Mijn verhaal: Petra is altijd blijven treuren om haar overleden jeugdliefde

Petra wist het vanaf dag één: Ward was haar ideale man, voor altijd. Helaas werd hun toekomst samen in één klap weggeveegd toen Ward overleed in een verkeersongeval…

Petra (53): “Ward en ik zijn samen opgegroeid. We woonden in hetzelfde dorp, onze ouders waren bevriend, we speelden als kind dikwijls samen. Toen we naar de middelbare school gingen, wachtte Ward me elke ochtend voor zijn huis op om samen naar de stad te fietsen. Als het regende, namen we dezelfde bus. Het is op die bus dat we elkaar voor het eerst gekust hebben. Ik was toen veertien jaar, hij vijftien. Niemand reageerde verbaasd op het feit dat we een koppeltje werden, zelfs onze ouders niet.

Maar na zowat een jaar raakte het uit. We werden nieuwsgierig naar andere jongens en meisjes. Zowel Ward als ik hebben daarna flink rondgefladderd, maar we zijn altijd bevriend gebleven. Toen we allebei in Gent op kot zaten, sloeg de vlam opnieuw in de pan, vijf jaar na die eerste kus op de bus. Het voelde vanaf dag één als thuiskomen. We wisten: dit is het, voor altijd.

Het potje en het dekseltje


De jaren die volgden, waren de gelukkigste van mijn leven. Ward en ik genoten van het studentenleven, van onze vrijheid en van elkaar. Soms gingen we naar de les, soms bleven we een hele dag in bed. We vulden elkaar goed aan. Hij was rustig en bedachtzaam, ik eerder impulsief. Hij rationeel, ik een vat vol emoties. We hielden elkaar in evenwicht, haalden het beste in elkaar naar boven. Hij was mijn potje, ik zijn deksel. Familie en vrienden noemden ons een ideaal koppel. Eind juni 1995 studeerden we allebei af. De toekomst lachte ons toe. We wilden graag zo snel mogelijk werk zoeken, gaan samenwonen en een gezin stichten.

Na een avondje uit bracht Ward me thuis. Ik zei nog: ‘Tot morgen, bolleke’. Maar voor Ward kwam er geen morgen meer

Maar het heeft niet mogen zijn… Op 14 juli bracht Ward me met de auto van zijn vader thuis na een avondje uit. We hebben nog gekust in de auto, en ik ben wellicht uitgestapt met de woorden: Tot morgen, bolleke’, want dat was mijn koosnaampje voor hem. Maar er was voor Ward geen morgen meer. Hij heeft onderweg naar huis een zwaar verkeersongeval gehad en was op slag dood. Hij was net geen 24 jaar.

Mijn stralende toekomst maakte in één klap plaats voor een donkere wolk, die naar mijn gevoel nooit meer helemaal is weggegaan. Samen met Ward stierf ook een stukje van mezelf. Ik was ontroostbaar. Ik sleepte me door de dagen, kwam amper uit bed en bleef hangen in mijn verdriet. Het heeft maanden geduurd voor ik me ertoe kon brengen om op zoek te gaan naar een job. Dat mijn leven doorging zonder Ward, voelde als verraad. Als vriendinnen me vroegen om mee op weekend te gaan of iets te gaan drinken, haakte ik af. Ik bleef liever thuis.

Getroost door Lieven

Pas na lange tijd liet ik me af en toe mee op sleeptouw nemen. Zo raakte ik op een feestje aan de praat met Lieven. Ik vertelde over Ward, die op dat moment ongeveer twee jaar dood was, en hij reageerde zo lief en begripvol dat ik het oké vond om nog eens af te spreken. Lieven en ik startten heel voorzichtig een relatie. In het begin heb ik nog veel over Ward gepraat en veel gehuild. Lieven luisterde, nam me in zijn armen, wiegde me, troostte me. Ik voelde me goed en veilig bij hem en zei ‘ja’ toen hij een paar jaar later voorstelde om te trouwen. We kregen twee kinderen, die we met veel liefde en toewijding hebben opgevoed.

Lieven is mijn beste vriend, en een fantastische vader voor onze kinderen. Maar die totale overgave zoals bij Ward heb ik nooit gevoeld


Lieven en ik hebben het nog steeds goed samen. Hij is mijn beste vriend, mijn steun en toeverlaat, een fantastische vader voor onze kinderen. Hij is lief en trouw en ik ben zeer op hem gesteld. Maar hij is niet mijn grote liefde. Dat was Ward. Lieven weet dat ook: tijdens woordenwisselingen heeft hij me al meermaals voor de voeten gegooid dat hij voor mij ‘tweede keus’ is. En hoe cru dat ook klinkt, ik kan het niet ontkennen: als Ward was blijven leven, was ik niet met Lieven getrouwd. Van hem heb ik nooit zo gehouden als van Ward, zo totaal en vol overgave, zo met elke vezel van mijn lijf.

Naar zijn graf

Soms speel ik de film van Ward en mij nog eens in mijn hoofd af, en dat doet nog altijd pijn. Misschien idealiseer en romantiseer ik te veel wat we samen hadden, daar ben ik me van bewust. We waren jong, verliefd en onbezorgd, het waren onze studentenjaren, nog niet het echte leven. Dat ik Ward nooit helemaal uit mijn hoofd heb kunnen zetten, is ook niet echt fair naar Lieven toe, dat weet ik. Maar ik kan het niet helpen: diep vanbinnen ben ik ervan overtuigd dat het tussen Ward en mij zou zijn blijven duren. Hoe zou mijn leven gelopen zijn als hij was blijven leven? Ik vraag het me nog regelmatig af.

Misschien idealiseer ik wat we samen hadden. We waren jong en verliefd. Maar ik vraag me nog steeds af hoe mijn leven zou zijn gelopen

Met de familie van Ward ben ik altijd contact blijven houden. In het begin ging ik nog regelmatig op bezoek bij zijn ouders; bij hen voelde Ward nog het meest dichtbij en tastbaar. Na mijn huwelijk met Lieven is er meer afstand gekomen, maar we sturen elkaar nog altijd berichtjes met verjaardagen en op de sterfdag van Ward. Ik ga ook elk jaar op 14 juli even naar Wards graf. Dan vertel ik hem wat er allemaal gebeurd is, dat het goed met me gaat, dat ik een fijne job heb, een lieve man en twee toffe kinderen. Maar dat ik hem nog altijd mis.”

Meer openhartige verhalen:

olg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."