Koen

Comme chez Koen: “Mijn gsm gaat, ik zie een zwart scherm en op de achtergrond hoor ik Aimé foeteren dat ‘die moderne rotzooi’ niet werkt”

Libelle-columnist Koen Strobbe (56) is auteur en woont met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten in het zuiden van Frankrijk. In zijn wekelijkse column vertelt hij over zijn leven in ‘la douce France’.

Voor het eerst sinds lang zit het bejaarde koppel Aimé en Marceline op het bankje voor hun huis. Zij schilt patatjes in een babyroze plastic teil en hij knipt bamboestokjes op maat als steun voor zijn tomatenplanten.

Als ik vriendelijk vraag hoe het gaat, wijst Aimé meteen naar een stoel tegen de stal aan de andere kant van de weg en dus zit ik enkele tellen later op meters afstand van hen luid te roepen, want beide oudjes zijn hardhorig.

“Het gaat niet goed” zegt Aimé gewichtig en kijkt daarbij veelzeggend naar Marceline.

Ik verwacht mij aan een uitgebreid verslag van haar gezondheidstoestand. Want hoewel de mensen in Zuid-Frankrijk eigenlijk hard lijken op die bij ons, is dat toch een heel groot verschil: bij ons is de vraag ‘hoe gaat het ermee?’ meer een soort beleefdheidsgroet, waarop je ‘ça va’ of ‘alles oké’ antwoordt. Hier beginnen mensen die je eigenlijk niet eens zo goed kent tot in het kleinste detail te vertellen hoe het met hen gaat. Dat kan variëren van een uitgebreid gezondheidsrelaas tot echt diepgaande ontboezemingen over zware psychologische problemen waarvoor ze in behandeling zijn. Maar Aimé kiest dit keer gewoon voor de praktische kant.

“Je moet me een dienst bewijzen,” zegt hij. “Wij delen toch dezelfde huisarts, jullie en wij?”

Docteur Alain?” vraag ik, “wat is daarmee?”

“Marceline heeft al een hele tijd last van gezwollen voeten, maar ik slaag er maar niet in om een afspraak met dokter Alain te regelen. Ik heb vanochtend nog gebeld en het eerste vrije spreekuur is binnen drie weken…”

Ik knik. “Ja, hij heeft het druk in zijn praktijk.”

“Maar,” zegt Aimé, “ik heb gehoord dat als je online een afspraak maakt, het dan veel sneller gaat.” Hij spreekt het woord uit alsof het om een toverformule gaat.

“Hm,” zeg ik, “dat klopt maar half. Online kan je geen afspraak regelen die zijn secretaresse je ook niet had kunnen geven, maar je kan wel sneller een tele-consultatie krijgen.”

Aimé knikt hevig. “Dat is wat ik bedoel: een tele-consultatie!”

Ik kijk hem schuin aan. “Je weet toch wat dat is? De dokter komt dan niet naar hier, maar je spreekt met hem via het scherm van een pc, tablet of gsm.”

“Aime en Marceline kijken mij ontgoocheld aan wanneer ik hen uitleg dat een tele-consultatie via de pc, tablet of gsm verloopt”

Dat wist Aimé duidelijk niet. Ik vermoed dat hij dacht dat de dokter dan zoals een pakketje van Amazon door een koerierdienst bij hem aan huis geleverd werd.

Marceline en hij kijken mij ontgoocheld aan.

“Maar als het dringend is, bel dan toch gewoon een taxi en laat je naar een andere dokter, of in het ergste geval de spoedafdeling in Alès of Nîmes voeren…” Taxi’s voor medisch gebruik worden hier in Frankrijk volledig terugbetaald, dus daarvoor hoeven ze het niet te laten.

“Ik zou jullie zelf brengen, maar je weet wel, met die bubbels enzo.”

Met hun instemming pak ik mijn gsm en bel wat artsen in Uzès. Blijkt dat ze in dezelfde groepspraktijk als die waar dokter Alain werkt al meteen morgen bij een assistent terecht kunnen. Eerst sputtert Marceline nog wat tegen, maar als ik suggereer dat zij, als zij het oordeel van die assistent niet vertrouwt, nog altijd kan vragen dat dokter Alain zélf er eventjes bijgeroepen wordt, gaat ze toch overstag.

Ik zie dat Aimé zichtbaar opgelucht is. Hij heeft mij ooit eens verteld dat Marceline met ‘suiker in het bloed’ sukkelt, dus ik begrijp dat hij drie weken veel te lang vindt.

Een paar dagen later kom ik hen terug tegen en vertelt Marceline blij dat die assistent de slechtste nog niet was. “Een pienter mannetje, en knap was hij ook.” In het labo hebben ze bloed getrokken. “En als de resultaten binnen zijn, hebben we alweer een afspraak met hem!”

“Dit keer een echte tele-afspraak!” zegt Aimé trots. Blijkbaar zijn ze in Uzès meteen een smartphone gaan kopen – Aimé noemt het een slimme telefoon – en heeft de verkoopster hen uitgelegd hoe alles werkt. “Ik zal je vanavond eens contacteren, bij wijze van test.”

’s Avonds gaat mijn gsm. Ik grinnik naar Ilse en neem op, maar ik zie enkel een zwart scherm. Op de achtergrond hoor ik Aimé tegen Marceline foeteren dat die moderne rotzooi, zoals hij al vreesde, niet werkt.

LEES MEER VAN KOEN STROBBE:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."