Familie
“Opboksen tegen al dat vrouwelijk geweld, daar is soms geen beginnen aan”
Door Diny Thomas

Alle drie hebben ze als kind weleens gevloekt op al die vrouwen in huis, maar als puntje bij paaltje komt, zouden ze het geen van allen anders willen.

Geert

Geert heeft zich nooit het buitenbeentje gevoeld tussen zijn vier zussen: Veerle, Kathleen, Annemie en Adinda.

© Tjorven Boucher

Geert (43): “9 juli 1979: een hoogdag voor mijn grootvader langs vaders kant, want met de komst van z’n eerste en enige kleinzoon, wist hij met zekerheid dat de naam Mesdagh niet zou verdwijnen. Hij was zo opgelucht dat hij zelfs de Belgische vlag uithing. Het zou bij eentje blijven, want na mij kwamen nog eens twee meisjes: tweeling Annemie en Adinda (40).

Ik had stiekem graag een broer gehad, zeker omdat er ook geen buurjongens waren. We werden grootgebracht in een huis aan de rand van een groot bos, dus het was óf alleen spelen óf met mijn jongere zusjes. Mijn andere zussen, Veerle (51) en Kathleen (49), waren geen optie. Zij zijn zes en acht jaar ouder dan ik en waren toen al met heel andere dingen dan ravotten bezig.

Gelukkig waren mijn zussen geen echte meisjes-meisjes. Ik hoefde nooit met de poppen te spelen of mijn nagels te lakken

Achteraf gezien mag ik zeker niet klagen, hoor. Mijn zussen waren, en zijn nog steeds, geen meisjes-meisjes. Ik hoefde niet met de poppen te spelen of mijn nagels te laten lakken. Meestal gingen we het bos in, waar we kampen bouwden, verstoppertje speelden en in de hoogste bomen klommen. Of we trokken onze rolschaatsen aan en hielden wedstrijdjes in de straat. En als ik even genoeg had van mijn zussen, was er altijd nog mijn neef. Hij was even oud als ik, ik zag hem een beetje als mijn broer.

Ik ben eigenlijk alleen maar blij met mijn vier zussen. Als ik zie in wat voor warm nest we zijn grootgebracht, zou ik het niet anders gewild hebben. We zijn een enorm hechte bende. En… ik mag dan alleen maar zussen hebben, inmiddels heb ik wel vier fantastische schoonbroers. Ik ben dus allang niet meer in de minderheid.” (lacht)

Immanuel

Immanuel gaat door het vuur voor zijn zes zussen: Gabrielle, Laura, Valerie, Eveliene, Anne-Leen en Hermelien.

© Tjorven Boucher

Immanuel (20): “ ‘Toch niet wéér een meisje, ik wil een broer!’ Ik moet een jaar of zeven zijn geweest toen mama me met haar bolle buik van school kwam halen en vertelde dat ik een zusje kreeg. Ik was zo teleurgesteld. Ik had al vier oudere zussen, en na mij was Anne-Leen (18) er nog gekomen.

Ook papa was, denk ik, niet echt opgetogen. Als het aan hem had gelegen, dan waren ze kinderloos gebleven. Het was mama die graag een groot gezin wilde. ‘Het liefst zes jongens’, had ze altijd gezegd. Maar dat is toch even anders uitgedraaid!

Ik heb met elk van mijn zussen een bijzondere band. Laura (24) kreeg vroeger álles van mij gedaan. Je wilt niet weten hoe vaak ik haar voeten heb moeten masseren, zonder er iets voor terug te krijgen. Anne-Leen en Eveliene (21) waren dan weer mijn partners in crime. Zij wilden geen sprookjesprinsessen zijn en speelden ook niet met poppen, met hen kon ik uren buiten ravotten.

Opboksen tegen al dat vrouwelijk geweld, daar is soms geen beginnen aan

De band met Valerie (22), mijn twee jaar oudere zus, is pas sinds de lockdown heel hecht geworden. Ervoor trokken we minder naar elkaar toe, maar als je met elkaar opgesloten zit in een huis, dan moet je wel. Alleen met Hermelien (13) durft het weleens te botsen. Zij is een echte puber. Maar hé, ik heb al vijf tienermeisjes overleefd, de zesde zal ook wel lukken!

Of ik later zelf zo’n groot gezin wil? Tot voor kort zag ik mezelf niet eens als papa, maar een jaar geleden kreeg Gabrielle (26), mijn oudste zus, een dochtertje, en telkens als ik Billie zie, smelt ik. Zo’n schattig kindje! Dus op een dag wil ik wel graag vader worden. Het liefst van een jongen en een meisje, zodat ik later niet, zoals mijn papa nu, moet opboksen tegen al dat vrouwelijk geweld. Want soms is daar geen beginnen aan.”

Bart

Bart werd als jongste en enige jongen thuis gepamperd door zijn vier grote zussen: Ellen, Tinne, Anke en Ines.

© Tjorven Boucher

Bart (26): “ ‘Vier zussen?! Jij moet geen makkelijke kindertijd hebben gehad’, krijg ik dikwijls te horen als ik vertel over Ellen (39), Tinne (37), Anke (34) en Ines (29), mijn vier oudere zussen. Dat, of: ‘Jij moet nogal een verwend nest geweest zijn.’ Dat laatste klopt helemaal. Het voelt alsof ik als kind niet één, maar vijf mama’s had.

Als onze moeder er niet was, werd ik echt gepamperd door mijn zussen. De eerste jaren wel héél letterlijk, maar daar weet ik, gelukkig, niks meer van. De vroegste herinneringen die ik heb, zijn er vooral met Ines en Anke, de twee jongsten. Ik zie ons nog zitten in het midden van de huiskamer. Ines en Anke hadden een reusachtig poppenhuis en terwijl zij met hun barbies speelden, zat ik wat verderop te spelen met mijn Action Man. Het duurde nooit lang voor mijn Action Man aanpapte met een van de barbies en ik samen met mijn zussen de meest absurde verhalen bedacht.

Het voelt alsof ik als kind niet één, maar vijf mama’s had

Ik denk niet dat ik ooit echt een broer heb gemist. Ik zal er weleens om gezeurd hebben, maar waarom eigenlijk? Ik moet een jaar of zes geweest zijn toen ons Tinne met haar eerste lief naar huis kwam, ze is trouwens nog altijd met hem samen. Daar was mijn grote broer! Ik vond het heerlijk om hem te plagen. Als hij het beu was, griste hij me met één hand van achter de zetel. Geweldig vond ik dat. Of hij dat zo leuk vond, zo’n kleintje dat alle aandacht opeiste, dat betwijfel ik. (lacht)

Nu we allemaal volwassen zijn, is onze band heel hecht. Met Ellen en Tinne, die elf en dertien jaar ouder zijn, is die band moeten groeien. Logisch ook, vroeger lagen onze leefwerelden mijlenver uiteen. Toen ik in de ban was van actiehelden, waren zij vooral geïnteresseerd in de jongens. Nu komen we geregeld met ons vijven samen, pakken we een fles wijn (of twee, drie) mee en keuvelen we úren aan een stuk. Of ja, mijn zussen toch. Het zijn uitbundige, enthousiaste dames die zich helemaal kunnen verliezen in een eindeloze discussie, terwijl ik de rustigere van de hoop ben. Het buitenbroertje, zeg maar!”

Uit: Libelle 50/2022 Foto’s: Tjorven Boucher 

MEER MOOIE FAMILIEVERHALEN:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."