustus terechtkomen: opeens moet er naar winkels worden gehold alsof het leven ervan afhangt. Nieuwe kleren, nieuwe sportschoenen, een nieuwe rugzak of boekentas, en soms het besef dat de schoolboeken nog niet zijn besteld.

We hebben er een gewoonte van gemaakt om al die dingen in de allereerste week van de vakantie te doen. Op dat ogenblik staat Kwinten toch nog met één been in het voorbije schooljaar, en zo maken we het afscheid van de zomervakantie niet nog zwaarder.

“Tieners zijn enorm goed in het zich wentelen in hun eigen miserie”

Als ik Kwinten bij het ontbijt probeer op te beuren met tips van dingen die hij deze vakantie nog niet heeft gedaan, maar die hij perfect nog tijdens de laatste dagen van zijn vakantie kan inplannen, heeft dat weinig effect op zijn humeur. Hij vraagt enkel of er nog kersen in de frigo staan, maar ik moet hem teleurstellen, want de kersentijd is ondertussen definitief voorbij. En dat is voor hem dan weer een zoveelste bevestiging dat het einde der tijden nabij is.

Tieners zijn enorm goed in het zich wentelen in hun eigen miserie. Met een kwinkslag probeer ik hem duidelijk te maken dat hij op deze manier de weinige vakantiedagen die hij nog heeft, vakkundig om zeep aan het helpen is. Zijn ogen vertellen me dat hij weet dat ik gelijk heb, maar dat hij er zelf ook niks aan kan doen.

Ilse is veel slimmer in die dingen dan ik. Als Kwinten vandaag toch niets van plan is, zegt ze, dan heeft ze nog wel wat taakjes die hij voor haar kan doen. Waarop zonemans meteen begint tegen te stribbelen en een uurtje later plotseling van alles heeft afgesproken met de vrienden. De einde-vakantiedepressie is even snel weer verdwenen als ze was opgedoken.

Later op de dag zie ik in de supermarkt toch nog kersen staan, uit een ver land. Hoewel de prijs absurd hoog is, leg ik toch een bakje in m’n kar. Als ik thuiskom en Kwinten mijn vondst presenteer, smelt mijn vaderhart. Want de smile van mijn tienerzoon maakt meteen duidelijk dat ik geen fruit hebt gekocht, maar een onbetaalbaar bakje hoop.

LEES MEER VAN KOEN STROBBE:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."