werkgeluk

Meer werkgeluk? 10x zo haal je het meeste uit je job

Door Herte De Cleyn

Als je bijna 8 uur per dag op je werk doorbrengt, dan kun je er maar beter fluitend naartoe gaan. Deze tips houden je een spiegel voor én helpen je op weg. Hi ho, hi ho, it’s off to work we go.

Wat is werkgeluk?

Doen we onze job graag? De werkende Belg geeft op dit vlak een gemiddelde score van 7,5 op 10 volgens Securex. En het is belangrijker dan je denkt! Voel je je gelukkig op je werk, dan gaan ook je werkprestaties erop vooruit. Gemotiveerde werknemers zijn gaandeweg ook meer betrokken, productiever en minder snel afgeleid. Meer werkgeluk leidt ook tot minder stress. Geen wonder dat ook steeds meer bedrijven openstaan om na te denken over het werkgeluk van hun medewerkers.

Wat zijn de basisfactoren voor werkgeluk?

  • Zelfstandigheid. Wie een gevoel van controle heeft over z’n werkomstandigheden en de invulling van z’n job, voelt zich gelukkiger op het werk.
  • Loon naar werken. Dat gaat niet enkel over je salaris, maar ook over het gevoel gewaardeerd te worden.
  • Kunnen groeien. Werknemers die het gevoel hebben dat ze dingen bereiken en kunnen bijleren, ontwikkelen meer zelfvertrouwen.
  • Fijne collega’s. Niks prettiger dan kunnen werken met mensen met wie je goed opschiet.

10 tips voor meer geluk op de werkvloer

Je (werk)geluk hangt grotendeels af van de beslissingen die je werkgever neemt, maar je kunt het ook in eigen handen nemen. Deze tips helpen je op weg:

1. Doe de ‘stel-dat-ik-de-lotto-win-test’

Een goed loon is leuk, maar nog belangrijker voor het plezier in je werk is de jobinhoud. Dat lijkt voor de hand te liggen, maar toch zijn er heel wat mensen die zich naar het werk slépen. Verwacht natuurlijk niet dat je werk alleen maar leuk is, maar streef naar een verhouding 80% plezier en 20% taken die je wat minder leuk vindt. Prof. arbeidsmotivatie Anja Van den Broeck van KU Leuven: “Een fijne vraag die je jezelf kunt stellen, is: stel dat ik de lotto zou winnen, zou ik (het gros van) mijn job dan blijven doen? Als het antwoord nee is, of als je liever iets anders zou doen, dan zou ik durven aan te raden om te kijken of er mogelijkheid is om iets aan je taken te veranderen of toch voor een andere uitdaging te gaan. Stel bijvoorbeeld dat je zou zeggen: ‘Als ik de lotto win, dan begin ik een kapsalon’, dan is het misschien tijd om na te denken of je een switch kunt maken of kapper kunt worden in bijberoep.”

2. Wees open tijdens je functioneringsgesprek

Minstens één keer per jaar heb je recht op een gesprek met je leidinggevende. Hét moment om eventuele pijnpunten aan te kaarten. Anja Van den Broeck: “Er ligt ook een grote verantwoordelijkheid voor jouw werkgeluk bij de werkgever, denk dus niet dat je alles zelf moet oplossen. Maar je kunt problemen wel aankaarten. Vertel open over de dingen waar je het moeilijk mee hebt of tegenaan loopt, vraag wat er kan veranderen, of doe zelf voorstellen.”

3. Besef dat wat je doet belangrijk is

Een leerkracht die een steun is voor haar leerlingen en weet dat ze hen nuttige dingen bijbrengt, zal met meer plezier aan het werk gaan. Als kapster kun je je klanten mooi maken, een verpleegster helpt mensen in moeilijke omstandigheden, een kassierster kan de dag kleuren van een eenzame klant… Wees je bewust van hoe belangrijk je job is. Anja Van den Broeck: “We hebben bijvoorbeeld onderzoek gedaan bij poetspersoneel in ziekenhuizen. Dat had tijdens hun poetsronde ook aandacht voor de patiënten: wie heeft wat meer zorg nodig? Wie lijkt er niet helemaal in orde? Als er wat tijd over was, gingen ze nog snel even de planten water geven in die specifieke kamer. Daar kikkerden de patiënt én de poetshulp van op.”

4. Kleur je werkplek groen

Van groen zien, gaan we ons beter voelen, óók op het werk. Anja Van den Broeck: “Niet iedereen heeft de luxe om zijn of haar werkplek zelf te kunnen inrichten – misschien heb je niet eens een vaste werkplek – maar vaak kan het toch op de een of andere manier. Zelfs als je weinig zonlicht hebt of geen planten kunt houden, kan een poster van een boom of een waterval de natuur toch een beetje naar binnen brengen. Recent onderzoek van een van mijn studenten toont aan dat als we onze werkomgeving zelf wat meer vorm kunnen geven, we er dan met meer plezier naartoe gaan.”

5. Zoek contact met je collega’s

Anja Van den Broeck: “De steun die je krijgt van je collega’s is nog veel belangrijker dan die van je baas. Vraag hen om hulp als je die nodig hebt, en maak tijd om met elkaar te babbelen en samen dingen te doen. Ik ben niet zo’n fan van één keer op het jaar een grote activiteit doen met het hele team, het zit ’m vaak in de kleine dagelijkse dingen. Dat kan koffie drinken zijn of samen gaan lunchen en praten over wat je bezighoudt. Je hoeft de deur niet plat te lopen bij elkaar, maar collegiaal samen kunnen werken, is wél heel belangrijk. Als dat niet kan of de sfeer op het werk is heel negatief, dan is dat iets om aan te kaarten bij je leidinggevende en samen naar een oplossing te zoeken.”

6. Verwacht niet té veel van je chef

Stel dat je je baas niet zo leuk vindt of dat die voortdurend op je vingers zit te kijken, dan is de kans klein dat je dansend naar je werk gaat. Maar wat doe je eraan? Anja Van den Broeck: “Een lastig probleem. Ik zou proberen om die chef, in de mate van het mogelijke, zoveel mogelijk te vermijden. Thuiswerk kan dan een zegen zijn. Het kan ook helpen om na te denken over wat je verwacht van je chef en dat aan te kaarten tijdens een evaluatiegesprek. Wil je wat meer structuur? Verwacht je een duidelijkere jobomschrijving? Wil je meer feedback? Vertel het je chef. Verwacht ook niet dat je chef altijd vrolijk is en probeer indien nodig energie te vinden in andere dingen. Als je echt problemen hebt en je kunt het niet met hem of haar uitpraten, dan kun je dat aankaarten bij het hogere management of bij de vakbond. Maar ik moet toegeven dat dat niet makkelijk is. Als dat allemaal niet helpt, dan zijn er weinig andere mogelijkheden dan een andere job te zoeken.”

7. Relax tijdens je pendeltijd

Mensen zuchten vaak over de tijd die ze besteden aan het op weg zijn van en naar het werk, en het kan ook echt een stressfactor zijn, maar het geeft je ook de kans om los te komen van je werk. Anja Van den Broeck: “Tijdens corona hebben we gezien dat mensen die barrière tussen werk en thuis ook echt gemist hebben. Idealiter is het een moment om even te relaxen: een podcast beluisteren, naar je lievelingsmuziek luisteren, nadenken over hoe je je avond gaat doorbrengen…”

8. Stel je eigen grenzen

Wees een beetje realistisch over je werkdruk: wat kan en wat niet? Als je de luxe hebt om af en toe nee te zeggen, doe dat dan ook. Anja Van den Broeck: “Het kan ook helpen om voor jezelf een paar regels op te stellen. Als leerkracht bijvoorbeeld krijg je nogal eens de vraag om je ook buiten het gewone werk te engageren. Je zou er dan voor kunnen kiezen om per 5 van zulke activiteiten er maar aan 2 of 3 mee te doen. Dat aantal op voorhand al voor jezelf vastleggen, lucht op. Uit ons onderzoek merken we ook dat leidinggevenden niet altijd een goed zicht hebben op het volledige werkpakket van hun medewerkers. Het is dus een goed idee om het je chef te vertellen als het werk je boven het hoofd groeit. Wist je trouwens dat je werkgever wettelijk verplicht is om maatregelen te nemen om stress en burn-out tegen te gaan?”

9. Laat het werk thuis los… of niet!

Anja Van den Broeck: “Buiten de werkuren kunnen ontspannen en helemaal loskomen van je werk, is belangrijk. Je mag echt aangeven dat je het vervelend vindt als je buiten je uren nog werkberichtjes krijgt. Kijk er ook niet meer naar. Anderzijds verschillen mensen ook van elkaar. Sommigen vinden het fijn om een harde lijn te trekken tussen werk en privé, anderen geeft het dan weer rust om op hun vrije dag toch mails op te volgen, bijvoorbeeld, om de ochtend nadien niet te starten met een berg werk. Doe gewoon wat bij jou past.”

10. Neem minibreaks

Ga even een koffie halen, loop tot bij een collega… Probeer elke dag minstens één keer de buitenlucht op te zoeken. Anja Van den Broeck: “Als je de luxe hebt om zelf je taken te kunnen indelen, kun je na een lastige taak ook eventjes iets makkelijker doen en zo wat variatie in je werk brengen.”

Wat als het echt niet meer gaat?

Als je je werk niet (meer) graag doet, je talenten te weinig benut worden, je een onmogelijke chef of collega’s hebt, je het gevoel hebt dat je nutteloos werk verricht, het werk je boven het hoofd groeit en niemand er oren naar heeft… dan zullen een paar tips en tricks niet helpen. Op zoek naar een andere job dan maar? Anja Van den Broeck: “Van job veranderen doen de meeste mensen niet zomaar. We zijn nogal honkvast en laten niet graag achter wat we kennen. Toch kan het lonen om eens na te denken over wat je liever zou doen. Als je tegen je zin gaat werken of je totaal niet betrokken voelt bij wat je doet, laat dat dan niet te lang aanslepen en durf de stap te zetten. Sta bij het solliciteren naar een nieuwe job ook je mannetje. Het is helemaal niet abnormaal om, voor je een job aanneemt, te vragen of je al eens kennis mag maken met je leidinggevende, je collega’s en je werkomgeving om te voelen of er een klik is. Zo geef je je huidige baan niet zomaar op of beland je niet van de regen in de drop.”

Bronnen: Securex, gezondheid.be

Lees meer over werk:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."