feiten en fabels over borstkanker
© Getty Images

15x feiten en fabels over borstkanker

Door De Redactie

Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij vrouwen. Er doen dan ook heel wat verhalen de ronde die niet altijd kloppen. Deze 15 feiten en fabels neem je dus best even goed door.

Borstkanker: feiten en fabels

1. Mammografie kan borstkanker voorkomen

Niet waar.

Een mammografie laat toe om een heel klein letsel op te sporen, nog vóór het zichtbare symptomen geeft, of nog vóór je het kunt voelen. Maar niet alle borstkankers hebben vroegtijdige letsels die te zien zijn op een mammografie. En niet alle letsels worden gezien.

Daarom wordt een screeningsmammografie ook gelezen door twee onafhankelijke radiologen, en bij verschillend resultaat, door een derde. Een nieuw kankergezwel kan ook ontstaan in de periode tussen twee screeningsmammografieën in.

2. Vrouwen met kleine borsten hebben minder kans op borstkanker

Niet waar.

In theorie zou je kunnen stellen dat meer klierweefsel en meer hormonale stimulatie ervan een groter risico inhouden op borstkanker. Maar dit klopt niet. Wetenschappelijke gegevens tonen namelijk aan dat vrouwen met grote borsten niet vaker borstkanker ontwikkelen dan vrouwen met kleine borsten.

3. Jonge vrouwen kunnen geen borstkanker krijgen

Niet waar.

Hoewel het zeldzaam is, kunnen ook jongere vrouwen (jonger dan 40 jaar) getroffen worden door borstkanker. Erfelijkheid speelt hier dikwijls een belangrijke rol.

4. Alle borstkankers zijn hetzelfde

Niet waar.

Zowel de oorzaak, het type van borstkanker (gevoeligheid voor hormonen of weefseltype), uitgebreidheid en genetische achtergrond kunnen verschillen. Vandaar dat iedere behandeling zoveel mogelijk persoonlijk wordt afgestemd.

5. Hoe groter de tumor, hoe zwaarder de therapie

Niet waar.

Hoe zwaar de behandeling is, hangt af van het stadium en de structuur van de tumor. Daarbij wordt nog rekening gehouden met:

  • de eventuele aantasting van okselklieren
  • de biologische eigenschappen van de tumor
  • de aan- of afwezigheid van gevoeligheid voor hormonen of andere tumorbevorderende groeifactoren
  • en de aanwezigheid van uitzaaiingen.

6. Deodorant kan borstkanker veroorzaken

Niet waar.

Dit zijn gegevens die vaak op internet circuleren en geregeld opnieuw opduiken. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt er geen verband te zijn tussen deodorant en borstkanker.

7. Het risico van borstkanker stijgt naarmate je ouder wordt

Waar.

Leeftijd is inderdaad een risicofactor voor borstkanker: hoe ouder je wordt, hoe groter het risico. 75% van de gevallen ontstaat vanaf de leeftijd van 50 jaar.

8. Hormoonvervangende medicatie na de menopauze verhoogt het risico op borstkanker

Niet waar.

Uit vrees voor borstkanker, zagen artsen rond het jaar 2000 tal van vrouwen hun hormoonbehandeling tijdens de menopauze stopzetten. Er doken toen studies op waaruit bleek dat het een verband zou hebben met een verhoogde kans op borstkanker. Maar die toename was even groot als dagelijks twee glazen alcohol per dag of vijf kilogram gewichtstoename.

Bovendien werd in die tijd vaak ‘overbehandeld’, waarbij de dosis hormonen te hoog was en andere types HST werden gebruikt. Hierdoor kon borstkanker vroeger tot uiting komen, maar niet per se ontstaan.

De ontwikkeling van een tumor neemt namelijk jaren in beslag, waardoor hij in 96 procent van de gevallen al aanwezig was vóór de start van hormoontherapie.

Vandaag de dag wordt met natuurlijke of bio-identieke hormonen gewerkt, waarvan de dosis zo laag mogelijk gehouden wordt. Die zijn volledig veilig voor je borsten. Dat schreef prof. dr. Herman Depypere in zijn boek ‘Menopauze’. Hier lees je meer over hormonale substitutietherapie.

9. Overgewicht tijdens de menopauze verhoogt de kans op borstkanker

Waar.

Uit onderzoek blijkt dat overgewicht na de overgang inderdaad gepaard gaat met een hogere kans op borstkanker.

10. Een gezonde levensstijl verkleint het risico op borstkanker

Waar.

Regelmatig bewegen en gezond eten, verlaagt het risico op borstkanker aanzienlijk. Maar uiteraard is een gezonde levensstijl geen garantie op een leven zonder kanker: er zijn een aantal risicofactoren voor borstkanker die je zelf niet in de hand hebt.

11. Borstvoeding geven kan het risico op borstkanker verminderen

Waar.

Hoe langer een vrouw borstvoeding geeft, hoe beter ze beschermd is tegen borstkanker. Ideaal is borstvoeding geven tot één jaar na de geboorte van elk kind. Hoe dit net komt, is niet helemaal duidelijk.

Een verklaring kan zijn dat borstvoeding een positieve invloed heeft op de wijziging aan de structuur van de borsten én dat een vrouw minder blootgesteld wordt aan bepaalde hormonen dankzij borstvoeding.

12. Op latere leeftijd kinderen krijgen, vergroot de kans op borstkanker

Waar.

Vrouwen die geen voldragen zwangerschap hebben gehad of vrouwen die na de leeftijd van 30 bevallen, hebben een hoger risico op borstkanker in vergelijking met vrouwen die voor hun 30ste bevallen. Dat heeft alles te maken met de ontwikkeling van de borstcellen.

Je eerste voldragen zwangerschap maakt de borstcellen volgroeid en zo groeien ze op een meer regelmatige manier. Dat is ineens de belangrijkste reden waarom een zwangerschap helpt beschermen tegen borstkanker.

Het is natuurlijk niet zo dat als je later aan kinderen begint, geen kinderen wilt of er geen kunt krijgen, je automatisch borstkanker zult hebben. Het risico op borstkanker verschilt van persoon tot persoon.

13. De anticonceptiepil verhoogt de kans op borstkanker

Waar, al is de kans heel klein.

Het risico op borstkanker is licht verhoogd als je de anticonceptiepil neemt, maar neemt weer af als je ermee stopt.

14. Mijn moeder heeft/had kanker, dus zal ik het ook krijgen

Niet waar.

Als er borstkanker voorkomt bij personen in je directe familie, dan kan het dat je een groter risico hebt om het zelf ook te krijgen. Dat wil nog niet zeggen dat je zeker borstkanker zult ontwikkelen. De stelling klopt dus niet.

Eventueel kan een erfelijkheidsonderzoek nuttig zijn: de genetische vorm van borstkanker maakt 5 à 10% uit van het totaal aantal borstkankers.

15. Kennis van je borsten verkleint de kans op borstkanker

Deels waar.

Door regelmatig je eigen borsten te onderzoeken, kun je veranderingen opmerken en is de kans groter dat je een borstkanker vroeg zult ontdekken. Hoe vroeger je het ontdekt, hoe meer kans je hebt op een succesvolle behandeling. Belangrijk dus, al geeft het je geen garantie om borstkanker volledig te voorkomen.

Wil je graag meer informatie over borstkanker? Surf dan naar de website van Pink Ribbon of Stichting tegen Kanker.

Het traditionele Think Pink-lintje

Naar aanleiding van de internationale borstkankermaand oktober lanceert de Belgische borstkankerorganisatie Think Pink opnieuw haar jaarlijkse lintjescampagne. Door zo’n lintje te kopen en op te spelden, steun je onderzoek naar borstkanker, steek je patiënten een hart onder de riem en creëer je meer bewustwording rond tijdig screenen.

Het lintje is verkrijgbaar in meer dan 6.500 verkooppunten in ons land en kost 2 euro. Dat bedrag gaat integraal naar de ondersteuning van lotgenoten.

Wil je nog een stapje verder gaan? Adopteer dan een lintjesbox die je op je werk, in je winkel of zaak kunt plaatsen, of je kunt de 50 lintjes verkopen aan vrienden en familie.

© Think Pink

Lees ook:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."